Zelden is zo uitgekeken naar een nieuwe jeugdroman als naar Schijnbewegingen van Floortje Zwigtman (1974). Deze jonge Zeeuwse schrijfster won twee jaar geleden met Wolfsroedel maar liefst twee jeugdliteraire bekroningen, waarvan de prestigieuze Vlaamse Gouden Uil voor Jeugdliteratuur de belangrijkste was. Wat zou de volgende stap zijn van deze spraakmakende schrijfster?
Wolfsroedel gaat over een groep jongens die zich laten meesleuren in een maalstroom van martelingen en moordpartijen. Zwigtman neemt geen ethisch standpunt in en bovendien geen blad voor de mond. Ze laat met beklemmende overtuigingskracht zien hoe heerlijk het is om een mes te pakken en het te gebruiken. Reden genoeg voor een debat in deze krant over hoe expliciet jeugdboeken mogen zijn over geweld.
In Schijnbewegingen gaat de onverstoorbare Zwigtman ijskoud verder met het haar grensverkenningen. Dit keer schrijft ze over een zestienjarige jongenshoer in Victoriaans Londen. En weer laat ze zien dat het haar niet om simpel choqueren gaat, maar om veel belangwekkender zaken.
Adrian Mayfield wordt geboren als zoon van een kroegbaas en naaister in Oost-Londen. Maar hij wil meer dan een armoedig leventje in een volksbuurt. Hij werkt als jongste bediende in Victor Procopius’ Herenmodepaleis en weet zeker dat hij deze doodsaaie baan niet lang gaat volhouden.
Inderdaad ligt er een andere carrière voor hem in het verschiet. Alleen niet een die hij zelf bedacht zou hebben. In de paskamer van de kleermaker ontdekt hij een lucratieve bron van inkomsten: de herenliefde. Een klant vindt hem leuk en neemt hem mee naar huis. Het is Augustus Trops, een tweederangs schilder die iedereen kent uit het grootstedelijke kunstenaarsmilieu.
Trops introduceert Adrian in de zogenaamde Paarse Hofhouding, het gezelschap van cartoonisten, schilders, schrijvers, dichters en journalisten rond Oscar Wilde. Dankzij zijn nieuwe kennissen krijgt hij min of meer keurig werk als schildermodel van een schatrijke jonge kunstenaar en heeft hij de gulle minnaar Trops niet meer nodig. Gelukkig maar, want het einde van de negentiende eeuw was geen tijd om met homoseksualiteit te koop te lopen.
Alles gaat goed, tot in de zomer van de beau monde van Londen naar Europa vertrekt voor de zomervakantie en Adrian zonder inkomsten komt te zitten. Hij doet zijn lichaam in de aanbieding in een herenbordeel en ontdekt zo de harde kant van zijn nieuwe leven: die van roddel, afpersing, politie-invallen, potenrammers en de eeuwige dreiging van een dodelijke geslachtziekte. Al snel beseft hij dat dit niet is wat hij wil. Maar wat dan?
Zijn nieuwe vrienden maken hem duidelijk dat in een wereld vol kleinburgerlijke homohaat, hooggeplaatste minnaars heel wat over hebben voor hun privacy. Kan Adrian uit de klauwen blijven van valse nichten, door Oscar Wilde ‘poema’s’ genoemd, die bereid zijn om tot het uiterste te gaan?
Schijnbewegingen is minstens zo dwingend, intens en zuigend als Wolfsroedel. Dat heeft alles te maken met de bijzondere gave van Zwigtman om afstand te houden en tegelijkertijd schaamteloos intiem te zijn. Haar bijzondere personages bekruipen de lezer als een goede vriend en laten hem niet meer los.
Zwigtman oordeelt niet maar maakt minutieus duidelijk waarom haar hoofdpersonen handelen zoals zij handelen. Geen moralisme bij haar, maar diepgravend onderzoek naar de menselijke ziel. Zonder de duistere kanten over te slaan. Actuelere jeugdliteratuur dan haar historische romans bestaat bijna niet.
Minpunt is de bloemrijkheid van Zwigtmans boeken. Ze heeft veel tijd nodig om het schaakspel van haar fantasie onderdeel voor onderdeel in elkaar te zetten en bezuinigt niet op details. Het duurt dus wel even voor ze op gang komt. Verder is haar taal wat gewoontjes.
Maar wat zeuren we nog over iets oppervlakkigs als stijl bij het zien van zo’n groot dramatisch talent als het hare? Als Zwigtman eenmaal beide handen vrij heeft om te spelen, dan speelt ze ook fenomenaal. En dan is dit nog maar het eerste deel van een tweeluik. Na het zinderende slot voelt het alsof het nog steeds allemaal moet beginnen en het alleen nog maar veel erger mis kan gaan. Wat wil een lezer nog meer?
Schijnbewegingen maakt de grote belofte van Zwigtmans vorige boek meer dan waar. Het is niet alleen de meest indrukwekkende homoroman sinds het briljante Je moet dansen op mijn graf van de Brit Aidan Chambers (Querido, 1985). Maar ook een bijzonder knap historisch portret én een boek dat genadeloos aan het denken zet. Dit kaliber vinden we alleen bij spraakmakende Britse jeugdauteurs als Melvin Burgess en Kevin Brooks.
Schijnbewegingen is een meesterwerk van internationale allure. Zwigtman mag nu gerust een van de grote jeugdboekenschrijvers van dit moment worden genoemd.