De rauwe kant van een klassiek sprookje
De Engelse jeugdboekenschrijver Melvin Burgess heeft er een handje van om de rauwe randjes van het leven op te zoeken. In het populaire Junkies (1997) liet hij al in keiharde scènes zien wat er gebeurt als je terechtkomt in de verleidelijke wereld van feestjes en drugs. Nu is hij terug met Bloedtij. Een boek dat er ook al geen doekjes om windt, al is het verhaal wat minder realistisch.
Bloedtij speelt zich af in Londen over pak ‘m beet een jaar of honderd. De wereld van techniek en vooruitgang is tot een einde gekomen en gewetenloze bendes vechten om de kliekjes van een verwoeste beschaving. Deze duistere toekomst, waar Burgess de lezer op een directe en confronterende manier in betrekt, is geen paradijs op aarde waarin de mens opnieuw wordt uitgevonden, maar een terugkeer naar een oude, mythologische wereld vol armoede en honger, oorlog en bloedwraak.
Sigmund en Signy, een veertienjarige tweeling, zijn de kinderen van een bendekoning. Hun vader besluit om Signy uit te huwelijken aan een vijandige bandietenvorst, in de hoop hem hiermee een lucratief vredesverdrag op te dringen. Het verdrag houdt echter maar kort stand en dat betekent het begin van een orgie van geweld, intriges, incest en vileine complotten.
Het valt ondertussen nauwelijks op dat Bloedtij een moderne versie is van de klassieke Oud-IJslandse sage van Völsung. De auteur heeft dit heldensprookje uit het land van gletsjers en reuzen afgestoft en de wereld ingestuurd als eigentijds science fiction-verhaal. Hij is overigens niet de enige die eerbiedwaardige klassieke literatuur een nieuw leven inblaast (in Nederland is de auteur Imme Dros bijvoorbeeld bezig de hele Griekse mythologie tot jeugdboeken om te smeden) maar zelden gebeurde het zo heftig en aangenaam onverantwoord. Dertienplussers met een beetje eelt op hun ziel zullen er zeker plezier aan beleven.
Jammer dat het boek zo horkerig en onbeholpen is geschreven en in de Nederlandse vertaling een aantal storende uitglijers staan. Een wondertje van schoonheid is het niet. Maar ja. Een slechte smaak hoort bij dit genre. En genieten van een lekker boek heeft – gelukkig – niet altijd iets met hoge cijfers voor stijl te maken.
Bloedtij is een grove en opwindende roman, die bij vlagen hilarisch is en op een wrange manier grappig. Burgess neemt de tijd om het verhaal op te bouwen tot een spannende climax met sterke emotionele momenten en laat de menselijke kant van zijn helden indringend zien. Zijn fantasie slaat vanaf de eerste bladzijde verrukkelijk op hol. Toch is de boodschap duidelijk: al dit geknok leidt uiteindelijk tot niets. De auteur heeft echter geen moralistisch toontje nodig om dat te laten doorschemeren. Fijn: een jeugdboek dat niet ruikt naar zeep.