‘Ik snap niet waarom iedereen pronkt met kennis die andere mensen vergaard hebben. Het ontmoedigt jonge mensen, die zelf nog niets bedacht hebben.’ Dat verzucht de dertienjarige Agnes, hoofdpersoon van de Deense jeugdroman Niets. In dit tamelijk schokkende jongerendebuut van Janne Teller gaan de zevendeklassers van de dorpsschool van Tering op zoek naar de zin van het leven. Dat hadden ze beter niet kunnen doen.
Het komt allemaal door Pierre Anthon. Die is als een moderne Diogenes in een pruimenboom gaan wonen en weigert de rest van het jaar nog naar school te gaan. De andere leerlingen halen in eerste instantie hun schouders op. Maar elke ochtend bestookt hij hen met pruimpitten en lastige vragen. ‘Je gaat naar school om werk te krijgen, en je werkt om vrij te krijgen. Waarom zou je niet meteen vrij nemen?’ Of: ‘Jullie zijn zeker bang voor het niets.’
Op een dag is de maat vol. De klasgenoten besluiten om allemaal iets af te staan dat van grote betekenis voor hen is. Wie heeft geofferd, mag het volgende offer bepalen. Dat begint met een paar Dungeons & Dragons-boeken van Dennis en de nieuwe zomerschoenen van Agnes, waar ze een winter lang om gezeurd heeft. Agnes neemt wraak, door Gerda te dwingen om haar hamster Oscar mee te nemen. En dan loopt het project natuurlijk volledig uit de hand.
Niets verscheen in 2000. Het is een raadsel waarom het pas nu in het Nederlands is vertaald. In eigen land kreeg het de prijs voor het beste jeugdboek van het jaar en in Frankrijk twee jaar geleden de Prix Libbylit. En zeer verdiend: de Nederlandstalige jongeren die de afgelopen tien jaar te groot zijn geworden om jeugdliteratuur te lezen, hebben echt iets gemist.
Er wordt wel vaker geprobeerd om middelbare scholieren aan het denken te zetten, maar dat leidt meestal tot brave en schoolse projecten zoals het geromantiseerde collegedictaat De wereld van Sofie. Niets confronteert de lezers met de enige vraag die écht relevant is als je een jaar of veertien bent: waar doen we al die moeite toch voor, en moet ik de antwoorden van mijn ouders – die ook niet gelukkig zijn – nog wel geloven?
Teller heeft het lef om deze vraag te stellen en niet te beantwoorden. Zelden verscheen er voor jongeren een boek dat zo zwart en cynisch durft te zijn én niet aan het einde terugkrabbelt. Dat de verteller Agnes heet – naar de heilige die op dertienjarige leeftijd werd verkracht – is vast niet toevallig. En dat de stoere Sofie het meest schokkende en onterende offer moet doen, evenmin.
Natuurlijk hebben we hier en daar met bewust choqueren te maken, iets waar de Denen van alle Scandinaviërs het beste in zijn. Maar het is functioneel en dan mag het. Teller kan bovendien prachtig schrijven. Tussen haar korte, feitelijke zinnen blijft veel ongezegd. En toch is het glashelder wat ze probeert over te brengen en wordt het nergens zweverig.
Het enige wat niet helemaal lekker zit, is de hier en de enigszins slordige afronding van het verhaal. Pierre Anthon is ijzersterk als motor van het verhaal, maar dat hij ongehinderd een heel jaar in een pruimenboom woont, wordt niet helemaal geloofwaardig gemaakt. En aan het einde schijnt alles een beetje flauw en over de top te moeten: de Berg van Betekenis wordt als kunstwerk voor een paar miljoen aan de Amerikanen gekocht en de kinderen worden belaagd door nieuwsgeile televisieverslaggevers.
Maar dat ene idee waar alle energie in is gestoken en andere dingen kennelijk voor hebben moeten wijken is zo krachtig dat een paar onvolkomenheden het boek niet onderuit kunnen halen. Niets is een sensationele jeugdroman waarvan de confronterende beelden lang blijven nabranden. Jammer dat de schrijfster hierna weer wat anders is gaan doen. Maar ja, zoiets schrijf je maar één keer.
Recensie staat om de een of andere reden niet op de gebruikelijke, gratis plek op de site van de Volkskrant. Wie een abonnement voor de site heeft, kan het artikel hier lezen.