De belangrijkste jeugdauteurs van de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw, Roald Dahl, Paul Biegel, Annie M.G. Schmidt en Astrid Lindgren, hebben bewezen dat kwaliteit en populariteit best samen kunnen gaan. Ze deden niets bijzonders – schrijven over lekker eten, grillige avonturen, komische dieren en wrede volwassenen – maar ze deden dat wel op een bijzondere manier. Dat kunnen we van veel jonge auteurs helaas niet te zeggen. De hedendaagse mainstream kuiert na veertig jaar nog altijd verder op de wegen die door de grootmeesters zijn ingeslagen. Kennelijk is het wiel uitgevonden en hoeven we het alleen nog maar draaiend te houden.
Onnavolgbaar verhaal, in een achternamiddag gemaakt
Daar steekt vast geen kwaad achter, maar een gebrek aan ambitie moet niet doorslaan in gemakzucht. Zoals duidelijk het geval is met Je bent een Slecht Mens, Meneer Gum! van Andy Stanton. Hierin doen een agressieve fee, een paar dansende mollen, een hooliganhond en een wel erg onaardige meneer Gum zo’n beetje alles wat kinderen grappig vinden en dat het liefst met zo min mogelijk samenhang. Het tamelijk onnavolgbare verhaal komt erop neer dat meneer Gum het liefst in zijn nest ligt te rotten maar door die fee, die in zijn badkuip woont, met geweld wordt gedwongen om zijn tuin te onderhouden. Dat gaat allemaal redelijk, totdat Sjaak de Hond ten tonele komt die niets liever doet dan tuinen omploegen. Sjaak moet dood, maar daar weet het meisje Polly na allerlei wilde wendingen een stokje voor te steken. Meneer Gum heeft heus wel een paar grijnsmomenten en de vertaling van Robbert-Jan Henkes bevat aardige vondsten, maar het zou fijn zijn geweest als de uitgeverij de tekst nog eens had teruggestuurd en in elk geval de allerflauwste grappen eruit had gehaald. De illustrator maakt er bovendien geen geheim van dat Quentin Blake zijn grote voorbeeld is. Het is onvoorstelbaar dat er aan dit boek meer dan een paar middagen is gewerkt.
Deze recensie stond op 4 september 2009 in de Volkskrant. Wat Meneer Gum van Pjotr van Lenteren vindt is te lezen op de achterkant van het tweede deel.