De jury van de Woutertje Pieterse Prijs heeft wél een beetje zitten slapen dit jaar. Prima natuurlijk, als je Juwelen van stras Carli Biessels en Martijn van der Linden het mooiste boek van 2009 noemt. Maar de jury hangt er wel een uitzonderlijk onnozel kletsverhaal aan. Als ik het goed begrijp, ziet de redering van het rapport er in grote lijnen als volgt uit:
1. Er is een kloof tussen literaire en populaire boeken. (Dat weten we al twintig jaar, maar fijn dat deze mensen het nu ook weten.)
2. Literaire auteurs moeten meer aandacht hebben voor de actualiteit, zodat hun werk meer 'maatschappelijke urgentie' krijgt.
3. Populaire schrijvers moeten 'de literaire middelen meer en beter benutten', zodat hun werk aan diepgang wint.
4. De jury geeft een aantal voorbeelden van geslaagde literaire kinder- en jeugdboeken van vorig jaar, die volstrekt niet actueel of 'maatschappelijk urgent' zijn. (Bijvoorbeeld Hondeneters van Marita de Sterck.)
5. De jury somt een aantal populaire auteurs op die 'ineens opvallend veel diepgang' tonen. Belangrijke voorbeelden zijn Derk Visser (Landjepik) en Tjibbe Veldkamp (Tiffany Dop). Sinds wanneer zijn dat populaire auteurs? Jury beweert zelfs dat Tiffany Dop door lezers 'gevreten' wordt.
6. Jury laat een ingetogen, sober, literair werkje winnen waar geen kind op zit te wachten en dat ook volstrekt niet 'maatschappelijk urgent' is.
Zou iemand me kunnen uitleggen wat deze jury, voorgezeten door Frank Groothof, in Godsnaam met deze redenering heeft bedoeld?