zaterdag 15 februari 2014

***** (5) voor Sjoerd Kuyper Hotel de grote L

Omringd door 'drie krankzinnige meiden en drie halfdode mannen' woont de moederloze Kos in het duinhotel van zijn vader. Het is voorjaar en het hotel krijgt een nieuwe naam. Ze zijn al bij de L. Maar eerst maakt hij nog even een bijna onmogelijk doelpunt voor de ogen van Isabel én een Ajax-scout. Kortom: zo'n dag 'om je naam met een spuitbus op de maan te zetten'. Van blijdschap krijgt zijn kettingrokende en bierdrinkende vader een hartaanval.

Dan gaat alles verkeerd. Vooral voor Kos, die het moet zien te redden met zijn drie rare zussen, waar hij niets, maar dan ook niets van begrijpt. Hij lucht zijn hart op de oude taperecorder van Walput, de kok van het hotel. Het liefst zou hij God zelf spreken. 'Maar als God bestaat, heeft hij ook de meisjes geschapen en met zo iemand praat ik liever niet.'

Je kunt blijven citeren uit Hotel de grote L van Sjoerd Kuyper (1952). Liefde en dood, man en vrouw, seks en houden van, held zijn en niet durven, proza en poëzie, diepe gedachten en kolder: Kuyper gooit al zijn favoriete thema's door en over elkaar in een wilde kruiwagenrace over een hobbelig traject. Dat heeft hij vaker gedaan, maar dit keer houdt hij alles binnenboord.

Want als Kuyper schrijft, dan is het met beide hartkleppen open, op leven en dood. Gaat het met hem niet goed, dan ook niet met zijn proza. En het gíng de afgelopen jaren een paar keer niet goed. Kuyper mag een virtuoos taaljongleur zijn, een feilloos evenwichtskunstenaar is hij niet.

Nu had hij ook wel wat te verhapstukken. Hij dacht, de zestig naderend, te mogen terugkijken op een mooi oeuvre van zo'n vijftig titels. Hoogtepunten waren Het zakmes (1981/1991), Majesteit, Uw ontbijt (1988), De rode zwaan (1996) en zijn zeer gewaardeerde serie voorleesboeken voor kleuters, waarvan Robin en God (1995) een Gouden Griffel kreeg. Toch bleek er ineens bijna niets meer van te koop, vond hij wat er over was in de ramsj en toonden zijn uitgevers in zijn ogen alleen nog belangstelling voor nieuwe series, die lekker makkelijk in de markt liggen.

Kuyper heeft er in een geruchtmakende lezing geen geheim van gemaakt: ze konden allemaal zijn rug op, die uitgevers. Hij verdiende zijn geld liever met het maken van musicals en films. En dat was te merken. Over Morrison krijgt een zusje (2008) en Mijn opa de bankrover (2011) geen gemopper, maar serieus nieuw werk kwam nauwelijks meer van de grond. Met het malle voorlichtingssprookje voor pubers Het hart en het mes (2004) als dieptepunt. Alleen zijn gedichten bleven krachtig als altijd.

Twee jaar geleden was er ineens bij een nieuwe uitgever een nieuwe Robin: O rode papaver, boem pats knal. Overrompelend vrolijk, ontroerend wijs, bulkend van geluk. Kort daarna kreeg hij, als om alles goed te maken, de Theo Thijssenprijs voor zijn hele oeuvre.

Toch ontbrak er nog iets, maar niemand wist wat. Tot vandaag dan, want nu is er Hotel de grote L. Kos heeft de innerlijke strijd, de worsteling die Robin mist, die Kuyperiaanse drang om alles tegelijk te willen zijn: gelukkig en verdrietig, bang en moedig, vol branie en verlegen, held en kluns, leugen en waarheid, hoffelijke geliefde en stoere lul.

En hoe komisch de ontwikkelingen oppervlakkig bezien ook lijken, álles is dubbel en dubbelzinnig, tot de titel aan toe. De vader, die zo veel schulden heeft dat het hotel over een week failliet verklaard zal worden. De vier verliefde kinderen. Libbie op de suïcidale dichter Felix. Briek op de aanvoerder van het Tuvaluaanse jeugdelftal. De kleine Pel op een zeerob. Kos moet alles in zijn eentje oplossen. Uiteindelijk doet hij dat door als een meisje verkleed met de pruik van zijn overleden moeder mee te doen aan dezelfde missverkiezing als zijn geliefde Isabel.

Is Hotel de grote L écht zijn allerbeste? Dat blijft er in het hele boek om spannen, zo erg dat het lijkt of Kuyper het erom doet. Alleen aan het eind voel je even dat hij alles wat hij in gang heeft gezet bijna niet meer kan beteugelen en dreigt het verhaal even een houterige zwart-witfilm met te veel gooi- en smijtwerk te worden. Gelukkig maakt hij er dan razendsnel een glorieus eind aan.

Maar waar hebben we het over. Liever citeren we nog wat. 'Je kunt het leukste meisje ter wereld hebben, zet er twee andere bij en je hebt drie trutten.' 'Alsof je je hand in een croissant steekt.' 'Bij dieren zijn mannetjes ook de mooiste vrouwtjes.' Dit proza is onweerstaanbaar. Je kunt niet anders concluderen dat Kuyper een geboren schrijver voor puberjongens is, maar wel een die daar kennelijk eerst zestig voor moest worden.

***** (5)
Hotel de grote L
Sjoerd Kuyper
Lemniscaat, 228 pagina's, € 7,50
ISBN 9789047705420
Vanaf 12 jaar