vrijdag 16 mei 2014

Waarom ik tegen jeugdliteratuur voor bovenbouwleerlingen ben

Ik ben niet voor jeugdliteratuur in de bovenbouw; ik ben voor het wegvallen van dat malle onderscheid. Er is in de volwassenenkast genoeg waar 'jeugdliteratuur' op had moeten staan (Giphart) en tussen de jongerenboeken wemelt het van de titels die door dat label tekort worden gedaan (Floortje Zwigtman, John Green). Het komt voor dat je bij het vak Engels wel fantasy mag lezen, maar bij Nederlands geen jeugdliteratuur. Idioot. Leraren lezen te weinig moderne literatuur, doen nauwelijks mee aan het broodnodige debat daarover en kijken te veel naar marketingkreten op achterflappen. Maar het ergste: dat er onder leesbevorderaars een sfeer is ontstaan dat je tot je vijfentwintigste van die weinig uitdagende young adult of crossover zou moeten lezen. Aangezien je na je vijfentwintigste werkt en kindert, kom je nooit meer aan Kafka toe. Vanaf je zestiende moet je dus grote literatuur lezen. Als we het daar over eens zijn, hoeft alleen nog dat vooroordeel weg dat jeugdliteratuur niet groot kan zijn.

PS: Ik zou zelf helemaal de andere kant op willen. Waarom moeten jongeren eigenlijk die provinciale Nederlandse literatuur lezen, waar nauwelijks genoeg hoogtepunten in te ontdekken zijn om een canon mee te vullen? Waarom niet een vak wereldliteratuur? Met meer dan genoeg ruimte voor iedere jonge lezer om dat ene boek te vinden dat écht bij hem of haar past?