woensdag 28 oktober 2009

Leesprinses schrijft niet eens zo heel slecht

Het is niet eens zo heel erg. Dat is misschien nog wel het verrassendste nieuws over Mr. Finnety en de wereld op zijn kop. Cynisch? Wel, er is nogal een grote berg Boeken Van Bekende Mensen Die Ook Eens Iets Voor Kinderen Schrijven Want Die Rowling Is Met Een Beetje Knutselen In De Kroeg Ook Steenrijk Geworden. En die berg stemt niet erg vrolijk. Daphne Deckers kan zich wel wíllen profileren als moeder des moederlands en doen alsof niet de helft van alle vrouwen wel ergens een column over haar gezinnetje heeft, maar Marijn in de woestijn en Matroos in de doos vonden alleen een uitgever omdat het voormalige fotomodel met de beroemde Bondbenen toch wel meer opvallende fotomomentjes met boek en gezinnetje zou krijgen dan één narrige recensent ooit kan verstoren. Soit. Daar zeur ik niet meer over.

Typisch beroemde vader- en moederboeken
Kenmerkend voor kinderboeken van beroemde mensen zijn twee zaken. 1. Ze ontstaan vaak op de bedrand als vader wat verzint voor het oproerige kroost of moeder voorleest uit haar oude doos. Ze leunen daardoor erg op het beeld dat zo'n beroemdheid van kinderboeken heeft. De titel De wonderlijke broertjes Pim en Pietje alleen al zegt alles over wat Joep van 't Hek vroeger zelf graag las. 2. Vaak probeert een kersverse kinderboekenschrijver het medium te gebruiken om ergens aandacht voor te trekken. Prachtige prenten konden niet verhullen dat Madonna uit haar nek kletste over de Kabbalah.

Prinses Laurentien weet het net iets beter
Maar hoe zit het met het boek van prinses Laurentien? Ik heb het pas sinds vanmiddag binnen, maar op het eerste gezicht heeft haar werk allebei die kenmerken. De tekst is erg kinderboekerig. Met hun bestudeerd aangename, tikje nuffige kleuterjuffentoon die we kennen uit het oudere kinderboek zouden de zinnen zichzelf kunnen voorlezen. Wat op zich niet zo erg is, maar ze zouden niet vol moeten staan met van die überpositieve, poeslieve woordjes als lievelingslaarzen, lievelingsboom en lievelingsvriend. Ook is het meteen duidelijk dat de leesprinses met dit boek nogal opzichtig aandacht wil vragen voor het milieu. Na twee hoofdstukken weet je het wel. Hoogstens doet prinses Laurentien het net iets beter dan haar onfortuinlijke voorgangers, die echt een schrijver hadden moeten inhuren in plaats van zelf aan de slag gaan. (Wat overigens niet helpt als het je alleen om de boodschap gaat.)

Kamervragen
En toch, en toch. Het is natuurlijk heerlijk om eens lekker te mopperen op mensen die schijnen te denken 'dat doe ik wel even', maar dit is duidelijk niet op een achternamiddag gemaakt. En een gerenommeerde uitgever, een uitgesproken vormgeving en een Gouden Penseelwinnaar helpen er bij dat je niet meteen denkt: weg er mee. Hier en daar is de prinses zelfs best grappig. Van mij mag ze. Ik ga het nog eens kritisch herlezen op materiaal voor kamervragen, maar de kans dat later zal blijken dat leesprinses Laurentien zich op een dag niet meer op straat of, erger nog, in een zaal vol kinderboekendeskundigen zal durven begeven omdat ze de hoogmoed heeft gehad om er zelf een te schrijven, lijkt me bijzonder klein. Maar het smaakt nog niet naar meer.