vrijdag 30 oktober 2009

**** (4) voor Mariken Jongman: Kiek

Leesgeluk, wat is dat? Lastige, want persoonlijke vraag, maar soms helpt een voorbeeld. Mijn meest recente aanval van leesgeluk werd bereikt door Kiek, zonder uitroepteken, van Mariken Jongman. Dat boek vind met stip een van de fijnste jeugdboeken van 2009. Bij elk boek dat door mijn handen gaat is het weer de vraag: wanneer geeft de lezer in mij zich gewonnen? De journalist in mij kan al 'om' zijn bij de naam van de auteur of de originaliteit van het project, de estheet bij vormgeving en de schrijfstijl en de kinderboekendeskundige omdat het toch maar mooi is dat er weer of eindelijk eens een boek is voor die-en-die doelgroep. Maar dan. Dan moet de lézer zich nog gewonnen geven en die speelt altijd hard to get. Mij krijg je niet. Toch is het bij de beste boeken snel gebeurd. Kiek is zo'n boek dat het met de eerste zinnen voor elkaar kreeg dat de lezer in mij zei: opzij, nu ik. Doelgroep? Kan me niet schelen. Esthetiek? Alles, maar nu even niet. Journalistiek: een goed boek is voorpaginanieuws, dus maak je niet druk. Lekker lezen in mijn leesbel, waar ik niet meer uit kom tot het uit is. Je moeder roept voor het eten, je zegt ja, maar je hersens horen niets. Je buurjongen belt aan om een computerspel te komen spelen, je beveelt je stembanden om nee te roepen, maar je verroert je niet en hij blijft maar bellen. Dát is leesgeluk. De recensent, die als ze alle vier hun zegje gedaan hebben het licht mag uitdoen en thuis de notulen schrijven, moet achteraf maar een verklaring verzinnen. En da's moeilijk. Dat blijft moeilijk. Vertellen dat een boek goed is om een andere reden dan puur en onversneden leesgeluk, dat is een stuk gemakkelijker.