zondag 29 september 2019

Weekgreep #1934

163. Humberto Tan en Judith van den Hoek Pirouette in Paramaribo
Humberto Tan heeft zijn vrije tijd na het vertrek bij RTL4 goed besteed en een kinderboek geschreven. Gerda wil professioneel danseres worden, maar dat kan in Paramaribo niet. Ze vertrekt naar Den Haag om op het conservatorium te gaan. Dat blijkt niet zo gemakkelijk, want ze mist haar familie en haar land. Smaakvol geïllustreerd door modetekenares Judith van den Hoek. 10+


162. Rindert Kromhout en Hugo van Look Kom maar bij mij
Interessant concept van uitgeverij Zwijsen, naar eigen zeggen goed voor tachtig procent van het leesonderwijs in Nederland. Het idee is simpel: maak een groepje en geef ieder kind een rol. Kind voor kind laten voorlezen in de klas en de rest daarnaar laten luisteren is dé manier om kinderen een grondige hekel aan lezen te geven (de goede lezers ergeren zich groen en geel, de slechte lezers worden daar alleen maar in bevestigd) maar misschien brengt deze veelbelovende reeks Toneellezen daar wel verandering in. 7+

161. Andy Griffiths en Terry Denton Ontzettend irritant
Het werd tijd dat Andy Griffiths en Terry Denton van de Waanzinnige boomhut met inmiddels ontzettend veel verdiepingen eens wat anders gingen doen. Het resultaat is er nu en doet de titel eer aan. Bent of kent u een irritant kind? Het kan altijd erger. Met vliegen, kabouters en heel veel onzinnige dilemma's. Ik zou dit niet aanraden als achterbankliteratuur. Dat loopt niet goed af. Vertaald door Edward van de Vendel. 8+

160. Anna Woltz en Maartje Kuiper Haaientanden
Zonder twijfel een van de beste kinderboekenweekgeschenken van deze eeuw. Niet omdat eerdere auteurs het er veel minder goed vanaf brachten, we zijn wat dat betreft de afgelopen jaren absoluut verwend, maar omdat Woltz zo'n goede balans weet te vinden tussen voor kinderen te bevatten diepgang en ironie, mooie zinnen en een spannend verhaal met een kop en een staart. Lef ook om dit ontroerende onderwerp in deze feestweek toch aan te durven. De elfjarige Atlanta daagt zichzelf uit om, zonder dat haar ouders het weten, om het IJsselmeer heen te fietsen. Ze weet dat de wereld niet zo werkt, maar toch hoopt ze daarmee het noodlot af te wenden. De knappe Finley, waar ze al op de eerste bladzij tegenaan fietst, is minder goed voorbereid dan zij op pad gegaan en heeft geen enkel doel behalve zijn moeder kwetsen. Hij gooit alles in het honderd. Het valt te hopen dat dit hartversterkende verhaal, maar dan graag nog een paar hoofdstukken langer, gauw tussen een wat steviger kaft in de winkel ligt. 10+

159. Toon Tellegen en Carll Cneut De vuurzeevlieg
Kon het omslag nóg somberder? Toon Tellegen, een van de meest gewaardeerde en bekroonde auteurs uit de jaren negentig van de vorige eeuw, was altijd al meer geliefd bij volwassenen en jongeren. Dat komt natuurlijk niet in de eerste plaats door de illustraties, maar ze zullen daar zeker aan bij hebben gedragen. Tellegen heeft met een hoop verschillende kunstenaars samengewerkt, maar de meesten daarvan leverden net als het pocketformaat van de boekjes niet het gewenste imago van dierenverhalen voor kinderen. Er zitten zeker verhalen tussen die voor kinderen geschikt zijn, mijn favorieten: de olifant die uit de boom blijft vallen en de beer die over een taart droomt en zijn bed opeet. Maar die moet je wel zoeken tussen existentialistische, deprimerende anekdotes over een veerman die zonder reden zijn passagiers overboord zet en een depressieve eekhoorn, die zich afvraagt of de niet aflatende regen een gezicht heeft. Verhalen, bij voorkeur, zonder conclusie of clou. Pas in 2014 deed zijn uitgever de geniale, maar wel erg late, zet om een interessante selectie uit zijn verhalen echt als voorleesboek uit te geven: Is er dan niemand boos? De titel alleen al was een succes, maar ook de plaatjes van woedende dieren, of dieren die dat probeerden te zijn, hadden eindelijk eens een keer een wegdroomfactor. Nu verschijnt er weer een Tellegen in dat fijne formaat. Maar waarom met een illustrator die het lichtknopje altijd kwijt lijkt te zijn?

zondag 22 september 2019

Weekgreep #1933

158. Rocio Bonilla De boekenberg
Ik weet niet helemaal zeker wat ik moet vinden van de klassieke maar ook wat zoetige stijl van Rocia Bonilla, van wie nu een aantal boeken in het Nederlands uit zijn. In Max en de superhelden is het de samenwerking met Oriol Malet, die een heel andere, stoere stijl heeft, die werkt. Dit prentenboek, over een jongetje dat graag wil leren vliegen en verslingerd raakt aan lezen, wordt gered door de geestige hyperbool die ze opbouwt. Het jongetje ligt op een steeds hogere stapel boeken te lezen en trekt, zonder het door te hebben, steeds meer bekijks. Op het moment dat hij doorheeft dat hij zichzelf door de wolken heeft gelezen, is vliegen ineens het enige dat hem nog kan redden. Maar hij kan het nog steeds niet. Of toch? 5+

157. Henk Hardeman Hoe ik mijn vader redde
Emma (niet haar echte naam) besluit na een bezoekje van de kinderbescherming om haar vader te gaan redden. En daarmee natuurlijk ook zichzelf. Henk Hardeman stapt uit de wereld van spoken en piraten waar hij zich normaal ophoudt, en verzint voor lezers aan het begin van de middelbare school met merkbaar plezier het rommelige leventje van een uitgerangeerde popartiest. Zijn hit Moedermavo is nog regelmatig te horen in de supermarkt, maar voor de band écht doorbrak, viel die door ruzie alweer uit elkaar. Gelukkig heeft haar vriend Rik - ze zijn overigens niet op elkaar - een goed idee. Maar wil die wietrokende slobbertrui eigenlijk wel gered worden? 12+

156. Paul van Loon en Hugo van Look Dolfje Weerwolfje
Je zou gemakkelijk denken: ach, weer een deeltje, maar dat is toch jammer. De rechttoe-rechtaan titel doet anders vermoeden, maar het is een belangrijke aflevering voor fans dit keer. Er komen dingen aan het licht die lang onbekend zijn gebleven. Waar komt Dolfje eigenlijk vandaan? Ondertussen moet hij zich teweerstellen tegen een gewelddadige poging om hem te ontweerwolven. Maak je borst maar nat: daar komen 'tandentangen' en 'haarscharen' aan te pas. Paul van Loon verdient waardering om het plezier en de kwaliteit waarmee hij zijn 'griezellige' seriewerk doet. Zijn zinnen zijn kort, gaaf en grappig; zelf lezen en voorlezen gaat precies even goed. En hij wil het niet graag toegeven, maar af en toe snijdt hij gewoon een belangrijk maatschappelijk thema aan. Dolfje is thuis al heel lang uit de kast, maar moet in deze aflevering harder knokken dan ooit voor het recht om een jongetje én een weerwolf te mogen zijn. 8+

155. Koos Meinderts en Sanne te Loo De man met de zeegroene ogen
Een aangespoelde man is volmaakt gelukkig in zijn wrakhouten huisje op palen voor het strand van het onbewoonde eiland, tot hij flessenpost krijgt. 'Vind de schat', staat er op de brief, met een kaart erbij. Hoewel hij alles al heeft, gaat hij toch op zoek. Van zijn huis maakt hij een boot. Op het eiland van de kaart vindt hij lang geen schat, maar wel iets anders. Koos Meinderts heeft een goed gevoel voor tijdloze, essentiële verhalen en het is extra bijzonder als hij die vertelt aan jong publiek, op zo'n manier dat ze een leven lang bij kunnen blijven. Dit prentenboek is daar zeker in geslaagd, mede dankzij de filmische illustraties van Sanne te Loo. Je zou wel in die warme, diepblauwe kleurenpracht willen stappen om er te duiken en eindeloos rond te slenteren. Hopelijk wordt De man met de zeegroene ogen net als die andere klassieker De vuurtoren een blijver. 5+

154. Maranke Rinck en Martijn van der Linden Bob Popcorn
Ellis (noem haar geen 'Ellis-de-Bellis') krijgt van haar juf te horen dat het afgelopen moet zijn met haar passie voor popcorn. Haar twee vaders besluiten meteen de magnetron in de schuur te zetten en voortaan salades te eten. Ellis gaat stiekem door met popcorn bakken. Wat ze niet weet, is dat in Amerika een boer met illegale groeimiddeltjes experimenteert. Een van zijn maïskorrels belandt in haar magnetron en verandert in het knorrige maïsmannetje Bob. Sterk is de ironie in de tekst. 'Ik ben blij dat ik het meteen doorheb', denkt Ellis. 'Zo ziet een fantasievriendje er dus uit.' Ook sterk is de samenwerking met Martijn van der Linden, die de laatste tijd veel andere kanten van zijn tekentalent laat zien. De tekeningen voegen iets toe aan het verhaal en nemen het af en toe zelfs over. Bob Popcorn is verschenen in de serie Tijgerlezen van Querido voor beginnende letters. Geen AVI-onzin, gewoon lezen waar je zin in hebt met iets grotere letters en kortere zinnen. In dit segment is er te weinig dat lekker dik is en lekker doorleest en ook nog eens aanzet tot binge-lezen. Goed nieuws: het tweede boek over Bob is al aangekondigd. Ik zie er naar uit, deze serie in wording verdient populariteit. Laat maar komen! 7+

zondag 15 september 2019

Weekgreep #1932

149. Shaun Tan Cicade
Steeds meer dringt zich de vraag op waarom Shaun Tan voor kinderen wordt uitgegeven en niet voor een algemeen publiek. Zijn verpletterend mooie prentenboeken, met vervreemding als vast thema, zijn voor alle leeftijden. Cicade doet, om voor de hand liggende redenen, nog meer aan de zich nooit op zijn plaats voelende Kafka denken dan zijn eerdere boeken. Een cicade, die werkt als data-invoerder op een groot, anoniem kantoor, doet zeventien jaar foutloos maar zonder ooit promotie te maken zijn werk. Hij gaat met pensioen en ontdekt dan een heel andere kant van zichzelf. Voor iedereen die gepest wordt of zich ondergewaardeerd voelt. Vertaald door Bart Moeyaert. +

150. David Lucas De robot en het blauwe vogeltje
Probeer de ogen maar droog te houden bij dit klassieke prentenboek over een robot, die wordt afgedankt omdat hij heen hart meer heeft. Op de schroothoop kruipt een vogeltje op de plek waar zijn hart zat. Doet sterk denken aan De gelukkige prins, een sprookje van Oscar Wilde, dat in de vorige eeuw als prentenboek is uitgegeven, ook in het Nederlands. Die zou ik nog wel eens opnieuw willen zien verschijnen. David Lucas is een Britse schrijver en illustrator, in Nederland nog nauwelijks bekend. Vertaald door Wilma Seijbel. 4+

151. Jacques Maes & Lise Braekers Als sneeuw voor de zon
Vierde prentenboek van het bijzondere Belgische illustratiduo Jacques Maes en Lise Braekers, dat opereert onder de naam Jacques & Lise. Het verhaal van de avontuurlijke man op de berg en zijn vriendin en hond in het dal. Dit woordloze verhaal laat zich op diverse manieren interpreteren. Gaat het over houden van en loslaten? Gaat het over een man die meer geïnteresseerd is in zijn ski's en een vrouw die daar best mee om kan gaan als hij maar af en toe langs komt? Hoe dan ook is het duo in het midden samen en aan het begin en eind doet ieder zijn eigen ding. Een circulair verhaal over verschijnen en verdwijnen, dat je samen kunt blijven 'lezen'. De titel staat met witte letters in het wit van het omslag. Ook leuk gevonden. 5+

152. Pieter Bergé en Yule Hermans Hoe groen klinkt een gitaar?
Een mooi uitgegeven, serieuze pil waar je wel even voor moet gaan zitten. Maar wat een rijkdom en... bestond er eigenlijk al een goed informatief boek voor kinderen over klassieke muziek? Ik ben het nooit eerder tegengekomen. Tegelijkertijd een lastig onderwerp: hoeveel kinderen luisteren er eigenlijk nog naar klassieke muziek? Hoeveel ouders? Ook een uitdaging om uit te leggen, dat er nog iets anders is dan wat je doorgaans op internet hoort en dat dat ooit iedereens muziek was, waar we nog steeds muzikanten voor opleiden die daar jaren in steken, terwijl de kunstvorm die vroeger alom tegenwoordig was, toch gemarginaliseerd is geraakt. De auteur werpt diverse interessante vragen op, behandelt het ontstaan van muziek en de grote historische stromingen, en doet aan het eind een mooie, bedachtzame voorzet om pop, wereldmuziek en klassiek weer bij elkaar te brengen tot het feestelijke geheel dat het eigenlijk zou moeten zijn. 10+

153. Oliver Jeffers De Hugo's in de nieuwe trui
Oliver Jeffers heeft zijn geniaal geestige De krijtjes staken nog niet overtroffen, maar blijft wel grappige en verrassende prentenboeken maken, waar hij telkens weer een nieuwe vorm voor vindt. Het bijzondere aan de Hugo's is dat ze allemaal hetzelfde zijn. Tot Rupert (waarom hij geen Hugo heet blijft onduidelijk, maar dat is deel van het spelletje dat Jeffers met zijn lezer speelt) een trui voor zichzelf breit. Steeds meer Hugo's, Victor als eerste, willen ook zoiets. Het zal nooit meer hetzelfde zijn bij de Hugo's. Of juist wel? Vertaald door Berd Ruttenberg. 4+


zondag 8 september 2019

Weekgreep #1931

144. Tiny Fisscher en Mark Janssen Het wonderbaarlijke verhaal van de kleine prins
Le petit prince van piloot en schrijver Antoine de Saint-Exupéry is een boek voor alle leeftijden. Een van de weinige boeken die dat heel zuiver is ook. Het is geen parodie of pastiche: het is een sprookje, een anekdote, een sleutelverhaal, een levensfilosofie en een kritiek of pleidooi in een. De Saint-Exupéry kiest de kant van een kind, met wie hij als gelijkwaardige gesprekspartner vriendschap sluit, en deelt een eindeloze reeks plaagstootjes uit naar volwassenen die dat niet kunnen. Het is een driedubbele ironie die, als je van dat genre houdt tenminste, nergens flauw wordt en een duizelingwekkende, ontroerende draai krijgt door het tegelijkertijd droevige en vrolijke open einde. Net hoe je dat einde bekijkt. De Saint-Exupéry heeft bij leven wel eens gezegd dat zijn bekendste werk oorspronkelijk helemaal niet bedoeld was als kinderboek. Ongetwijfeld was hij bang dat zijn opvattingen over fantasie en plagerijen niet de mensen zouden bereiken die hij wilde bereiken. Maar je kunt onmogelijk volhouden dat het daarom geen kinderboek is of een behandeling nodig heeft om een kinderboek te worden. Zijn erfgenamen hebben het boek juist weg proberen te zetten als vooral een kinderboek. Het daarmee berovend van alle volwassenen die zichzelf te groot vinden voor kinderboeken. Allebei de benaderingen doen het boek tekort. De Saint-Exupéry pleit juist voor ongebreidelde fantasie en ruimdenkendheid. Le petit prince is een mensenboek. Daaraan sleutelen is gevaarlijk. Als je de ironie eruit haalt, dan maak je van een grenzeloze klassieker met eindeloos bereik niet alleen iets tuttigs maar vooral iets dat de auteur er niet mee bedoeld heeft. En wat te doen met de illustraties? De ietwat knullige tekeningen van de piloot die van zijn ouders geen kunstenaar mocht worden, zijn een onlosmakelijk deel van het geheel. Ik vind het jammer dat Mark Janssen de slang met de olifant erin zó tekent dat je ziet dat het een slang is. Waarmee de grap dat de meeste volwassenen er een hoed in zien, wordt verpest. Wat ook niet werkt: een begaafd illustrator die doet alsof hij niet kan tekenen. Hiermee haal je, opnieuw, iets essentieels uit het boek. Dat laat onverlet dat Mark Janssen prachtig werk heeft afgeleverd, behorend tot zijn beste, en deze uitgave ook wat formaat, omslag, bladspiegel en belettering veel aantrekkelijker oogt dan die van uitgeverij Donker met de vertaling van Laetitia Beaufort-van Hamel. Le petit prince valt, in tegenstelling tot sommige andere klassiekers, niet of nauwelijks te bewerken zonder iets te verliezen. In dit geval, wat mij betreft, te veel. 6+

145. Paul McCartney, Erik Bindervoet en Kathryn Durst Hé, Yopa
Het behoort inmiddels tot het repertoire van de bekende burger om ergens in je loopbaan je aanbod uit te breiden met een kinderboek. Meestal is dat niet veel soeps. Maar als de bekende burger een wereldburger van het formaat Paul McCartney is, vraagt dat toch om enige aandacht. Al was het maar omdat de zanger kinderliedjes op zijn naam heeft staan. Hé, Yopa vertelt het verhaal van een relaxte opa die op een regenachtige dag zijn vier kleinkinderen met een magisch kompas van het ene naar het andere ansichtkaartenlandschap brengt. Eerst is het er idyllisch, dan gaat het mis en gaan ze snel verder. Voor de kenners zitten er allerlei kleine verwijzingen in naar het leven en werk van de auteur. Waarvan de Engelse titel Hey Grandude de meest opvallende is. Geintjes die de aan kleuters voorbij zullen gaan. 4+

146. Fanny Britt, Isabelle Arsenault
Prachtig geïllustreerde graphic novel door Isabelle Arsenault, die vorig jaar nog indruk maakte met Majoor Rosalie. Fanny Britt is een Canadese toneelmaakster die ook een aantal boeken op haar naam heeft staan. Jane, de vos en ik gaat over een gepest meisje dat elke dag haar best doet om de banale verwijten die haar gemaakt worden door populaire meiden niet te horen. Ze doet dit onder meer door Jane Eyre te lezen, die het ook niet makkelijk had in haar jeugd. Vertaald door Arend Jan van Oudheusden. 13+

147. Milja Praagman en Gideon Samson Ik wil een paard
Huisdierwens (liefst iets groots): bekend thema, geestig uitgewerkt. Bobbie verzint dat haar fiets het paard is dat ze zo graag wil. Onderweg willen allerlei mensen met haar ruiken. Drie keer raden waar dat op uitloopt. Het is even wennen aan prenten en personages met witte kaders eromheen; blijft toch wat afstandelijk. De vrolijk rijmende verzen doen drie keer controleren of de auteur echt die bij vlagen vileine Gideon Samson is. Maar het is echt zo. 4+

148. Lies Van Gasse Een held
Dichter en schilder Lies van Gasse (1983) aan de slag met een van de minder bekende Arturverhalen: Gawein en de Groene Ridder, trouwens ook het favoriete ridderverhaal van Tonke Dragt. Als de reusachtige Groene Ridder bij de koning komt en om diens dapperste ridder vraagt, valt de keus per ongeluk op de onervaren Gawein. Die mag het hoofd van de Groene Ridder afhakken. Die vertrekt daarna, hoofd onder de arm, met de mededeling Gawein over veertig dagen in zijn eigen kasteel te verwachten. Dan is het zijn beurt om het hoofd op het hakblok te leggen. Ai.

zondag 1 september 2019

Weekgreep #1930

139. Jan Paul Schutten en Wendy Panders Van T. Rex tot tandjesgras
Afgelopen weekeinde ging de grote trots van Leiden, het museum over het leven Naturalis na langdurige sluiting en verbouwing weer open. De museumwinkel is meteen een prachtig cadeauboek rijker: Jan Paul Schutten en Wendy Panders verdiepten zich in de gigantische collectie en haalden daar intrigerende en geestige voorbeelden uit. De van-alles-en-nog-wat-titel is wel een zwaktebod, de informatieroutinier kon kennelijk dit keer niet goed kiezen. Inhoudelijk is het boek op vertrouwd niveau en de samenwerking met illustrator Wendy Panders is een geslaagde. 9+

140. Marianne Dubuc Met de bus
Op een prettig tempo verschijnen nieuwe boeken van de Canadese illustrator Marianne Dubuc. Ik hou van haar werk, dat een heel eigen humor heeft. Een meisje gaat op weg naar oma met de bus, voor het eerst alleen. De prenten zijn bus-lang en er gebeurt van alles op. 3+

141. Ted van Lieshout Kleuren
Ted van Lieshout is bekend en gevierd als dichter en illustrator - hij won in de zomervakantie nog de zeer zelden uitgereikte Boekensleutel voor het poëtisch en grafisch sterke Ze gaan er met je neus vandoor - maar is ook een begenadigd schrijver van non-fictie. Mits het over zijn favoriete en enige onderwerp gaat: kunst. Na het briljante Rond vierkant vierkant rond over poëzie, nu een meeslepende verhandeling over licht en kleuren. Er komen natuurlijk ook een hoop schilders aan te pas, over wie Van Lieshout allerhande (kleur)technische anekdotes weet. 9+

142. Julia Bruce Stoere sprookjes over avontuurlijke meisjes
Natuurlijk, de titel van het overbekende sprookje van de gebroeders Grimm had altijd al Grietje en Hans moeten zijn. Verder bevat deze selectie rond meisjespersonages vooral minder bekende, maar zeker niet minder mooie verhalen uit alle hoeken van de wereld. Vertaalster Imme Dros is natuurlijk altijd een aanbeveling, maar om de echte auteur helemaal niet te noemen op het omslag is wel een gewaagde keuze. 6+

143. Tjibbe Veldkamp en Alice Hoogstad Draken zijn niet te koop
Dierenliefhebber Eise krijgt een nieuwe buurjongen: Hubert-Jan. Een naar ventje, dat een olifant, een varken, een gans, een aap, een konijn, een ezel, een schildpad en een beer heeft. Hij vindt er niets aan, maar Eise mag er niet in zijn plaats voor zorgen. Eise bedenkt een snood plan. Geestig verhaal over een verwend nest, zijn al te gewillige moeder en een jaloersmakend ei met een draakje er in. 5+