‘Poeh! Nooit laten merken dat je bang bent. Dat voelen dieren aan,’ zei Derek. ‘Weet je eigenlijk wel hoe doodsangst ruikt?’ ‘Niet echt. Naar asperges?’ Je moet een sterke maag hebben en niet bang zijn voor slangen. Dat zijn de helden in Hap! namelijk ook niet en het is nog maar de vraag of dat terecht is. Het kan niet anders of Carl Hiaasen is terug, de columnist en thrillerschrijver uit Florida wiens hart zo hard klopt voor de natuur in het algemeen en alligators in het bijzonder. Zijn kinderboekendebuut Uil (Lemniscaat, 2003) was een klein succes in Nederland. Hij zat daarna zeker niet stil maar zijn latere kinderboeken vonden geen uitgever. Tot Hap!, opnieuw onweerstaanbaar vormgegeven en even spannend als vermakelijk. Wahoo, vernoemd naar een zoutwatervis en een worstelaar, heeft het zwaar te stellen met zijn vader, die door een bevroren leguaan op zijn hoofd arbeidsongeschikt is geworden. Dus moet Wahoo maar proberen om geld te verdienen met de typische moerasdieren in hun tuin. En dat is geen sinecure. Eerder verloor hij al een duim tijdens het voeren van krokodil Alice. Als zijn vader met python Beulah speelt, wordt hij bijna gewurgd en in zijn geheel doorgeslikt, omdat Wahoo vergeten is de slang te voeren. Geen nood: men neme een fles goedkope whiskey en giete die in de keel van de slang. Televisiester Derek, die namaak-survivalseries maakt, ziet wel brood in de moordlustige dierentuin en als hij samen met zijn senior producer aan de slag gaat, loopt alles pas echt uit de hand. Geen hoogstaande literatuur, wel een hilarische good read die zorgt dat je na het lezen voorlopig geen trek meer hebt.