dinsdag 2 juli 2019

Weekgreep #1924

109. Selma Noort Eilandheimwee
Selma Noort viert haar veertigjarig schrijversjubileum onder mer met een heruitgave van Eilandheimwee uit 1992, indertijd goed voor een Zilveren Griffel. Mooi nieuw omslag van Martijn van der Linden. In korte, zangerige hoofdstukken lezen we van Raven en zijn twee zusjes, die hun geliefde eiland moeten verlaten maar gelukkig op het vasteland een juf krijgen die hun gemis begrijpt. 8+


110. Jan Jutte Tijger
Ontroerend verhaal over een oude dame die een eenzame tijger mee naar huis neemt uit het bos. Eerst is iedereen bang voor de tijger, die door het kleine, kwetsbare vrouwtje aan een wollen draadje wordt uitgelaten. Maar steeds meer mensen sluiten vriendschap met de tijger. Tot die ziek wordt en toch heimwee blijkt te hebben naar de jungle. Doet wat verhaallijn betreft sterk denken aan de klassieker der klassiekers: Babar. 5+

111. Joke van Leeuwen Hee daar mijn twee voeten
Gedichten die schreeuwen om voor te lezen en, deels, schreeuwend voor te lezen. Lief zijn de gedichten van Joke van Leeuwen zelden. Vaak nurks, narrig, tegendraads en altijd geestig. Van groeten aan je voeten tot aan iemand die maar door blijft zeuren over wat voor soort kleur blauw dan precies. Soms wordt het zelfs bijna ruzie, zoals in Nou kijk. Veel meer scheld- dan troetelwoorden in Zakkenwasser! 9+

112. Sarah Crossan Toffee
Je moet er van houden, romans die zijn opgemaakt met veel wit en enjambementen, als een gedicht. Ik vind het vaak een beetje valsspelen: meestal hebben zulke 'vrije verzen' geen duidelijk ritme en blijft het vaag wat de functie is van de vorm. Zeker als de schrijver nauwelijks bijzonder taalgebruik laat zien: het verhaal is realistisch, de dialogen zijn cursief geschreven in plaats van tussen aanhalingstekens. Wat is het dan meer dan tijdens het typen wat vaker een nieuwe regel beginnen en inspringen? Na vertalen, in dit geval door Sabine Mutsaers, is het helemaal de vraag of de opmaak er nog toe doet. Maar goed, het geeft wel een dromerig effect. Als dat de bedoeling was, dan is dat gelukt. Allison loopt weg van haar gewelddadige vader en maakt in een huis, waarvan zij dacht dat het verlaten was, kennis met Marla. Die noemt haar Toffee en lijkt haar te verwarren met een jeugdvriendin. Allison speelt het spelletje mee, ze weet niet beter. Sarah Crossan won voor EEN (2017) de niet meer bestaande Dioraphte Literatourprijs. Ik vond toen al wat ik nu ook vind: de opmaak als een gedicht overtuigt niet. Als je daar doorheen kunt kijken, leest Crossan wel lekker weg. De diepgang die ze bereikt, schuilt niet in de vorm, maar in de inhoud.

113. Evelien Feltzer Tien vragen aan mijn vader
Tweede van Evelien Feltzer (1975), die in 2017 debuteerde met Waterwatje. Lou heeft twee moeders en krijgt op haar twaalfde verjaardag een vader cadeau: surfer Duncan, die zelf niet zo nodig kinderen hoefde maar wel Roos en Dees mama wilde maken. Lou is maar al te blij dat ze snel het vliegtuig pakken naar Tarifa, waar Duncan een Spaanse sappenbar is begonnen; ze heeft namelijk iets geflikt waar ze liever even niet meer aan herinnerd wordt. Fris geschreven en uitgegeven. 10+