vrijdag 9 juli 2010

Lezersvraag: hoe krijgen we ze aan het lezen?

Mij wordt nogal eens een kind toegeschoven dat niet wil lezen. Ik heb zo mijn ideeën hoe dat moet, maar ik ben ook maar een recensent. Deze zomer wil ik mijn stappenplan eens tegen het licht houden. En dat doe ik het liefst met praktijkmensen: bibliothecarissen, leraren, kinderboekenverkopers. Dus... bent u daar? En doet u mee? U weet het het best. Openingsvraag: als je een kind toegeschoven krijgt dat niet wil lezen, wat is dan het eerste dat je doet, en waarom? Praktijkvoorbeelden worden op prijs gesteld!

Inktaap naar Dewulf, Mortier of Nooteboom

Begin volgend jaar wordt voor de tiende keer De Inktaap uitgereikt. Dit zal zijn aan Kleine dagen van Bernard Dewulf (winnaar Libris Literatuur Prijs 2010), Godenslaap van Erwin Mortier (winnaar AKO Literatuurprijs 2009) en ’s Nachts komen de vossen van Cees Nooteboom (winnaar Gouden Uil Literatuurprijs 2010). Jongeren kunnen stemmen welk van deze prijswinnaars zij de hoofdprijs gunnen. Jammer dat ze niet uit het hele aanbod mogen kiezen, of ten minste uit alle genomineerden voor die prijzen. Maar je kunt niet alles hebben. Er zal vast in de eerste plaats een praktische reden voor zijn.

donderdag 8 juli 2010

Letterie: De nieuwe kleren van de keizer

Ik heb nog nooit over Zwijsen geschreven. Dat komt doordat zij fans van AVI zijn en ik daar niet graag over schrijf. Op de verjaardag van mijn dochter, vorige week, had ik daar voor het eerst spijt van. Ze kreeg een boek uit 2009 dat ik, ten onrechte, over het hoofd heb gezien: De nieuwe kleren van de keizer van Martine Letterie. Ik vind boeken voor moeilijke lezers meestal geen doorkomen aan, maar deze serie Sprookjesreis is met veel plezier gemaakt. In deze reeks lopen de sprookjesfiguren bij elkaar de deur plat en komen bijvoorbeeld de zeven geitjes op kraambezoek bij Doornroosje. De serie is onlangs als geheel genomineerd voor de prijs van de samenwerkende kinderboekwinkels. De nieuwe kleren van de keizer is mijn favoriete sprookje en ik had er niet eens een moderne bewerking van. Deze is wel geslaagd. Ik vind het alleen jammer dat het verhaal schijnt te moeten leunen op 'herkenbare kinderen' Yin en Yan. Alsof het oorspronkelijke verhaal van Andersen niet krachtig genoeg is en de kinderen van de schoonmaakster van de keizer nodig heeft om belangstelling te wekken bij de jonge luisteraars. Met de bijpersonages komen er ook allerlei onnodige zijlijnen in het verhaal. Vermoeiend voorlezen is dat. Hou het toch simpel! Bij de tien kleuters op het feestje was vooral de naakte mevrouw op de voorkant aanleiding tot hilariteit. Mevrouw? De uitgever uit het katholieke zuiden is wel erg omslachtig bezig geweest om het keizerlijke voortplantingsorgaan in de schaduw van 's mans buik weg te moffelen. Ook niet nodig. Verder leuk project.

Het bewerken van klassiekers
Voor wie alles wil weten over het bewerken van klassiekers door de eeuwen heen is het proefschrift van Sanne Parlevliet een aanrader. Dat onderzoek houdt echter op in 1950. Ik ben wel benieuwd naar een academische analyse van moderne opvattingen over het bewerken van klassiekers. Op dat terrein is juist na 1950 veel relevante ontwikkeling geweest.

maandag 5 juli 2010

**** (4) voor Van der Geest: Dissus

Simon van der Geest is hard op weg om net zo’n carrière tegemoet te gaan als Edward van de Vendel. Deze dichter viel voor het eerst op met zijn Vondelbewerking Gijsbrecht (1998, Querido, Gouden Zoen). Van der Geest, ook in de eerste plaats dichter, scoort na een aantal geslaagde gedichten in bundels van Ted van Lieshout en een in mijn ogen matig debuut Geel gras met een opvallende Homerosbewerking: Dissus. Net als de Gijsbrecht niet bepaald iets waar jong publiek op zit te wachten en desondanks met net zo veel bravoure en uitstraling uitgegeven. Grappig is dat zelfs de verstrekte subsidie uit dezelfde pot komt. Er verandert toch maar weinig aan het kwaliteitskinderboekenfront. Maar verder valt er over Dissus veel goeds te zeggen, ik gaf het vier sterren in de krant. Ik vind Van der Geests gedichten erg goed. Hij weet een bepaalde urgentie te bereiken en schrijft echt voor kerels. Gedichten zonder getrut en getob. Fijn is dat.

Ruim een jaar later wint Simon van der Geest voor Dissus de Gouden Griffel 2011.