zaterdag 31 maart 2018

Weekgreep #18-8: Pulletje van Marco Kunst en Henriette Boerendans, Het ei van Britta Teckentrup en Ei! Ei! van Harriët van Reek en Geerten Ten Bosch

1. Marco Kunst en Henriette Boerendans Pulletje
Houtsnedekunstenares Henriette Boerendans maakt een sfeervol prentenboek bij de tekst van Marco Kunst over Pulletje, die eerst niet meer in haar ei past en als ze er eenmaal uit is droomt over nog groter worden. Zo groot dat ze bijna haar veertjes brandt aan de zon. Zo'n boek dat niet alleen fijn voorleest, maar ook een feest is om naar te kijken.

2. Britta Teckentrup Het ei
Alles over het ei. Vorm. Kracht. Volmaaktheid. Het grootste ei. Het kleinste ei. Schutkleuren. Verzamelaars. Oölogen. Bizarre broedplaatsen. Wat er in een ei gebeurt. Het verschil tussen vogel-, reptielen- en insecten-eieren. Het Fabergé-ei. Het gouden ei. Eierverhalen. Eieren versieren. Al trek? Prachtig geïllustreerd en vormgegeven. Hoewel misschien meer de smaak van volwassenen: een hebbeboek.

3. Harriët van Reek, Geerten Ten Bosch Ei! Ei! De wonderlijke Reis van Twee Eieren en een Poppenkast
Penseelwinnaars Harriët van Reek en Geerten Ten Bosch maakten samen Ei! Ei!, over twee wandelende eieren die samen met een wandelende poppenkast op avontuur gaan. Zoals te verwachten valt bij in elk geval Van Reek wordt het een associatieve chaos en moet je het verhaal er zelf bij bedenken. Liefdesproject van de Groningse uitgever Philip Elchers. Mij te gekunsteld, maar er zijn liefhebbers voor.

In De Weekgreep signaleer ik vers uit de postbus de interessantste titels voor lezers, ouders en leerkrachten. Deze boeken liggen er net en zijn een bezoek aan de boekhandel waard.

zondag 25 maart 2018

Weekgreep #18-7: Gerda De Preter, Zoek de Streep, Dank je wel van Stefan Boonen en Jan Van Lierde, Eiland van Mark Janssen, Alice in Wiskunde Wonderland

1. Gerda De Preter: Toen Alfie verdween
Gerda De Preter is een van die stug overkomende Vlaamse auteurs bij een Nederlandse uitgeverij, die in praktijk toch vooral de Vlaamse markt bedient. Spookpijn (2005) vond ik knap en aanstekelijk. Ze maakt ook spannende boeken, zoals Op de rug van de duivel (2010) over treinsurfen. Deze lerares Nederlands en Engels uit Haagt schrijft net iets te weinig om voet aan de grond te krijgen, maar het is de moeite waard om in de gaten te houden. Toen Alfie verdween gaat over een boos meisje van gescheiden ouders dat een broertje of zusje krijgt en de astmatische Alfie, die uit het buitenland komt en woordenlijsten maakt. Ook dit keer is het verhaal vrolijker en luchtiger dan het klinkt... en het omslag oogt.

2. Andy Mansfield: Zoek de streep
Net zo geweldig als Een boek van Hervé Tullet, belooft de uitgever in de begeleidende brief. Dat is nogal een belofte. Papieringenieur Andy Mansfield verstopt in elke illustratie een streep, die je kunt vinden, of samenstellen uit losse onderdelen, door flapjes om te klappen. Iedere volgende pagina is moeilijker, tot er op de laatste een heel kasteel uit het boek omhoog komt, waarin je diverse strepen kunt ontdekken door op de juiste manier door de drie-dimensionale tekening heen te kijken. Toch heeft het boek niet veel diepte. Elke keer die saaie streep vinden, na een paar keer proberen weet je het wel. Ook laat het prutsen sporen achter, waardoor tweede en derde pogingen minder moeilijk worden, je ziet waar je moet vouwen. Aardig boek dat zeker wel een minuut of tien vermaakt, maar wint het niet van dat van Tullet, dat dit na tien keer bekijken nog steeds doet.

3. Stefan Boonen en Jan Van Lierde: Dank je wel
Nog zo'n actief boek vandaag, waarin je het verhaal volgt van flatbewoners, die in een wild avontuur van alles met elkaar te maken krijgen. Dat illustrator Jan Van Lierde ook animator is zie je af aan de tekeningen die je bijna uit de pagina lijkt te kunnen pakken. Tegelijkertijd verscheen van beide heren ook het aanstekelijke Verliefd, waar je zowel bij kunt zwijmelen als stoer gniffelen. En da's niet altijd zo bij boeken over de liefde, die jongens meestal aan zich voorbij laten gaan.

4. Mark Janssen: Eiland
Mark Janssen, die vorig jaar wist te vermaken met het geestige en opvallend kleurrijke Dino's bestaan niet, komt nu met een sprakeloos prentenboek. Janssen kan zijn fantasie heerlijk laten ontsporen en is in Eiland het best te zien als een uitbundige mix van de rijke realistische en humoristische wereld van Charlotte Dematons en de kronkelige golf associatieve beelden van Marije Tolman. Waarbij hij, wat toegankelijkheid betreft, meer aan de kant van Dematons blijft. Een vader en een dochter lijden schipbreuk en gaan op een eiland wonen. Blijkt de rug van een schildpad te zijn. Boven water ontvouwt zich een ander avontuur dan onder water. Het meisje verbindt op de valreep, als ze gered worden door een groot schip, de twee werelden. We kunnen weer reuzenposters gaan drukken!

5. Carlo Frabetti en Wendy Panders: Alice in Wiskunde Wonderland
Interessant project van de in Spanje wonende en werkende Italiaanse wiskundige Carlo Frabetti en de Nederlandse illustrator Wendy Panders, die de illustraties van de oorspronkelijke Spaanse uitgave vervangt. Alle grote wiskundige problemen en hun bedenkers/oplossers komen de elfjarige Alice tegen die natuurlijk eerst niet en later wel van wiskunde houdt.

In De Weekgreep signaleer ik vers uit de postbus de interessantste titels voor lezers, ouders en leerkrachten. Deze boeken liggen er net en zijn een bezoek aan de boekhandel waard.

zaterdag 3 maart 2018

Weekgreep #18-6: Björn, Ministerie van Oplossingen, de tweede van Ellen van Velzen, een Gouden Boekje van Paulien Cornelisse en een geestig prentenboek van Jon Klassen

Soms zit het een weekje niet mee. Griep en zo. Daarom deze week, waarin ook de derde Julius Zebra verscheen en Het slijmerigste slijmboek een bestseller bleek, een paar extra.

1. Delphine Perret: Björn, zes berenverhalen
Franse vertalingen, die zien we niet vaak. Er lijkt een harde scheidslijn te lopen tussen de doorgaans vrije en vrolijk anti-autoritaire Noord-Europese jeugdliteratuur en de meestal wat opvoedkundige en volgzame Zuid-Europese en die grens ligt zo'n beetje halverwege België al. Dat betekent niet dat er geen te gekke dingen gebeuren daar. Schrijver en illustrator Delphine Perret is er eentje om in de gaten te houden. In het strak vormgegeven Björn zes humoristische en filosofische berenverhalen met grappige pentekeningen. Het geheel heeft in de verte iets weg van Arnold Lobel (Uil) en Syvlia Vanden Heede / Thé Tjong-Khing (Vos en haas). Het is niet eens haar eerste boek, vorig jaar verscheen ook bij Davidsfonds Infodok Maurice de krokodil en Arsène de alligator. Op haar website is meer veelbelovend werk te vinden. Leuk om voor te lezen (vanaf 6 jaar), even leuk om zelf te lezen (vanaf 8 jaar).

2. Sanne Rooseboom: Het Ministerie van Oplossingen en de verdwenen Van Gogh
Tweede deel in de serie van het Ministerie van Oplossingen. Mag wel wat meer aandacht hebben deze serie, al was het maar omdat de boeken - in tegenstelling tot veel ander werk in dit genre - zo verzorgd zijn uitgegeven en lekker geïllustreerd door Mark Janssen, vooral de krachtige kleuromslagen. Natuurlijk, in de verhalen vind je het standaardclubje met het enthousiaste leidermeisje, het te fantasievolle vriendje en de nerd die liever over robots leest dan raft. Maar dan heb je geen rekening gehouden met de 89-jarige blinde buurvrouw Vis die ook in het team zit! Meters maken met lezen doe je zo.

3. Ellen van Velzen: Kinderen van de Eindeloze Vlakte
Haar debuut Jonge Vlieger (2013), over een dorp dat zich tegen een onbekend gevaar beschermt door dag en nacht vliegers in de lucht te houden, vond ik erg interessant. We hebben erg lang moeten wachten op een nieuw boek van de evolutiebioloog, die tegenwoordig in Potsdam wiskundige modellen maakt van planktondynamica. Dus die heeft overdag wel wat anders aan haar hoofd. De kinderen van de Eindeloze Vlakte gaat over Sen, de zoon van een stamhoofd, die wordt gevangengenomen door zijn aartsvijanden en daar ontdekt dat die een bijzondere rol voor hem in gedachten hebben. Dat belooft wat. Vanaf 12 jaar.

4. Paulien Cornelisse en Emanuel Wiemans: Het mooiste geluid ter wereld
Dit boekje had precies zo in de jaren vijftig gemaakt kunnen zijn, de tijd waarin de beroemde Gouden Boekjes voor het eerst verschenen. Maar toen was Paulien Cornelisse echt nog niet geboren en illustrator Emanuel Wiemans ook niet. Erg goed gelukte, aanstekelijke pastiche met gegarandeerd voorleesplezier. Iedere muzikant vindt zijn of haar eigen instrument verantwoordelijk voor het mooiste geluid ter wereld. Ping! Vomp! Zwie zwie zwie! Boem! Wat zouden al die lawaaimakers nu eens moeten doen? Drie keer raden. Vanaf 5 jaar.

5. Jon Klassen en Mac Barnett: De wolf, de eend & de muis
Jon Klassen maakt echt fantastische platen, maar waarom mag geestig werk er niet gewoon geestig uitzien? Dat vraag ik me bij al zijn boeken af maar zeker bij deze. Muis wordt opgegeten door vos en ontdekt in diens buik een eend die daar al een tijd woont. Zou echt een voorleeshit kunnen zijn, maar een hoop lezers zullen dit prentenboek niet oppakken, domweg vanwege de grijsbruine sombere uitstraling. Jammer! Vanaf 5 jaar.

In De Weekgreep signaleer ik vers uit de postbus de interessantste titels voor lezers, ouders en leerkrachten. Deze boeken liggen er net en zijn een bezoek aan de boekhandel waard.