vrijdag 9 oktober 2015

De beste kinderboekwinkels van Brabant

Zeldzame paradijsjes zonder tijd

Het is bijna Kinderboekenweek. Daarom: wat zijn de drie beste winkels voor kinderboeken in Noord-Brabant? Pjotr van Lenteren, kinderboekenrecensent voor de Volkskrant, zocht het uit. En vond ze in Eindhoven (de compleetste), Tilburg (de modernste) en Den Bosch (de echtste). Een top drie zonder volgorde.

Zien hoe het artikel eruit ziet? Koop MEST, meer informatie en een preview vind je hier.

Inkt in vrolijke kleuren ruikt anders dan serieuze inkt. Doe je ogen dicht, de deur open, luister naar het belletje, haal diep adem door je neus en je weet het: je bent in een kinderboekwinkel. Paradijsjes zonder tijd, om urenlang te snuffelen, net als in grotemensenboekwinkels zoals je die alleen in Parijs of Oost-Europa nog vindt. Je mag er dromen, verdwalen en iets anders vinden dan je zocht. Sterker nog: dat móet.

Vertel zo’n verhaal aan een kennis op een verjaardagsfeestje en die begint te knikken. Toch worstelen kinderboekwinkels net als gewone boekwinkels om het hoofd boven water te houden. Vreemd, want hoewel de verkoop van literaire boeken sinds het begin van de crisis in 2009 hard terugloopt, is het kinderboek het al die tijd juist goed blijven doen.

Eén op de vijf boeken die over de toonbank gaat is een kinderboek. De Kinderboekenweek en Sinterklaas werden afgelopen herfst en winter zelfs nog gevierd als redders aan het eind van een rampjaar vol faillissementen. Eigenlijk zouden de boeken voor volwassenen achterin kinderboekwinkels moeten staan in plaats van andersom.

Helaas: het internet lokt kopers weg bij de kenners die de hele week klaarstaan tussen hun goedgevulde kasten, zonder dat zoekmachines ooit kunnen weten zij wel weten: precies welk boek bij precies wel kind past. Misschien is dat wel een ander boek dan de titels die iedereen al kent. Die kinderboekspecialisten kunnen een steuntje in de rug gebruiken en als dank krijgt je kind een leven lang leesplezier cadeau. Daarom: de drie beste winkels voor een kinderboek in Noord-Brabant.

De compleetste
Naam: Kinderboekwinkel de Boekenberg
Adres: Kleine Berg 48, Eindhoven. Tweede vestiging op Strijp-S, in Urban Shopper (gebouw Anton)
Bestaat sinds: 1986 (bijna 30 jaar)
Eigenaars: Marianne van Eeuwijk en Jos Walta
Geheim: schoolbibliotheken in het hele land vernieuwen, aanvullen en onderhouden met nieuwe boeken, wat een continue stroom aan forse opdrachten oplevert én een eindeloze bron van boekbeoordelingen van kinderen en leerkrachten uit de eerste hand
Tip: De jongen die met piranha’s zwom, David Almond

In het hippe deel van de winkelstraat, schuin tegenover yuppentent Mangiare en het kosmopolitische restaurant Umami, omgeven door kroegen, andere boekhandels en een stripwinkel vind je, bijna als een stralend middelpunt, kinderboekwinkel De Boekenberg. Je kunt in deze buurt een boekentocht maken en daarna je tassen uitpakken en de oogst bewonderen met een kop koffie, een lunch of een borrel zonder buiten een cirkel van honderd meter rond de winkel te komen.

De winkel zelf is makkelijk over het hoofd te zien. Ikea-kasten, zwart-wittegels en neutraal gekleurde muren. “Toen ik startte dacht ik meteen: het wordt geen kinderkamer”, stelt eigenaresse Marianne van Eeuwijk. Ze is niet zo’n zachtaardige lettervreter die je normaal in het vak ziet, maar in de eerste plaats een ondernemer. “Geen kleurtjes en frutsels alsjeblieft.”

Die eigengereidheid heeft haar geen windeieren gelegd. Toen ze bijna dertig jaar geleden naast haar werk als schoolbegeleider samen met collega en partner Jos Walta de winkel begon, pakte ze het meteen groot aan: er was van begin af aan personeel, de collectie blinkt uit in compleetheid en na tien jaar konden ze ervan leven.

Waarom hun winkel in slechte tijden toch goed loopt? “Wij hebben Jos”, zegt Marianne. “Bij boeken luistert het heel nauw: een titel waar het ene kind idolaat van is, doet bij een ander kind helemaal niets. Je moet alles van boeken weten én van kinderen. Jos zit, als hij niet aan het vertellen is, te lezen. Ik lees ook alles hoor, maar er moet ook wat verkocht worden. Daar houd ik me het liefst mee bezig.”

“Een beetje zakelijkheid kan ook geen kwaad”, grijnst Jos bescheiden terug. “Marianne zorgt ervoor dat we een begrip zijn in Eindhoven. We doen overal aan mee.”

De Boekenberg moet een échte boekenwinkel blijven, vindt Jos. “Als het alleen via internet moet, schei ik er morgen mee uit. Wat is je vak dan nog? Dan kan ik alles wel gaan verkopen. Het gaat om de communicatie met de klanten, het gesprek.”

“Dat is zo”, bemoeit Henk van Himbergen (62) zich met het gesprek. Hij is gepensioneerd leerkracht van basisschool De Stapsteen in Maarheze en komt hier al bijna dertig jaar. Sinds hij niet meer voor de klas staat alleen maar vaker. “Met Jos en Marianne klikte het dertig jaar geleden meteen. Ze hebben gewoon alles. Het kan niet dat je hier weggaat zonder een passend boek.”

De modernste
Naam: Livius de Zevensprong
Adres: Nieuwlandstraat 27, Tilburg
Bestaat sinds: 1991 (bijna 25 jaar)
Eigenaars: Barbara van Gaal (sinds twee jaar) en Anja Snaterse (sinds zes jaar)
Geheim: alleen kwaliteitskinderboeken, die ook volwassenen aanspreken
Tip: Mijnheer Eekhoorn en de maan, Sebastiaan Meschenmoser

Het is nog wat wennen bij de net heropende samenwerkingsboekwinkel Livius de Zevensprong. Is het nu een kinderboekwinkel, zoals de levensgrote Mees Kees bij de voordeur suggereert? Of is de winkel er toch vooral voor grotemensenliteratuur, zoals de koele, gestreken betonnen vloer en de rechte kasten vol stemmig gekleurde boeken, keurig in het gelid, lijken te fluisteren?

Maar als je doorloopt, ontdek je links achter in de winkel de kleurexplosies van de toch wel heel grote kinderboekafdeling. Met een indrukkwekkende familie knuffels die op de kasten woont. Anders dan andere kinderboekwinkels, maar het heeft wel wat. Deskundig, professioneel, modern.

De fusie tussen de twee boekwinkels, beiden een begrip in Tilburg en al bijna buren in twee panden in de Nieuwlandstraat, is een redding maar ook een verlies. De oude Zevensprong was een sprookjesachtige winkel die zo uit de fantasiewereld van Tonke Dragt – naar wiens beroemde boek de winkel is vernoemd – kon zijn gestapt: een potpourri van oranje-gele muren, antieke tafeltjes en krullig gipsplafond.

Het is er een komen en gaan van klanten en bij elke nieuwe binnenkomer is het nog even aftasten wie er naar voren schiet. Zoekt de klant iets voor zichzelf of voor zijn of haar kind of kleinkind? Kinderen zelf zijn er vanmiddag niet, want de scholen zijn nog aan. Buiten staan de steigers nog tegen de gevel en schalt de radio van de schilders. Tussendoor komen de ouders van Anja, die hebben helpen schilderen, bloemen brengen. Het is allemaal nog een beetje onwennig, geven de eigenaren toe.

Toch hopen ze van elkaar te profiteren. “Gewoon een kinderboekenwinkel werkte niet meer, we konden er niet twee inkomens uithalen. Samenwerking biedt de mogelijkheid om een grote collectie te handhaven. Iets kleiner dan we hadden, maar zeker drie keer zo groot als die in een gewone boekhandel.”

Dat opent mogelijkheden om, naast de gebruikelijke ouders met boekenwurmen, ook liefhebbers van alle leeftijden te bedienen met bijzondere kinderboeken. Het prachtig geïllustreerde ridderboek Ferguut van John Rabou bijvoorbeeld. Of de aparte, volwassen Alice in Wonderland van Rébecca Dautremer en Ed Franck. Jeugdliteratuur voor gevorderden.

Van de betere populaire boeken, zoals het veel verslonden oeuvre van Paul van Loon en de Grijze Jager-serie, zijn ze ook niet vies. Maar plastic, roze en pasteltinten vind je hier niet. Voordeel: voor wat oudere kinderen, die volgens Barbara in een gewone kinderboekwinkel “nog niet dood gevonden willen worden”, is de winkel aantrekkelijker. Anja: “We kiezen voor kwaliteit, pulp komt er bij ons niet in. We weten dat het verkoopt, maar we doen het gewoon niet.”

De echtste
Naam: Nooitgenoeg
Adres: Stoofstraat 22, Den Bosch
Bestaat sinds: 1995 (20 jaar)
Eigenaar: Stephanie de Coo (14 jaar)
Geheim: steeds je winkel veranderen en blijven verrassen
Tip: Hoe je een wollige mammoet moet wassen in tien lessen, Michelle Robinson & Kate Hindley

Stephanie de Coo had illustrator willen worden, deed de kunstopleiding in Den Bosch en dat is te zien. Haar knusse winkel, de kleinste van de drie, lijkt rommelig maar zit doordacht in elkaar. Overal staat wat, in ieder hoekje is wat te zien. En dat is precies hoe Stephanie het wil. Als het ook maar even rustig is in de zaak en er niets besteld hoeft te worden, loopt ze rond om na te denken of het weer anders kan.

Haar grootste succes is het zelfgemaakte Nijntje-huisje middenin de winkel, waar Pluk van de Petteflet langs het raam rijdt en aan het tafeltje getekend en gekookt kan worden. Terwijl hun ouders de tijd nemen voor een aankoop, zit hun kroost hier te spelen. Of te lezen natuurlijk. Boeken, knuffels, gadgets; alles leunt tegen alles in deze winkel met een eindeloze reeks hoekjes, waar je nooit meer uit weg wilt.

De winkel zelf is ook in een hoekje van de stad verstopt, schuin tegenover vintagewinkel Hittupuhtit en tattooshop Daan Dera, maar goed te vinden met de ballonnen, de opblaasrups en de fiets voor de deur. “Gelukkig lig ik aan de toeristische route. Naast al mijn vaste klanten staat het hier soms ook ineens vol met Japanners op zoek naar een souvenir.”

Stephanie zelf is niet het soort literaire boekendeskundige dat je in andere winkels aantreft. Natuurlijk is een goede tekst belangrijk, maar ze kijkt vooral ook naar boeken die ze mooi geïllustreerd vindt. Ze spaarde als kind al boeken en dat ze ging werken in een kinderboekwinkel was eigenlijk logisch. “Ik zie bij kinderen hetzelfde plezier dat ik had toen ik klein was in zo’n winkel. Kinderen kijken niet rond, ze beléven het hier echt. Ik hou dat in stand.”

Ze doet het helemaal alleen en kan zelden op vakantie, één week per jaar. Bij voorkeur tussen zaterdagen in, want zaterdagen zijn de beste dagen en die kan ze niet missen. Is dat niet moeilijk? “Tsja, het moet wel echt je passie zijn. Het lukt, maar je moet geen gekke dingen doen.”

In augustus was er taart voor alle klanten en natuurlijk een bevriende illustrator in de winkel. Stephanie weet: “Ik besta omdat er mensen zijn die me dat gunnen.” Je moet goed zoeken, maar dan vind je rechts van de ingang het postertje met de lieve krijtletters van Mies van Hout, de illustrator van deze Kinderboekenweek. ‘Koop in de kinderboekwinkel.’

woensdag 23 september 2015

Waarom is die discussie verstomd?

Ter voorbereiding van het interview met Martha Heesen in de Volkskrant, vond ik deze oude recensie van Bregje Boonstra over Toen Faas niet thuiskwam. De recensie gaat eigenlijk meer over de vraag waarom een zekere Pjotr van Lenteren zo'n hekel aan zulke boeken zou hebben en staat - natuurlijk - weer bol van de expres iets verdraaid weergegeven standpunten. Die van mij dus. Maar van Bregje Boonstra moet je dat kunnen hebben. Ik wel in elk geval.

Literatuur zonder lezers
Was ik echt zo 'boos' als ze me omschrijft in die dagen? Ja, dat was ik wel. Alle aandacht ging al bijna twintig jaar naar dunne boekjes die niemand las. Literatuur zonder lezers. Kan dat, vroeg ik me hardop af: literatuur zonder lezers? Bregje Boonstra wreef me, niet helemaal onterecht, aan dat ik overdreef, dat die lezers er natuurlijk wél zijn. Dat erken ik. Toen ook al trouwens. Het probleem is dat het er zo ontzettend weinig zijn. Dat ze over het algemeen de veertig al zijn gepasseerd. En dat je voor die drie boekenwurmen van onder de veertien, die geïnteresseerd zijn zulke puntgave poëtische meesterwerkjes, in een heel grote spagaat moet gaan staan om nog van jeugdliteratuur te kunnen spreken. Ik denk dan eerder dat er een vorm van literatuur is ontstaan waarin het kinderperspectief literair wordt verkend, die per ongeluk wordt uitgegeven als kinderboek. Zoals Martha Heesen zegt: dat je vanuit een kinderhoofd schrijft, betekent niet dat het voor kinderen is. Ik heb niets tegen volwassenen die zulke boeken graag lezen, maar doe niet alsof er iets mis is als vrijwel alle kinderen liever wat anders uit de kast trekken. Eigenlijk zijn die boeken gewoon aan een verkeerd publiek verkocht.

Overal het zelfde verhaal, dat is niet goed
Iets wat de vorige generatie recensenten nooit heeft willen erkennen, in elk geval niet tegen mij: hoezeer een groep grijzende dames in bijna alle relevante media van die tijd de aandacht wisten te beperken tot een heel klein groepje auteurs, bijna allemaal ondergebracht bij één uitgever, en hun carrières bekrachtigden met subsidies en prijzen, waar ze niet zelden ook nog eens bij betrokken waren als adviseur of jurylid. Dat we in een jeugdliteraire Gouden Eeuw zaten, dat kinderboeken Nog Nooit Zo Geweldig Waren geweest. Ik geloof nog steeds dat die eenzijdige kijk op kinderboeken niet goed was, dat er gevarieerder aandacht moest worden besteed aan kinderboeken, en dat we af moesten van het toenemend dedain waarmee gepraat werd over succesvolle verhalenvertellers uit het verleden. Ik heb nooit geroepen om een nieuwe Dahl, Beckman of Dragt. Ik heb wel het klimaat willen bestrijden waarin schrijvers die op een vergelijkbare manier kinderboeken gingen maken, behandeld werden als mindere goden terwijl auteurs als Toon Tellegen - die door maar heel weinig kinderen worden gewaardeerd en begrepen - werden vereerd.

De strijdbijl begraven? Ja en nee.
Maar de tijden zijn veranderd. De literaire anorexia is verpletterd onder goedkoop gemaakte serie-obesitas. Graphic-novelpulp en youngadultgejodel, boeken die al marketingconcepten zijn voordat er een punt op papier staat. Tijd om de strijdbijl te begraven? Ja en nee. Met Bregje Boonstra ben ik het in grote lijnen vaak juist eens geweest. Schrijvers schrijven wat ze schrijven. Je kunt ze, als recensent, niet máken. Maar het klimaat om schrijvers heen wel. Waarom is die discussie eigenlijk verstomd? Moeten we ons inmiddels niet zorgen gaan maken over lezers zonder literatuur? Dit debat lijkt me, in een andere vorm, juist harder nodig dan ooit.

vrijdag 18 september 2015

Tonke Dragt-interview Michelle Pauli in The Guardian / Pushkin koopt Zevensprong aan

Nederlandse liefhebbers zullen niets nieuws aantreffen in het interview met Tonke Dragt in The Guardian vandaag maar een hoogtepunt voor Dragt - die om voor de hand liggende redenen al haar hele carrière in Engeland gelezen wilde worden - is het wel. De aandacht voor Dragt is naar aanleiding van het verschijnen van The Secrets of the Wild Wood op drie september. Redacteur Michelle Pauli bezocht Tonke Dragt in juli in het verzorgingshuis in Den Haag samen met Britse uitgever Adam Freudenheim. Pauli beschrijft een lichamelijk kwetsbare, maar geestelijk nog messcherpe schrijfster op de rand van haar bed, gehuld in een haar kenmerkende 'cerise caftan'. Ze verbazen zich er samen over dat dit interview niet vijftig jaar eerder al plaatsvond. Dragt vertelde eerder dit jaar in de Volkskrant hoe blij ze is met haar late Britse succes. Ook is bekend geworden dat Pushkin De Zevensprong heeft aangekocht. Hoe de titel vertaald gaat worden is nog een uitdaging, meldt Freudenheim. 'Tricky, as you might imagine.'

woensdag 24 juni 2015

Twee mooie kanshebbers voor Gouden Griffel

Negen Zilveren griffels worden er vandaag uitgereikt op de jaarlijkse MidzomerKinderboekenborrel, waarvan er zeven kandidaat zijn voor een Gouden Griffel dit najaar. Ik heb twee favorieten en stel een deal voor.

De krijtjes staken van Drew Daywalt (De Fontein)
Een van de geestigste prentenboeken in jaren, met boze brieven van krijtjes aan hun eigenaar. Alleen al om de gekte, die deze jury in de jeugdliteratuur zegt te missen, Goud waard maar buitenlanders zijn geen kandidaat voor deze prijs.

Soms laat ik je even achter van Daan Remmerts de Vries
Soms schrijft-ie wat briljants, soms niet.

Bruno wordt een superheld van Håkon Øvreås
Boek over een jongen die 's nachts in een superheld verandert. Dat klinkt een beetje flauw, maar dit gelaagde boek gaat eigenlijk over vriendschap. Won in Noorwegen al de prijs van het beste kinderboek, maar kan in Nederland niet verder komen dan Zilver.

Een afspraakje in het bos van Sylvia Vanden Heede
Een keer wat anders van de schrijfster die alom lof oogstte voor haar loepzuivere boeken over Vos en Haas. Technisch wat uitdagender, maar met dezelfde geestige ondertoon en prachtig geïllustreerd.

Hotel De Grote L van Sjoerd Kuyper
Het werkt natuurlijk niet zo, maar Woutertje Pieterse voor Bette Westera en Gouden Griffel voor Sjoerd Kuyper lijkt mij de beste deal dit jaar. Dan krijgen ze allebei wat ze verdienen.

De goochelaar, de geit en ik van Dirk Weber
Bijzonder aardig boek over een jongen die tijdens de crisisjaren van de vorige eeuw zijn vader uit de gevangenis probeert te krijgen door zelf dingen te doen die niet mogen. Maar geen goud.

Lieve Stine, weet jij het? van Stine Jensen
Beetje teleurstellend want al te kortaf columnistisch kinderboekendebuut van de bekende televisiefilosoof. Dit Zilver had moeten gaan naar concurrent Janny van der Molen, die vorig jaar het veel doordachter filosofieboek Grote gedachten uitbracht.

Hoe ik per ongeluk een boek schreef van Annet Huizing
In elk geval de geestigste titel van het afgelopen jaar. Een interessant debuut over een meisje dat om haar overleden moeder treurt en een boek probeert te schrijven. Een Vlag en Wimpel was logischer geweest.

Doodgewoon van Bette Westera en Sylvia Weve
Zie boven. Verdient Goud, maar ik stelde al een andere deal voor.

vrijdag 19 juni 2015

Net uit: Joëlle Jolivet Hier in Parijs

Ja, wat moet ik hier nu over zeggen. Hier in Parijs is gewoon weer heel erg mooi. Eerdere boeken waren misschien wat directer aantrekkelijk voor kinderen, maar zeker als een bezoek aan Parijs er aan zit te komen (of al gaande is) dan mag dit boek niet aan de collectie ontbreken. Wel blijft de prangende vraag: mag ik dit nu inkleuren of niet? Zelf heb ik daar geen enkele behoefte aan, maar ik ken er een paar...

donderdag 18 juni 2015

Net uit: Wim Bos De bende van Lijp Kot

Een opvallend debuut in de eindeloze stroom geschiedkundige fictie die jaarlijks over kinderhoofden wordt uitgestort (en met plezier geconsumeerd):
De bende van Lijp Kot van Wim Bos, die in het dagelijks leven kinderen rondleidt in historisch Amsterdam. Dat heeft als groot voordeel dat hij weet wat kinderen boeit en dat merk je aan de pittige inhoud van zijn verhaal over visbezorger Pontus die ten onrechte wordt beschuldigd van een moord en terechtkomt bij de bende van Lijp Kot. Bos valt te plaatsen in de buurt van Rob Ruggenberg, die met onverbloemd ruige passages succesvol de gebruikelijke braafheid uit dit populaire genre blaast. En dat is nodig. Jammer genoeg doet Bos wel heel erg zijn best om geschiedenislesjes en authentieke woorden in het spannende verhaal te verwerken, wat de toon nog wat krampachtig maakt.

woensdag 17 juni 2015

Net uit: Emiel de Wild Wie ik ben

Het vervolg op het meer dan prima debuut van Emiel de Wild is eindelijk uit. Wie ik ben begint meteen spannend met bokkige jongeren die vooral druk zijn met niet naar school hoeven, diepzinnige dialogen met mooiste meisjes ('Hé!' 'Hé!') en de aanschaf van werpsterren. Tot ze horen van de zelfmoord van een klasgenoot. De Wild steekt meteen in het eerste hoofdstuk Derk Visser naar de kroon, en dat is ook al niet de minste. Sterker nog, van mij mag er veel meer van dit.

dinsdag 9 juni 2015

Floortje Zwigtman Een groene bloem weer in druk

Een groene bloem, de magistrale Victoriaanse trilogie van Floortje Zwigtman is weer in druk, doorschijnend Bijbels dundruk zelfs - en dat is nodig om het in één pil van meer dan 1600 bladzijden te krijgen met een nawoord, een nieuw verhaal, diverse appendices en een bekentenis. Onder het lezen de rug van je partner wrijven is er voor wie dit boek voor het eerst gaat lezen of nog maar een keer de komende maand niet bij. Waarom dat zulk goed nieuws is? Hierom, hierom en hierom. Een nieuwe sfeer, bij een nieuwe uitgever. Dat is goed, denk ik, omdat Een groene bloem niet thuishoort in een niche.

donderdag 4 juni 2015

Net uit: Thé Tjong-Khing Kunst met taart

Kijk, zo moet het, kinderboekenkunst over grotemensenkunst: Kunst met taart. Thé Tjong-Khing snapt kleuters: hun humor, hun belangstelling voor verliefdheidjes, lekker eten, ongelukken en geweld, hun oog voor detail. Wat Kriek en Van Blerk veel minder goed lukt, daar slaagt Khing wél. Mevrouw Hond, bekend uit de Waar is de taart?-serie valt bij het bekijken van een boek over grote kunstenaars in slaap en heeft een spannende, koortsachtige droom, waarin al haar vrienden en kennissen terugkeren in een woeste achtervolging. In het decor zien we knipogen naar Picasso, Munch, Braque, Hokusai, Magritte, Dalí. Geestig eerbetoon, maar ook gewoon leuk als je daar nog niets mee hebt. Nog, want na dit boek is de kans dat dat verandert stukken groter.

dinsdag 2 juni 2015

Nog niet zo lang uit: Kriek / Van Blerk Een prachtige dag

Jammer van de sterke illustraties van Erik Kriek, die de beeldtaal van Edvard Munch en die van Vincent van Gogh prachtig laat versmelten met die van hemzelf. De striptekenaar en illustrator is onder meer bekend van het recente, zeer geslaagde Lovecraft-bewerking Het onzienbare en andere verhalen, waarvan de angstaanjagende sfeer ook een beetje terugkomt in dit prentenboek, dat eindigt met een verwijzing naar Munch's beroemdste schilderij De schreeuw. Maar had er een goede schrijver opgezet en niet senior educatiemedewerker van het Van Gogh-museum René van Blerk, die er een raar verhaaltje bijschrijft dat nauwelijks meer doet dan vertellen wat we op de illustraties zelf al kunnen zien. Het resultaat is een droom van Munch over de tien jaar oudere Van Gogh, die hij in werkelijkheid nooit ontmoet schijnt te hebben. Tijdens een prachtige dag op het strand schilderen ze allebei iets anders: Van Gogh wat hij ziet, Munch wat hij zag. Als hulpmiddel bij het vak kunstgeschiedenis voor kinderen - met uitgebreide toelichting van een kundig docent - wellicht bruikbaar, maar voor kinderen die bijvoorbeeld niet weten dat de bloot schilderende Munch in werkelijkheid ernstig depressief was, weinig boeiend. Te secundair geworden. Jammer. Smaakt wel naar meer, maar dat komt er niet uit. Leuk ideetje dat weinig kans maakt om verder te komen dan de museumwinkel.

***** (5) voor Simon van der Geest Spijkerzwijgen

Spijkerzwijgen is er zo een waarbij je op de eerste bladzijden voelt: deze zou wel eens helemaal gelukt kunnen zijn. Het boek werd een half jaar uitgesteld omdat Simon van der Geest het kinderboekenweekgeschenk mocht gaan schrijven, een boekje met een nachtmerrieverwekkende oplage en bijpassende deadline, maar het moet toch bijna af geweest zijn want snel nadat hij dat boekje voltooide kwam Spijkerzwijgen uit. Als hij dan last heeft gehad van te veel hooi op zijn vork, dan is dat nauwelijks te merken. Halverwege wordt het boek iets gehaast, iets slordiger dan in het begin maar dat is dan ook alles. Belangrijker is dat het inhoudelijk zo goed gelukt is. Van der Geest heeft de neiging om boeken te overladen en vervolgens veel te weinig spanning mee te geven. Er gebeurt dan veel in de diepte, maar te weinig aan de oppervlakte. Spijkerzwijgen is juist op dát punt goed gelukt: de avonturen van Vonkie, die bij haar opa gaat logeren zodat haar ouders kunnen besluiten of ze bij elkaar blijven of niet, is ronduit meeslepend en wie het aan het einde droog houdt, heeft geen hart. Lees dat boek.

woensdag 6 mei 2015

Net uit: Simon van der Geest Spijkerzwijgen

Spijkerzwijgen zou wel eens technisch zijn beste tot nu toe kunnen worden. De twaalfjarige Vonkie gaat bij haar opa op de boerderij logeren, zodat haar ouders rustig ruzie kunnen maken en bepalen of ze met elkaar door willen. Opa vertelt Vonkie het ene na het andere verhaal over zijn jeugd en Vonkie ontdekt dat de boerderij bepaald niet zo saai is als gedacht.Leunt wel erg op de grote jeugdliteraire voorbeelden, maar dat doet Van der Geests vertelgeweld - iets vertraagd doordat hij ook nog 'even' het kinderboekenweekgeschenk moest schrijven - vooralsnog niets af. Lees dat boek.

dinsdag 5 mei 2015

De echte Tweede Wereldoorlog, maar nu écht

Over weinig periodes in de geschiedenis is zo veel geschreven als over de Tweede Wereldoorlog. Gaan de boeken die dit jaar verschijnen nog altijd over verzetshelden, onderduikers en NSB-kinderen? Vaak wel, maar de toon verandert. Voor tijdschrift Lezen zette ik eerder dit jaar zes opvallende titels op een rij.

Het is moeilijk voor te stellen dat er nog iemand rondloopt die van de Tweede Wereldoorlog helemaal niets weet. Daar hebben horden jeugdboekenschrijvers wel voor gezorgd. Hoorden we in het begin vooral heldenverhalen, sinds de jaren tachtig van de vorige eeuw was er veel aandacht voor leren van wat we toen verkeerd hebben gedaan. Sindsdien hebben we ons verplaatst in zo’n beetje ieder perspectief dat op de oorlogsjaren denkbaar is. Toch zijn er wel nieuwe trends en ontwikkelingen. Zo is het aanbod aan goede oorlogsnon-fictie voor kinderen opvallend. Alle onderstaande boeken hebben een bijzondere relatie met de werkelijkheid en weten wat nieuws te vertellen over een tijd waar alles over verteld lijkt.

1. Mijn vriend Hitler, Piet De Loof, Abimo, 16+

Mag je Hitler als mens laten zien? Jeugdboekenschrijver Piet De Loof vindt van wel. In Mijn vriend Hitler vertelt hij hoe August Kubizek in zijn tienerjaren met de latere dictator bevriend raakt tijdens een Wagner-opera, waar ze hun zinnen op dezelfde staanplek hebben gezet. Ze delen een grote liefde voor muziek. August wil dirigent worden, Adolf schilder. Als ze samen naar Wenen gaan, wordt August meteen aangenomen op het conservatorium en Adolf tot twee keer toe afgewezen. In het kleine huurappartement, dat Adolf geregeld heeft, wordt de spanning steeds moeilijker te verdragen. Mijn vriend Hitler, onder meer gebaseerd op een boek dat Kubizek later over zijn vriend schreef, heeft wat last van dweepzucht maar geeft een indringend tijdsbeeld en sleept vanaf het begin af aan mee. Ik gaf Mijn vriend Hitler vier sterren in de Volkskrant.

2. Verhalen uit Verzetsmuseum Junior, Karen Tessel e.a., 8+

Echter gebeurd kan niet. De kinderen in het dit boek hebben de oorlog zelf meegemaakt. Henk als gewone jongen, Eva als Joods meisje, Jan als zoon van een verzetsdominee en een Nelly bij de Jeugdstorm. Doordat de hoofdstukken steeds op dezelfde manier zijn opgebouwd, kun je hun oorlogservaringen vergelijken. Vooral indrukwekkend is de moed van NSB-dochter Nelly, die nog steeds niet vindt dat ze iets verkeerd gedaan heeft. Henk beleeft jongensavonturen en vertelt een paar leuke Duitsermoppen. Het concentratiekampverhaal van Eva krijgt diepgang met persoonlijke details en de schilderijen die haar vader en haar broer tijdens het onderduiken hebben gemaakt. Verzetsheld Jan komt verrassend genoeg minder sympathiek over: hij heeft de meeste goede raad van iedereen voor kinderen van nu. Dit vorig jaar in eigen beheer van het museum uitgeven prachtige non-fictieboek over wat oorlog met kinderen doet, verdient bredere verspreiding.

3. Elke dag een druppel gif, Wilma Geldof, Moon/The House of Books, 14+

Elke dag een druppel gif gaat ook over een NSB-kind, maar heeft een origineel perspectief. De negentienjarige Maarten krijgt een paar jaar na de oorlog een vriendin met een uitgesproken mening over goed en fout in de oorlog en ontdekt dat hij niet langer kan zwijgen over zijn eigen geschiedenis. Wat het voor hem lastig maakt is dat juist de tijd dat hij op de Reichsschule in Valkenburg zat zo gelukkig was. Na jaren gepest te zijn, geniet hij daar van de kameraadschap, het sporten en de vele muziek. De rest van de wereld lijkt er ver weg. De school, die raszuivere kinderen wilde opvoeden tot ideale nazi’s heeft echt bestaan en was onderwerp van een uitzending van Andere Tijden.

4. Valavond, Marita de Sterck, Querido, 16+

Niemand anders dan Marita de Sterck kan geschiedenisverhalen zo warm maken dat je er opgewonden van raakt. In de aanloop naar de Tweede Wereldoorlog wordt de zestienjarige boerenweesdochter Jeanne verliefd op bakker Stan die weer dingt om de gunsten van Marieke. Een en ander speelt zich af in Mariaburg, op de baan tussen Antwerpen en Bergen op Zoom, waar de Antwerpse prostitutie naartoe verhuist als die in de binnenstad verboden wordt. Marita de Sterck tekende de verhalen op uit de monden van hoogbejaarde bewoners van de wijk en bewerkte ze. Valavond is een meerstemmige roman over een broeierige buurt waar als de avond valt en de burgers gaan eten, het leven pas echt begint. Tussendoor is het ook nog oorlog.

5. Een aap op de wc, Joukje Akveld en Martijn van der Linden, Van Hoogland & Klaveren, 8+

Tijdens de bombardementen van mei 1940 vinden een kleine duizend Rotterdammers de dood en raken er tachtig keer meer dakloos. Maar er waren ook slachtoffers waar veel minder over bekend is: de dieren van de Rotterdamsche Diergaarde. Gelegen vlakbij station Delftse Poort, het latere Rotterdam Centraal, werd de dierentuin meerdere malen geraakt door bommen. Wat moet je een leeuw als er geen eten meer is en ook geen hok? En hoe liep het af met de zwarte neushoorn Kali, de beren Hans en Grietje en de hele familie chimpansees? Journaliste en kinderboekenschrijfster Joukje Akveld zocht uit hoe de directeur, de oppassers en de dieren de oorlog doorkwamen en schreef er dit originele oorlogsboek over: Een aap op de wc. Met prachtige platen van Martijn van der Linden. Ik gaf Een aap op de wc vier sterren in de Volkskrant.

6. De bevrijding van het Stedelijk, K. Schippers en Daan Remmerts de Vries, Querido, 6+

Dichter K. Schippers (1936) bezoekt kort na de bevrijding als achtjarige jongen voor het eerst het Stedelijk Museum. Er staan dan nog bunkers op het museumplein en binnen wordt druk gewerkt aan nieuwe tentoonstellingen. Het Stedelijk is de hele oorlog gewoon open geweest en heeft daartoe moeten samenwerken met de Kultuurkamer, maar ook subtiel verzet pleegde door tentoonstellingen met niet gelijkgeschakelde schilders op de achtergrond. Of een modetentoonstelling met ‘moffen’ op de aankondigingsposter. Mooi zijn de persoonlijke noten. K. Schippers vertelt hoe zijn moeder na de hongerwinter musseneieren bakt. Dat levert ongetwijfeld een van de mooiste tekeningen uit het oeuvre van Daan Remmerts de Vries op: een pan met vier piepkleine spiegeleitjes. Je krijgt er honger van.

zaterdag 2 mei 2015

**** (4) voor Akveld & Van der Linden Een aap op de wc

In de online-versie van mijn recensie Een aap op de wc ontbreekt (nog) de laatste alinea van mijn bespreking: 'Het is moeilijk voor te stellen dat er nog iemand rondloopt die van de oorlogsjaren niets af weet. Daar hebben horden jeugdboekenschrijvers wel voor gezorgd. Het ongewone oorlogsboek en al even ongewone dierenboek Een aap op de wc is van al die titels die dit voorjaar uitkomen wel de verrassendste en indrukwekkendste.' Dat je het alvast weet.

donderdag 23 april 2015

*** (3) voor Zaza Snotapen

Snotapen is het kinderboekendebuut van cartoonist Zaza, die zichzelf inderdaad heeft vernoemd naar de kakkerlak van Annie M.G.'s Pluk. Een puur kinderboek is desondanks niet geworden. Eerder een pastiche daarop gebleven. Zaza verzint verhalen bij klassieke gravures uit de tijd van Jules Verne, die hij bij antiquariaten in oude boeken vindt, scant en bewerkt. Ze zijn bij vlagen geestig, maar meestal een beetje flauw en vooral: duidelijk razendsnel geschreven. Dat wil niet zeggen dat er niet veel aan te beleven is voor kinderen, maar wat Schmidt wel kon - twee publieken naast elkaar vermaken - blijkt niet een kunstje dat je zo gemakkelijk nadoet. Meer voor Zaza-fans dan voor kinderen dus, deze bewust opgezochte ongemakkelijkheid.

woensdag 15 april 2015

Net uit: Edward van de Vendel en Roy Looman Het kankerkampioenschap voor junioren

Soms weet je het meteen op de eerste bladzijde. Het kankerkampioenschap voor junioren. Met Roy Looman, nu 20. De Duitse vertaling is al geregeld. Snap ik. Meer zeg ik nog niet. Deze moet je zelf lezen.

woensdag 8 april 2015

Net uit: Charlotte Dematons Holland op z'n mooist

Je moet waarschijnlijk uit een ander land komen om te zien hoe mooi het onze is. Charlotte Dematons heeft zich daar sinds haar succesprentenboek Nederland interessant over uitgesproken en in Holland op z'n mooist, gemaakt voor het Gemeentemuseum Den Haag, komt haar liefde tot een hoogtepunt. Als iets haar tijdens haar opleiding tot illustrator heeft geïnspireerd, is het wel de Haagse School. Uren kan ze praten over kleurcombinaties voor de realistische weergave van licht, wolken en ijs. Wat zal ze een lol hebben gehad met het naschilderen van de oude meesters, maar wat zal het ook een uitdaging zijn geweest. Het licht in het weiland na een onweer (W. Roelofs, De regenboog, Veenweg bij Leidschendam) is indrukwekkend. En daar dan een dik mannetje met een baard doorheen laten fietsen, achter zijn nieuwe liefde aan. Komt dat zien, komt dat zien.

woensdag 25 maart 2015

Prachtige voorleesprentenbundel voor negentigste verjaardag Paul Biegel

Hij zou 25 maart negentig zijn geworden, de allergrootste hedendaagse sprookjesverteller van Nederland, Paul Biegel. Om hem te eren heeft uitgeverij Lemniscaat een prachtige voorleesprentenbundel (***** in de Volkskrant) uitgegeven met zeven korte verhalen die in de jaren zeventig verschenen in leesmethodes en verhalenbundels en grotendeels niet of zeer moeilijk verkrijgbaar zijn. Een aanrader voor liefhebbers én voor wie nog met deze verhalen kennis moet maken. Ze zijn nog altijd een levend bewijs van het uitzonderlijke talent van Biegel om in heel weinig woorden een verhaal te vertellen dat je meeneemt en voor altijd bijblijft.

Vriens neemt afscheid als kinderboekenambassadeur

Kinderboekenambassadeur Jacques Vriens heeft ter afsluiting van het plenaire programma van het jaarlijkse congres Lezen Centraal zijn ambtsketen overgedragen aan Jan Paul Schutten.

Vertel of lees elke dag één spannend avontuur
Hij doet dit met een verwijzing naar zijn favoriete boek Het sleutelkruid van Paul Biegel, die vandaag negentig jaar zou zijn geworden. Vriens citeert de wonderdokter, die tegen de verzorgers van de stervende Mansolein zegt: ‘Het hart van de koning moet éénmaal per dag flink kloppen, dan haalt hij het misschien. Vertel hem elke dag een spannend avontuur, voor hij naar bed gaat.’ Woorden die actueel zijn in een tijd waarin kinderen meer dan ooit worden geconfronteerd met 'welwillende botheid'. De andere favoriete auteur van Vriens, An Rutgers van der Loef, gebruikte die woorden al in de jaren zeventig, toen er nog veel meer gelezen werd dan nu.

'Stoffige bibliotheken', maar ook veel creatieve oplossingen
Zijn advies staat in schril contrast met de tijd die er in werkelijkheid op pabo's en scholen wordt gestoken in vrij lezen. Vriens verbaast zich in zijn afscheidsrede over de stoffige toestand waarin hij tijdens zijn twee ambtsjaren veel schoolbibliotheken aantrof, de gebrekkige interesse van veel jonge leraren voor dit onderwerp en het veelgehoorde argument dat er voor leesplezier 'gewoon geen tijd is'. Gelukkig heeft hij ook veel goede, creatieve ontwikkelingen gezien. Het zit 'm, blijkens zijn opsomming, vaak in kleine, slimme oplossingen. Zoals kinderen die een saai boek te pakken hebben toestaan om die dezelfde dag nog te ruilen. Of juffen die niet goed kunnen voorlezen, maar het lef hebben om dat toe te geven en een voorlees-cd op te zetten en de klas twee keer per week in de stemming te brengen met dichte gordijnen en kaarsjes. Wat je maar kunt verzinnen om als school te zeggen: wij vinden lezen belangrijk.

Niet voor lezen? Dan voor de samenleving
Voor wie nog niet overtuigd is, haalt hij de woorden van Jet Bussemaker aan, die onlangs in Parijs op een bijeenkomst van onderwijsministers betoogde dat school een plek is waar kinderen elkaars achtergronden leren kennen en respecteren en opgroeien tot democratische burgers. Natuurlijk helpt het lezen van boeken daarbij, stelt Vriens. 'En de school is zo langzamerhand nog de enige plek die leerlingen daarvoor de rust kan geven.' Om daarna te pleiten voor meer tijd voor stil lezen op school, meer dan een minor over lezen op de pabo, meer prioriteit voor lezen bij beleidsmakers op het ministerie en meer aandacht in de krant voor boeken die kinderen graag lezen.

Lees het hele verhaal op de site van Jacques Vriens.

dinsdag 24 maart 2015

Martha Heesen krijgt Theo Thijssen-prijs

Martha Heesen (66) krijgt in september de Theo Thijssen-prijs voor haar hele oeuvre. Deze voormalige staatsprijs, een geldbedrag van 60.000 euro, wordt eens in de drie jaar uitgereikt en staat gelijk aan de P.C. Hooft-prijs. Heesen schrijft dromerige kinderboeken als Mijn Zusje is een monster (2000), Toen Faas niet thuis kwam (2003) en Watson, of Hoe je een meisje verovert met 23 uitvindingen en 1 muis (2007).

Heesen schreef haar oeuvre 'bijna ongemerkt' bij elkaar, merkt de jury op. Hoewel recensenten over het algemeen zeer lovend zijn over haar werk en ze aan het begin van deze eeuw drie keer op een rij een Zilveren Griffel won, kwam het tot nu toe nog nooit tot de hoogste bekroning. In Vlaanderen heeft ze meer succes, daar won Watson de prijs van de Kinder- en Jeugdjury en met Toen Faasen niet thuis kwam een Gouden Uil. De Theo Thijssen wordt op 24 september uitgereikt in het Letterkundig Museum.

zaterdag 14 maart 2015

**** (4) voor Piet De Loof Mijn vriend Hitler

Van alle boeken die je kunt lezen ter gelegenheid van vijfenzeventig jaar Tweede Wereldoorlog, lees in elk geval Mijn vriend Hitler van Pieter De Loof. Een 'meeslepend, licht beklemmend jeugdportret van de grootste misdadiger van de vorige eeuw door de ogen van diens beste en misschien wel enige vriend.' Mijn bespreking staat vandaag in de Volkskrant.

woensdag 11 maart 2015

Net uit: 2 x Hagen + Dematons = Nooit denk ik aan niets

Eindelijk is-ie er dan, het boek dat de woordcombinatie 'sensationele kinderdichtbundel' heel even mogelijk maakt: Nooit denk ik aan niets van Hans en Monique Hagen en Charlotte Dematons. Kan het de concurrentie met Jij bent de liefste (2000) aan vraagt u? Kom. Verspil uw tijd niet met dat soort vragen. Wat doet u hier nog? Naar de winkel. Allez-hop!

dinsdag 3 maart 2015

Barbapapabedenker Talus Taylor (1933-2015) overleden

Nog altijd charmant, maar niet meer van deze tijd: Barbapapa, het roze blubber- wezen dat zich in alles kon veranderen wat hij maar wilde maar toch het liefs rondliep als een soort uit de kluiten gewassen amoebe. De naam barbe à papa betekent in het Frans zoiets als suikerspin. Zijn bedenker biologieleraar Talus Taylor (1933-2015) overleed, zo werd gisteren eind van de dag bekend, twee weken geleden op 19 februari. Het eerste boek over Barbapapa verscheen in 1970 bij de Nederlandse uitgever Frank Fehmers. Barbapapa was sinds 2009 met een terugkeer bezig bij uitgeverij Gottmer en sloeg aan bij de kinderen van de generatie die er toen groot mee werd. Moralistisch, suikerzoet, knullig getekend maar nog altijd razend aantrekkelijk voor peuters en kleuters liet hij opnieuw zijn ideale wereld zijn: samen met de dieren en de natuur, ver van de stad en machines. Die heb je ook niet nodig als je in alles kunt veranderen. De televisieserie, die drie seizoenen omvat, was in 2006 nog te zien en gaat waarschijnlijk nog een lang leven op YouTube tegemoet. Zijn vrouw Annette Tison (1942), met wie hij Barbapapa samen bedacht, leeft nog. Over hun leven is erg weinig bekend.

maandag 2 maart 2015

Net uit: Carl Hiaasen Hap!

‘Poeh! Nooit laten merken dat je bang bent. Dat voelen dieren aan,’ zei Derek. ‘Weet je eigenlijk wel hoe doodsangst ruikt?’ ‘Niet echt. Naar asperges?’ Je moet een sterke maag hebben en niet bang zijn voor slangen. Dat zijn de helden in Hap! namelijk ook niet en het is nog maar de vraag of dat terecht is. Het kan niet anders of Carl Hiaasen is terug, de columnist en thrillerschrijver uit Florida wiens hart zo hard klopt voor de natuur in het algemeen en alligators in het bijzonder. Zijn kinderboekendebuut Uil (Lemniscaat, 2003) was een klein succes in Nederland. Hij zat daarna zeker niet stil maar zijn latere kinderboeken vonden geen uitgever. Tot Hap!, opnieuw onweerstaanbaar vormgegeven en even spannend als vermakelijk. Wahoo, vernoemd naar een zoutwatervis en een worstelaar, heeft het zwaar te stellen met zijn vader, die door een bevroren leguaan op zijn hoofd arbeidsongeschikt is geworden. Dus moet Wahoo maar proberen om geld te verdienen met de typische moerasdieren in hun tuin. En dat is geen sinecure. Eerder verloor hij al een duim tijdens het voeren van krokodil Alice. Als zijn vader met python Beulah speelt, wordt hij bijna gewurgd en in zijn geheel doorgeslikt, omdat Wahoo vergeten is de slang te voeren. Geen nood: men neme een fles goedkope whiskey en giete die in de keel van de slang. Televisiester Derek, die namaak-survivalseries maakt, ziet wel brood in de moordlustige dierentuin en als hij samen met zijn senior producer aan de slag gaat, loopt alles pas echt uit de hand. Geen hoogstaande literatuur, wel een hilarische good read die zorgt dat je na het lezen voorlopig geen trek meer hebt.

donderdag 26 februari 2015

Net uit: Martine Bijl Er was eens een prins en die wou een prinses

Lichte verontwaardiging onder kinderboekenliefhebbers: wordt er eens een kinderboek in DWDD besproken, is het van een Bekénde Néderlander! Geteutebel, maar niet helemaal onbegrijpelijk - kinderboekenschrijvers raken nu eenmaal niet bekend als in de wereld van Matthijs van Nieuwkerk alleen Bekende Nederlanders kinderboeken schrijven. Overigens besteedde het boekenpanel wel degelijk aandacht aan boeken die dat om literaire en artistieke merites verdienen, zoals Het raadsel van alles wat leeft van Jan Paul Schutten en Floor Rieder, lang voor het een Gouden Griffel en een Gouden Penseel won. In het geval van Martine Bijl gaat het, net als bij het milieukinderboek van leesprinses Laurentien, toch echt om Martine Bijl en niet om wat ze geschreven heeft. Want moet je de boeken van Bijl hebben? Neuh. Bijl begon in de jaren zeventig met het schrijven en voorlezen van Eftelingsprookjes. En daar is het bij gebleven. Niet onverdienstelijk maar bepaald niet met haar tijd meegegaan. Haar talent ligt in het voorlezen, de sprookjes-in-verzen zelf hebben last van flauwiteiten en rijmdwang en blijven, hoe sympathiek ook, naast hedendaags topwerk van Joke van Leeuwen, Hans en Monique Hagen, Sjoerd Kuyper, Ted van Lieshout en Bette Westera niet overeind. Er was eens een prins en die wou een prinses is luxe uitgegeven en Noëlle Smit verdient een pluim voor de smaakvolle prenten en het overtuigende omslag. Dat kan niet verhullen wat Bijl zelf ook wel weet: 'En het jongste geitje was een held! / Ziezo, nou ben ik uitverteld.'

woensdag 25 februari 2015

Achterstallig onderhoud: Robert Wolfe Bangschool

Eind vorig jaar blijven liggen: Bangschool van Robert Wolfe. Wolfe is mijn soort schrijver: zijn avonturen beginnen in de alledaagse, Hollandse werkelijkheid, waarin zijn helden een deurtje weten te vinden naar een ándere werkelijkheid. De lezer kan dat, als hij goed zoekt, ook vinden. En dus kijk je de volgende dag met andere ogen naar de wereld om je heen. In Bangschool volgt de eenzame Mads Wester een spoor dat speciaal voor hem getrokken is - 'als met een frietje in de appelmoes' - en ontdekt bruggetjes en steegjes tussen flatgebouwen die hij alleen kent. Zo komt hij terecht in een school waar je leert om bang te zijn. Écht bang zijn. Als hij slaagt voor zijn toelatingsexamen wil Mads nog maar één ding: wegwezen. Robert Wolfe (1967) werd geboren in Australië en groeide vanaf zijn achtste op in Nederland. Net als Roald Dahl is hij een schrijver met een vliegbrevet. Die Angelsaksische bravoure en fantasie zie je terug in zijn boeken. Maar de belofte die ik meende te zien in zijn verrassend intelligente en onderhoudende debuut Joshua Joshua Tango deed, maakt Robert Wolfe in zijn latere boeken niet écht waar. Hij blijft te veel hangen bij wat grote schrijvers al gedaan hebben. Wat geen reden is om er niet lekker mee door te gaan. Fijn om te lezen blijft het.

maandag 23 februari 2015

Paddington: jamzoete multicultiheld

Ik heb de boeken gelezen dus ik had me ingesteld op een uurtje tukken in de bioscoop, maar dat kun je wel vergeten met Paddington. Het verhaal van het lievige beertje dat zich overal in de nesten en er ook weer uit werkt is verpotteriseerd tot een stoere actiefilm. Wat helemaal goed wordt gemaakt door de stemmen van Freek Vonk als mislukte ontdekkingsreiziger met spraakgebrek en Charlotte Dematons als plat Amsterdams pratende huishoudster mevrouw Vogel, die wel een borreltje lust. Belangrijkste verschillen met de boeken zijn de structuur en de boodschap. In A bear called Paddington (1958) komt de sympathieke beer met een vaag verhaal (zijn tante is in Peru naar een oudeberenhuis gegaan) bij de familie De Bruin terecht. Hij wordt vrijwel meteen geaccepteerd, hoewel hij niets van de Britse beschaving begrijpt. Hij raakt elke keer als hij wat nieuws meemaakt (in bad gaan, winkelen, roltrap, toneelvoorstelling) spectaculair in de problemen en weet zich hier altijd weer op charmante manier uit te redden. Spectaculair, uiteraard, naar maatstaven van de Britse jaren vijftig. Vandaag gelezen, komen de verhalen wel wat ouderwetsig en nuffig over. Elk verhaal is een afgerond avontuur, heel geschikt om vanaf een jaar of vijf voor te lezen. Daar kun je eindeloos nieuwe bij verzinnen en dat is ook precies wat voormalige BBC-cameraman Michael Bond gedaan heeft. De film maakt er, uiteraard, één geheel van met een voorgeschiedenis (Paddington groeit op in een marmeladefabriek in Peru die verwoest wordt door een aardbeving), een exposé (Paddington gaat in bad en met de roltrap) en daarna een spannend verhaal met een Cruella de Vil-achtige slechterik. Waar het boek over klassieke Britse waarden als gemoedelijkheid en vormelijkheid gaat, is de boodschap van de film een warm pleidooi voor de multiculturele immigratiestad die Londen is: iedereen is anders, maar we zijn één grote familie. In onze eigen jeugdliteratuur is Paddington geen onbekende. Een Nederlandse versie verscheen in 1959 bij Ploegsma, al een jaar na de eerste editie in Engeland. De titel nog koddig letterlijk vertaald Een beer die Paddington heette. Na jarenlang bij Unieboek ondergebracht te zijn, verscheen vorig jaar een filmeditie met de oorspronkelijke illustraties bij Moon. Michael Bond - die de film 'true to the spirit of the books' noemt, wat je ook kunt lezen als: 'er klopt geen bal van' - is bezig met een nieuwe aflevering van de serie. Het veertiende deel als ik goed geteld heb.

woensdag 18 februari 2015

Net uit: Monique Samuel Dansen tussen golven traangas

Geweldig, natuurlijk, de éérste oorspronkelijk Nederlandstalige jeugdroman over de Arabische Lente. Misschien wel de eerste jeugdroman over dit onderwerp ter wereld? In Dansen tussen golven traangas vertelt Midden-Oostendeskundige Monique Samuel over haar vaderland Egypte, waar vier jongeren elk op hun eigen manier betrokken raken bij de revolutie van 2011. Mohammed moet het kruidenierszaakje van zijn vader overnemen, maar wil liever dansen. Zijn beste vriend (of meer dan dat?) Abdelrahman wordt steeds geloviger en wil iets gaan doen aan de corruptie in zijn land. De christelijke Samya is verliefd op Mohammed. Maar ja, die is dus moslim. Layla, Mohammeds zus, is net begonnen met bloggen, maar wil liever de straat op. Kan ze vergeten, want ze is een meisje. Door Samuels deskundigheid en persoonlijke betrokkenheid voelt het verhaal meteen dichtbij. De details kloppen. We lezen van binnenuit en door jonge ogen over wat er gebeurt in het Midden-Oosten en dat maakt best indruk. Best. Want wat jammer dat Samuel bij al dat nieuws zo'n voorspelbare, obligate vorm kiest. Het is alsof Thea Beckman naar Caïro is gevlogen en het kunstje dat ze zo vaak in de Middeleeuwen deed ('ik ben jong en ik wil wat, maar mag niet van mijn vader') verplaatst naar het Egypte van vandaag. Van die schematische jongeren in schematische situaties waar we wel van móeten houden, want ze willen vrij zijn, net als wij. En dat is, zelfs als je voor jongeren schrijft, een te gemakkelijke vertelstrategie om écht te raken.

dinsdag 10 februari 2015

Woutertje Pieterse begint met nomineren; de vijf kandidaten in het kort

Het was even spannend of de WeePeePee het zou gaan halen dit jaar, maar met een nieuwe sponsor gaat de kwaliteitsprijs met de meest riante vergoeding voor één jeugdboek (€ 15.000!) op 11 april gewoon weer uitgereikt worden. Nieuwigheidje: nominaties. Tot nu toe onthulde de jury soms in haar lofrede andere titels, nu gaan de kandidaten openlijk de 'strijd' aan.

De Duik, Sjoerd Kuyper en Sanne te Loo (Lemniscaat) Kuyper is erg productief geweest in 2014 en publiceerde naast het bejubelde Hotel de grote L ook het intieme, prachtig geïllustreerde De Duik. Een even geheimzinnig als poëtisch verhaal over een brug die je, als je eronderdoor duikt, naar het verleden brengt.

De gans en zijn broer, Bart Moeyaert en Gerda Dendooven (Querido) Van die boeken die er (enigszins) uitzien als een kinderboek, van een kinderboekenuitgeverij komen en van een auteur die al jaren doet alsof hij voor kinderen schrijft. Doet-ie niet. We praten hier over een kwaliteitsprijs en de kwaliteit van dit boek is natuurijk o-ver-wel-di-gend. Maar het zou leuk zijn als er ook jonge lezers aan te pas komen. Daar blijft Woutertje Pieterse maar mondjesmaat in geïnteresseerd. Voor bij de koffie na het vergaderdiner. Om snel over op te houden.

Soms laat ik je even achter, Daan Remmerts de Vries (Querido) De titel alleen al. Het strekt WPP-kandidaten tot voordeel vaak het woord 'soms' te gebruiken. Lekker vaag. Doet Daan Remmerts de Vries (die tussendoor ook wel eens iets geweldigs doet) graag aan. Geldt hetzelfde voor als hierboven: wees gewoon eerlijk en val kinderen er niet mee lastig.

Doodgewoon, Bette Westera en Sylvia Weve (Gottmer) De favoriet voor deze prijs, als ik de uitslag mocht bepalen. Prachtige verzen van Westera, die hard op weg is dé kinderdichteres van Nederland te worden. Vooral de afwisseling is fijn: naast tranentrekkers ook hele luchtige observaties. Het zou zo maar eens kunnen dat over een jaar op begrafenissen voor en door kinderen vaak uit dit boek geciteerd gaat worden. Ook favoriet vanwege de eigenzinnige illustraties en vormgeving. Iets té eigenzinnig, wat mij betreft, maar daar gaat de jury niet mee zitten.

Honderd uur nacht, Anna Woltz (Querido) Anna Woltz wordt steeds beter en dit boek is absoluut een hoogtepunt, al was het maar omdat de schrijfster tijdens de orkaan zelf in New York was en weet waar ze over schrijft. Dat is in jeugdboeken nogal eens niet zo. Misschien te 'young adult' (gepuber, geboos, gesocialmedia en gezoen - en dat alles in een alle kanten op gistende mix) voor een Woutertje Pieterse, maar wel goed geschreven en lekker gemeen.

maandag 5 januari 2015

Tonke Dragt: ‘Nu ik in Engeland ben, is mijn werk eindelijk klaar’

‘Nu ik in Engeland ben, is mijn werk eindelijk klaar’

‘Zo. Nu hou ik op met klagen’, zegt Tonke Dragt na een kwartier onafgebroken praten. De 84-jarige kinderboekenschrijfster is net met veel gedoe verhuisd naar een ander particulier verzorgingshuis in Den Haag, omdat de vorige failliet ging. Haar artrose is verergerd, ze kan nauwelijks lopen en ze heeft een maand geleden op onverklaarbare wijze haar voet gebroken.

‘De nachten vind ik het zwaarst. Ik heb vaak geen zin om te slapen, maar er is niets te doen. Ik lees veel. De Rode Pimpernel bijvoorbeeld, mijn lievelingsboek, en de laatste tijd veel Chinese filosofie, de Tao Te King. Ze doen hier heus wel hun best hoor, maar zo nu en dan baal ik van alles. Dat ik lichamelijke gebreken heb is tot daar aan toe, maar ze behandelen me alsof mijn hoofd ook niet goed is. Dat ik boeken heb geschreven, willen ze nauwelijks geloven.’

Lichamelijk mag het moeizaam gaan, geestelijk is de schepster van De brief voor de koning (1962), winnaar van de Griffel der Griffels en een van bekendste Nederlandse kinderboeken ooit, nog helemaal de oude. Met enthousiasme reageert ze op haar late doorbraak in Engeland. The Letter for the King is er al een jaar lang een doorslaand succes. ‘Ja, wat moet ik daar van zeggen? Ik ben er ontzettend blij mee. Eindelijk!’

Zo blij, dat ze bij hoge uitzondering een interview toestaat. Want het verschijnen alleen al is bijzonder: maar drie procent van de in Groot-Brittannië verkrijgbare literatuur is vertaald. In Duitsland kunnen kinderen over alle boeken van Dragt beschikken, in Spanje zagen meer dan de helft van haar boeken het licht. Er is zelfs een editie verschenen in Indonesië, het land waar Dragt opgroeide en dat ze na de Japanse bezetting moest verlaten.

De brief voor de koning vertelt het verhaal van schildknaap Tiuri, die in de nacht voor zijn ridderslag de kapel verlaat waarin hij aan het bidden is, om een belangrijke opdracht uit te voeren. Een queeste, die alles heeft van de klassieke ridderverhalen die in het land van Koning Arthur en Tolkien zo populair zijn.

Maar haar enige boek dat ooit in het Engels verscheen was de Amerikaanse vertaling van haar science fiction-boek De torens van februari in 1975, dat daar weinig succes had. ‘Dat de Engelsen De brief voor de koning niet wilden, heb ik eerlijk gezegd al die tijd niet kunnen begrijpen. Ik heb van het begin af aan gevonden dat mijn ridderboeken daar thuishoren.’

Meerdere keren werd het boek door haar uitgever aangeboden, zelfs een keer met een aanbevelingsbrief van de beroemde Amerikaanse fantasyschrijver James Alan Gardner. ‘Die keer kreeg ik het pakketje terug met gescheurde verpakking. Wat goed, dacht ik, ze hebben het opengemaakt. Dat was voor het eerst. Maar ook toen vonden ze het vertalen te duur.’

De 51-jarige ban werd verbroken door de in Nederland wonende vertaalster Laura Watkinson, die de eerste hoofdstukken in het Engels aanbood aan uitgever Adam Freudenheim van Pushkin Press, gespecialiseerd in vertalingen van internationale klassiekers en net begonnen met een kinderboekenafdeling.

Toen zijn kinderen een keer ’s nachts zijn typoscript bleken te hebben gestolen om stiekem verder te kunnen lezen, was hij verkocht. ‘Ze waren verrukt’, vertelt Dragt. ‘Ze vonden het op Harry Potter lijken. Onzin natuurlijk, in Harry Potter komen geen ridders voor en in De brief voor de koning geen tovenaars. Maar ach. Ze gingen het uitgeven. Ik vind het best.’

En ook wat de verkoopcijfers betreft kregen de Britten ongelijk: alle grote kranten hebben lovend over het boek geschreven, voor de kerstdagen lag alweer de derde druk in de winkel en Watkinson poetst aan de laatste punten en komma’s van de opvolger: Geheimen van het Wilde Woud.

‘Ja, ik ben tevreden. Echt tevreden. Het is eindelijk klaar nu. Hoewel… misschien slaan mijn andere boeken er ook wel aan. Torenhoog en mijlenbreed bijvoorbeeld. Wie weet? Daar mag ik toch wel over fantaseren? Ik moet mijn geest een beetje bezighouden om mijn lichaam te vergeten. Het is altijd goed om ergens naar uit te kunnen zien.’

Ze hoopt op een dag weer naar haar gelijkvloers gemaakte huis te mogen om tussen haar eigen boeken te zijn en de vele collages waar ze de afgelopen jaren aan werkte toen het schrijven steeds moeilijker ging. Ook wil ze er op toezien als het poppenhuis dat ze bouwde als decor voor haar laatste twee romans aan het Letterkundig Museum wordt geschonken.

Ze fantaseert er zelfs over om nog één verhaal op te schrijven. Dat heeft als werktitel ‘Het schilderij van Wu Daozi’ en is onderdeel van haar nog onvoltooide laatste roman De weg naar de cel. ‘Het gaat over een legendarische Chinese schilder uit de zevende eeuw. Zijn schilderijen waren zo levensecht, dat hij er op een dag in verdwijnt. Ik heb mijn versie vaak in de klas verteld, toen ik nog tekenlerares was. Dat leverde de prachtigste tekeningen op. Ik wilde het eerder niet opschrijven, omdat ik bang was dat ik het dan niet meer spontaan kon vertellen. Maar nu zit ik daar ’s nachts vaak aan te denken. Ja, ik denk dat ik dat verhaal toch nog maar op moet schrijven. Dan zullen jullie alles begrijpen.’

Bio
Dragt werd geboren op Java in 1930 als oudste van drie dochters van verzekeringsdeskundige Dries Dragt en zijn vrouw Ada. Grootste drama in haar leven was de Japanse bezetting en de puberjaren in het kamp Tjideng. Ze kwam naar Nederland, waar ze de kunstacademie volgde in Den Haag en in de jaren zestig overdag ging werken als tekenlerares. Haar belangrijkste jeugdromans De brief voor de koning (1962), De Zevensprong (1966) en Torenhoog en mijlen breed (1969) schreef ze ’s nachts in bed. De afgelopen tien jaar leefde de belangstelling voor haar werk weer op. In 2004 won ze de Griffel der Griffels voor het beste Nederlandse kinderboek aller tijden. Het tweede deel van haar dubbelroman Zeeën van tijd bleef tot nu toe onvoltooid, alleen het eerste deel De weg naar de cel (1992) verscheen.

Dit interview stond op 5 januari 2015 in de Volkskrant.