maandag 25 november 2019

Weekgreep #1942

204. Roberto Innocenti en Christophe Gallaz Rose Blanche
Dit prentenboek is eigenlijk té treurig om voor te lezen. Het Duitse meisje Rose Blanche - ongebruikelijke naam overigens, die niet wordt verklaard - ziet vrachtwagens met hakenkruizen de stad uittrekken. Dan volgt een grimmige winter, waarin iedereen vermagert behalve de dikke burgemeester. Als ze een ontsnapt jongetje teruggebracht ziet worden naar een legervrachtwagen, volgt ze die tot in het bos. Daar doet ze een afgrijselijke ontdekking. De Italiaanse illustrator Roberto Innocenti liet met klassiekers als De notenkraker en Pinocchio al zien duizelingwekkende foto-realistische decors en mensen te kunnen maken. In recenter werk, zoals Mijn Clementine, over een vrachtschip, toont hij dat die ietwat nostalgische stijl het ook heel goed doet in het nabije verleden. 8+

203. Frau Isa en Maria Isabel Sánchez Vegara Marie Curie
Wat een leuke serie is dit toch: Van klein tot groots. Dit is alweer de vijfde aflevering en dit keer lezen of horen we over Marie Curie, die goed kon leren maar in Polen niet mocht studeren en dat dus maar in Parijs ging doen. Ze won niet alleen als eerste vrouw een Nobelprijs, ze won er als enige vrouw ooit twee. Iets wat overigens onder mannen ook bijzonder is. Ze maakte zich sterk voor meisjesonderwijs (met succes, haar dochter won ook een Nobelprijs) en meer in het algemeen voor kennis in de strijd tegen angst. In de Eerste Wereldoorlog maakte de medische wetenschap mede dankzij haar röntgenapparaat grote sprongen. 6+

202. Miriam Bruijstens en Iris Boter Het zout uit je ogen
Mooi uitgeven en subtiel geïllustreerd boekje om een tijdje bij te dragen, als je met liefde bezig bent. De gedichten van Miriam Bruijstens zijn niet altijd even hoogdravend en leunen wel erg veel op zee en zout, maar bevatten hier en daar een taalvondst die bijblijft. Prettig is de afwisseling tussen poëzie en ultrakorte verhalen. Alles komt aan de orde, van eerste erotiek tot moeten missen. Sterk is: de hoofdpersoon valt niet per se op jongens en heeft de ene keer beter dan de andere in de gaten wat er gaande is.'Ik heb een stijve', fluisterde Frank. 'Ik ook', gokte Hanna. 16+

201. Tjibbe Veldkamp en Kees de Boer Agent en boef en de grap van boef-baard
Leuker leren lezen dan met Agent en Boef wordt het niet. Boef wil piraat worden, Agent heeft het te druk met de was. Daardoor heeft hij niet in de gaten dat Boef ontsnapt op een golf water. Daarna moet Agent een wel heel ingewikkelde list verzinnen om Boef te vangen. Voorlezen, desnoods om en om, ook goed. Het zou het lezen niet dienen, maar de rijke en zeldzaam dynamische prenten van Kees de Boer en de vernuftige plots van Veldkamp smeken om animatie. 6+

200. Neil deGrasse Tyson en Gregory Mone Sterrenkunde voor jonge mensen met haast
Voor jonge mensen met haast is dit relatief dunne boekje nog best dik, maar het is inderdaad een veel vlottere kennismaking met het immense heelal dan het veel dikkere, overigens briljante, Het mysterie van niks en oneindig veel snot. Aantrekkelijk: de auteur is zelf astrofysicus en vertelt inspirerend en geestig over zijn vak (hij en zijn collega's zingen 'Fijne baan om de zon voor jou...' op elkaars verjaardag) en trekt na heel veel weetjes wat kosmische conclusies, die nederig stemmen. 10+

199. Sjoerd Kuyper en diverse illustratoren Aladdin
In Istanboel loopt de zestienjarige Aladdin, vaderloos en met zijn arme moeder naar de grote stad getrokken, zich te ergeren aan dikke Amerikaanse toeristen. Hij probeert geen zakken te rollen, zoals zijn moeder hem geleerd heeft, en droomt van de tijd van sultans en sprookjes. In het museum vindt hij een fles. Als hij het stof eraf veegt, komt er een djinn uit die niet alleen wensen uit doet komen, maar ook moppen tapt. Plussen en minnen voor de vormgeving; de net niet vierkante vorm geeft een erg brede bladspiegel en dat leest niet prettig. Prachtig zijn de op Arabisch schrift gebaseerde beginkapitalen. De individuele illustraties zijn van topkwaliteit, maar doordat Aladdin, djinn en prinses er elk hoofdstuk anders uitzien, gaat het verhaal niet leven. Net als bij De schelmenstreken van Reinaert de Vos van Koos Meinderts had het me grappig geleken, als het dan zo nodig een collectief proces moet zijn, ook eens keer schrijvers af te wisselen. 8+

zondag 17 november 2019

Weekgreep #1941

198. Mattias De Leeuw Slaap lekker
'Slaap lekker! En gauw!' De ergernis druipt er op de eerste pagina's al af, van ouders die we niet te zien krijgen maar in wie de voorgelezenen die van henzelf wel zullen herkennen. In een sterk bedachte, effectieve stijl (hoofdpersoon en slaapkamer in zwart wit, fantasie in kleur) vertelt de Vlaamse illustrator (onder meer van Meneer Gom) het overbekende verhaal van niet slapen gaan. Dat concept is de kracht, inhoudelijk is het prentenboek, gezien de grote hoeveelheid voorgangers op dit onderwerp, wel een beetje flauw. 5+

197. Annemiek de Groot, Roos Jans, Juul Lelieveld, Liesbeth Rosendaal en Irene Goede Toen het oorlog was
Serieuze materie in deze zeer grondige, zeer degelijke verzameling van oorlogsdocumenten, geïllustreerd en toegelicht voor kinderen. Niet zozeer een boek om van voor naar achter door te lezen, meer om in te bladeren en je in diverse onderwerpen van het dagelijks leven toen te verdiepen. De auteurs leggen achterin uit dat ze een bewuste selectie hebben gemaakt van onderwerpen die je echt moet weten en nuance hebben aangebracht in de voorbeelden en anekdotes: er waren helden en slechteriken, maar de meeste mensen zaten er tussenin. Ook zijn al te gruwelijke details over de Holocaust en kampen in Indonesië weggelaten. Logisch, maar door het expliciet te zeggen, laten deze auteurs maar weer zien hoe serieus ze zijn. Goed naslagwerk voor thuis en in de klas, uitgangspunt voor verhalen en gesprekken. 11+

196. Janneke Schotveld Het kattenmannetje en andere sprookjes
Twee koninginnen willen graag een kindje. Maar hoe leggen ze dat aan? Ze weten van twee koningen dat die een fee hebben ingehuurd, maar ze hebben geen zin in dat moderne gedoe. Ze komen op het idee om het ouderwets te doen. Met de lakei? Nee, nóg ouderwetser. Maar zakendoen met een ooievaar blijkt nog niet zo eenvoudig. Het fijne van de sprookjes van de succesvolle Superjuffie-auteur Janneke Schotveld, dit is al haar tweede bundel, is dat ze niet alleen zo vanzelfsprekend eigentijds, maar vooral zo grappig zijn. Met vele illustratoren. 6+

195. Claus Hecking, Charlotte Schönberger, Ilka Sokolowski en Fanziska Zobel Onze toekomst is nu!
Niet per se het soort boek waar je als fanatieke lezer nu heel blij van wordt, maar wel een boek met een boodschap die niet vaak genoeg herhaald kan worden en maar zelden goed gebracht. Journalisten Hecking en Schönberger volgden Greta Thunberg al vanaf het begin en kinderboekenschrijver Ilka Sokolowski zorgde dat het verhaal compact en toegankelijk bleef. Dat is goed gelukt. De veel bewondering en weerstand oproepende figuur van de klimaatactivist die eerst haar familie bekeert om de benzineauto weg te doen, veganistisch te gaan eten en een wereldwijde zangcarrière te beperken en sindsdien een geruchtmakende poging doet om de Zweedse politiek en daarna alle volwassenen van de wereld mee te slepen, kan wel wat verdieping gebruiken. Haar persoonlijke verhaal, de moeilijke tijd voor ze met staken begon, krijgt veel aandacht en maakt indruk. Verder wat informatie over wat je zelf kunt doen. Dat is wat minder nodig, want kun zowat overal vinden en daar wordt het boek een beetje drammerig. Vertaling Merel de Vink. 10+

194. Maranke Rinck en Martijn van der Linden SuperSint
Eentje dan. Sinterklaas is een superheld. Echt waar? Echt waar. Als drie arme jongens valselijk beschuldigd worden van diefstal, grijpt hij in. Drie meisjes willen trouwen, maar kunnen het feest niet betalen. Sint gooit gouden munten door de schoorsteen. En hij redt een schip in de storm. Geestig verteld door Maranke Rinck en Martijn van der Linden in SuperSint. Marie vraagt voor 5 december boeken over helden, maar ze zou er het liefst een in het echt zien. Dan begint er een oude man met een zonnebril verhalen te vertellen. Klassiek en modern komen samen in een fijne nieuwe versie, die voorin het boek 'voor alle kinderen' wordt genoemd. Zo is het maar net. 5+

dinsdag 12 november 2019

Weekgreep #1940

193. Imme Dros en Harrie Geelen Van twee vikingen
Tweeling gaat uit roeien met vader, die vertelt over vikingen. In die verhalen staan een viking-tweeling centraal en komen en passant Noorse mythen, goden en gebruiken aan de orde. Leuk bedacht concept, waarbij in de illustraties knap de gefantaseerde vikings en de echte jongens steeds meer één avontuur lijken te beleven. Maar wat details en zijpaden betreft wel wat veel van het goede voor een prentenboek. 6+

192. Simon van der Geest en Karstjanneke Rogaar Het werkstuk (of hoe ik verdween in de jungle)
Dit boek werd al een jaar geleden aangekondigd, maar was het wachten waard. De twaalfjarige Eva Loks verdrinkt bijna in een junglerivier vol kaaimannen en dat allemaal door een huiswerkopdracht. Daar is niets mee verraden, want dat blijkt al op de eerste bladzijden. Maar hoe komt het zo ver? Van der Geest verliest zich in zijn favoriete thema's biologie (hoe viezer hoe beter) en familie (er gaat niets boven een te lang verzwegen geheim). Net als in Spinder (2012, Gouden Griffel) werkt hij samen met Zilveren Penseelwinnares Karst-Janneke Rogaar. Een gelukkig paar. En daar dan bijna vierhonderd bladzijden van! 10+

191. Wouter Klootwijk en Enzo Pérès-Labourdette Naar de overkant
Eef woont aan de ene, Steef aan de andere kant van een typisch Nederlandse rivier. Eefs ouders zijn boer, Steefs vader is timmerman. Eef ontdekt Steef als hij in de hoogspanningsmast klimt om te kijken of hij er een hut kan bouwen. Ze roept hem en ze zwaaien naar elkaar. Daarna lijkt een vlot een beter idee dan een hut. Mooi klein gehouden verhaal vol gewone mensen en concrete beroepen in een wereld die van voor de oorlog lijkt. Toen frieten nog echt waren en jurken zelfgemaakt. Klootwijk-romantiek. Hij kan het niet laten, even het verschil tussen draadnagels en spijkers uitleggen hoort daarbij. Maar... sfeervol is het. 8+

190. Dolf Verroen en Charlotte Dematons Niemand ziet het
Je kan het opvatten als een vervolg op Oorlog en vriendschap, het sterke kinderboekenweekgeschenk dat Verroen en Dematons in 2016 maakten. Je zou het ook kunnen zien als het boek dat ze éigenlijk hadden willen maken, maar toen voor dat grote publiek mogelijk te gewaagd was. In Oorlog en vriendschap, over een vriendschap tussen Joop en NSB'er Kees, sluimert meer spanning dan wordt uitgesproken. In Niemand ziet het komt Victor er op de eerste bladzij al voor uit dat hij homo is. De rest van het boek vertelt hoe hij worstelt met die ontdekking en zijn twijfel over naar het gymnasium gaan, waar hij slim genoeg voor is, maar niet hard genoeg voor werkt. Mooi tijdsdocument met prachtige jongensplaatjes en fijn-pijnlijke scènes. Maar de onderhuidse, onuitgesproken spanning van Oorlog en vriendschap maakt meer indruk. 10+

189. Marie Kondo en Salina Yoon Kiki & Jax Opgeruimd staat netjes!
Jax mist Kiki omdat het zo’n troep in haar huis is. Hij leert haar dat dingen die een goed gevoel geven mogen blijven, en dat je de dingen die geen goed gevoel geven bedankt en wegdoet. Met handleiding hoe je t-shirts vouwt en rechtop in de la zet. Geef het uw kinderen en ze zullen hun kamer gaan opruimen. Je blijft denken dat het satire is. Maar dat is het dus niet. Vertaald door Merel Wildschut. 5+

zondag 3 november 2019

Weekgreep #1939

188. Kim van Kooten en Noëlle Smit Pomtidom en de prins op het mottige paard
Bazige prinses wacht in toenemende ergernis op haar prins, uit het land van links om de hoek. Vorig jaar was hij verlegen en niet naar haar smaak, maar toen waren ze zes en nu zijn ze zeven. Toch valt de prins opnieuw enorm tegen. Kleurrijk geïllustreerd, geestig prentenboek over rollen, verwachtingen en vriendschap. Op rijm. Ideaal voor in de kleuterklas. 5+

187. Evelien De Vlieger en Sabien Clement Mijn oma is van peperkoek en mijn opa ruikt naar chocola
Bijzonder vormgegeven en geschreven boek over een hele grote, ingewikkelde familie. Waar er vaak aandacht is voor scheidende ouders, besteedt dit boek aan grootouders die ook nog eens uit elkaar gaan en hoeveel opa's en oma's dát oplevert: elf maar liefst. De Vlieger vertelt en dicht erover in dit prikkelend geïllustreerde voorleesboek. Evelien De Vlieger schreef eerder Wish you were here en Brei met mij 8+

186. Tineke Honingh Elke dag broerdag
Aanstekelijk geschreven roman over vijf broers , die te horen krijgen dat hun broerdagen geteld zijn. Dat roept om een broeralarm. En radicale actie. Dat kun je aan Noah, Kees, Robbe, Tibbe en Dook (hele broer, halfbroer, stiefbroer en stieftweelingbroer, niet op die volgorde, van verteller Noah) wel overlaten. Tineke Honingh schreef eerder onder meer Het (on)gewone verhaal van Bo (en Tom) en educatieve kinderboeken. 10+

185. Michaël Escoffier en Roland Garrigue Prinses Kevin
'Kevin is een prinses. Daar kan iedereen nu wel om lachen, maar dat kan Kevin niks schelen. Kevin is een prinses, punt uit.' Kevin wordt gepest door een plein vol ridders, maar raakt bevriend met een draak die meer lijkt op een sok. De schoenen met hoge hakken vallen wel wat tegen. Zijn volgende project? Zeemeermin. Grappig en stoer geïllustreerd prentenboek waarvan je, als je het leest, realiseert dat het er altijd al had moeten zijn. Vertaald uit het Frans door Tosca Menten. 5+

184. Peter Brown De wilde robot
Fascinerend idee: robot spoelt aan op - althans door mensen - onbewoond eiland. Rozzum unit 7134 is de enige 'overlevende' van een scheepsramp en moet zich zien te handhaven tussen dieren en planten. Dat gaat beter dan verwacht. Peter Brown is schrijver en illustrator, die werkt vanuit New York. Hij is al zijn hele leven gebiologeerd door robots en natuur. Hij ziet tussen die twee veel verbanden. Het lijkt soms net alsof dieren ook door computerprogramma's gestuurd worden, stelt hij aan het eind van het boek. Dat roept natuurlijk allerlei vragen en gedachtespinsels op. Hij heeft het verhaal, dat hij uiteraard zelf illustreerde, ook nog spannend weten te maken. Er is één prentenboek van hem in omloop in Nederland: Mijneer Tijger wordt wild, vertaald door Edward van de Vendel. De wilde robot verscheen in 2016 in Amerika en er is daar ook een tweede deel: De wilde robot ontsnapt. Vertaald door Annelies Jorna. 9+

zaterdag 2 november 2019

Rob Ruggenberg (1946-2019) kon niet tegen 'dat getut van juffen'

Rob Ruggenberg (1946-2019) begon pas ná zijn journalistiek carrière kinderboeken te schrijven. Ook dat deed hij op een journalistieke manier. Hij was altijd op zoek naar dingen uit het verleden die we nog niet weten. Nieuws uit het verleden dus. Zijn verhalen zijn echt en er vallen dus doden in. Door zijn belangstelling voor andere perspectieven en zijn kritische houding op Nederlanders, waren zijn schooloptredens een succes, in het bijzonder bij kinderen uit families die pas enkele generaties in Nederland zijn. Ik interviewde Rob in 2014 voor het magazine Lezen. Met Rob Ruggenberg verliest Nederland een begenadigd verteller.



Rob Ruggenberg wil terug naar tien

Jonge Jurywinnaar Rob Ruggenberg (1946) was dertig jaar buitenlandjournalist voordat hij met pensioen ging. Nu schrijft hij kinderboeken waarin hij zijn soms heftige reiservaringen verwerkt. Té heftig? “Ik kan niet zo goed tegen dat getut van juffen.”

Als hij een Marokkaan was geweest in Marrakech, dan had hij daar op het Djemaa el Fna verhalen staan vertellen, beweert zijn vrouw. Maar gelukkig doet hij het hier. Het eind vorig jaar verschenen De boogschutter van Hirado is alweer zijn vijfde boek. Daarin krijgt VOC-leerling Reyer Willeboorts het aan de stok met Chinese piraten, huichelachtige Portugezen en koppen snellende samoerai. De Nederlanders proberen er ondertussen wat aan te verdienen.

Je bent nogal kritisch op de Nederlanders.
“Bijna alle volwassenen komen er slecht vanaf in mijn boeken. Erg mooi was het allemaal niet wat we daar deden, toch? En we weten er bitter weinig van. In Nederland kun je honderden boeken over Japan lezen, maar nergens staat wat zij van ons vonden. Dat is toch absurd? Toen ik op Hirado was, waren ze zo vriendelijk wat hoofdstukken voor me te vertalen. Die gingen er vooral over dat ze ons vreselijk vonden stinken.”

Hoeveel verzin je voor je op reis gaat?
“Niet veel. Ik ben lastig voor mezelf. De historische feiten zie ik als piketpaaltjes, daar blijf ik vanaf. Als ik in het vliegtuig stap, dan kan het boek nog alle kanten op. Pas op Hirado hoorde ik over Mondo Ukibashi, die in de zeventiende eeuw een heel dorp vol christenen heeft verraden. Onze vloot hielp de samoerai. Dat was nieuw voor mij.”

Er rollen nogal wat koppen. Zijn jouw boeken niet meer geschikt voor jongeren?
“Ik erger me aan juffen die zo lopen te tutten met mijn boeken. Er gebeurt niets in wat kinderen van tien niet aankunnen. In IJsbarbaar vallen doden, maar het enige wat mijn proeflezers erg vonden was dat er een hond wordt opgegeten. Dat heb ik eruit gehaald. Ik wil de adviesleeftijd echt terug naar tien.”

Waarom is tien voor jou zo belangrijk?
“Ik las zelf op mijn tiende Merijntje Gijzens Jeugd van A.M. de Jong. Ik ontdekte hoe een boek je een enorme emotionele schok kan geven. Ik wilde daarna nooit meer kinderboeken lezen. Als je rond je dertiende nog niet weet wat een boek met je kan doen, dan ben je te laat. Ik vind het logisch dat jongens dan liever gamen.”

Waarom zijn jouw boeken zo’n succes bij allochtone kinderen?
“Omdat ik met een open blik naar verschillende culturen kijk. Ik kom graag op scholen met veel allochtone kinderen. Op een Hindoestaanse school in de Schilderswijk zijn ze De boogschutter van Hirado met de hele klas aan het lezen. Dat vind ik geweldig. Voor zulke scholen maak ik tijd.”

Dus je vindt het wel prima dat je boeken worden gebruikt als opstapje naar geschiedenisonderwijs?
“Zeker, daar ben ik zelfs trots op. Ik doe het zelf ook. In klassen vertel ik bijvoorbeeld hoe vaak de Japanners in bad gaan. Daarna vraag ik hoe vaak zij denken dat de Nederlanders zich wasten. Een keer in de week? Een dappere leerling roept: een keer per jaar. Ik zeg: nooit. Totale verbazing! Dan heb je ze, hoor.”