maandag 7 februari 2011

Prentenboeken zijn het vaak nét niet

Een geschikt prentenboek uitzoeken voor peuters en kleuters is zo gemakkelijk nog niet, zullen veel ouders weer gemerkt hebben tijdens de Nationale Voorleesdagen. Er verschijnen in Nederland veel goede prentenboeken, maar nog veel meer zijn het net niet. Na één keer voorlezen is het wel mooi geweest. Wat is nu het geheim van het succes van die prentenboeken die wél jarenlang meegaan? Dat is nogal lastig in vuistregels te vatten. Maar wat níet werkt, laat zich aan de hand van een paar recente voorbeelden gemakkelijk uitleggen.

Belangrijkste advies: kijk uit met artistiek ogende, stijlvol vormgegeven boeken. Heb je het gevoel dat je de hippe catalogus van een uiterst verantwoorde schilderijententoonstelling in handen te hebben, lees dan de tekst goed door voor je het boek koopt. Vaak is het verhaal eigenlijk bedoeld voor volwassenen, al beweert de auteur en de uitgever wat anders.

Zoals Het hart in de fles van Oliver Jeffers (***, Pimento, € 15,-), dat een werkelijk subliem geïllustreerde en vormgegeven metafoor is over een meisje dat haar vader of opa verliest. Ze stopt haar hart in een fles en slaagt er pas in die er weer uit te krijgen als ze zelf moeder wordt. Wel duidelijk wie de doelgroep van dit prachtige prentenboek is: moeders.

Voor wie zich geneert om het hele prentenboek in de winkel te lezen: let bij het doorbladeren op afwisseling in de illustraties. De Vlaamse Ingrid Godon heeft een paar interessante titels op haar naam staan, gevuld met licht wereldvreemde, zachte krijttekeningen. Haar boeken zijn altijd een beetje verstild en vaag, maar Is het nog ver? (**, Querido, € 14,95, vanaf 5 jaar) is gewoon mislukt. Een mannetje die in een boom klimt is elke bladzij hetzelfde. Het mannetje concludeert dan ook dat het wel eenzaam is, bovenin de boom.

Verraderlijk is eenvoud, die toch niet zo eenvoudig is als gedacht. Een zoen, alles voor een zoen (***, Van Goor, € 13,99, vanaf 6 jaar) van Stefan Boonen en Marja Meijer lijkt op het eerste gezicht alles te hebben van een goed prentenboek: een aansprekend onderwerp – prins zoekt prinses – en frisse illustraties vol details. Aanwijzing dat het dat toch níet is, zijn de wel erg lange teksten.

Meer dan een vuist zinnen per bladzijde is zelden een aanbeveling. Want zoveel woorden heeft een goed geïllustreerd verhaal helemaal niet nodig. En inderdaad: Stefan Boonen verliest zich in hijgerige mooischrijverij die onaangenaam voorleest, veel te abstract is en niet veel toevoegt. Zoenen pas lekker als je verliefd bent? Kleuters weten écht niet waar je het over hebt. Dan werken de grapjes erover ook niet zo.

Nee, prentenboeken maken is een vak en je kunt dan maar beter de juiste ambachtslieden kennen. Marjet Huiberts is er een tekstdichter waarvan je altijd wel wat kunt vinden in de winkel. Haar verzen ontsporen heel soms in rijmelarij maar zijn altijd prettig kinderlijk. Circus Pientje (Gottmer, ****, € 14,95, vanaf 6 jaar) is haar nieuwste. Kunstenares Hanneke de Jager knutselde decors van stoffen en patronen. Pientje wil circusartiest worden en probeert in elk berijmd verhaaltje iets uit, wat natuurlijk weer mis gaat.

Ook iemand om in de gaten te houden is Leo Timmers, die met indrukwekkende penseelvoering levensechte platen maakt van dingen die je wel uit de bladzij zou willen pakken. Meneer René (Querido, ****, € 14,95, vanaf 5 jaar) vertelt over een kunstenaar wiens schilderijen echt worden. Net als in het klassieke verhaal van koning Midas, die alles wat hij aanraakt in goud veranderde, maakt dit hem niet gelukkig.

Het meest geslaagde prentenboek was in de afgelopen periode het kekke Mama kwijt (Gottmer, *****, € 10,95, vanaf 3 jaar) van de Ier Chris Haughton. Klassiek gegeven: uilenkind valt uit nest, eekhoorn zoekt zijn moeder en komt steeds met het verkeerde beest aanzetten. Met zo’n boek is voorlezen ineens weer leuk.

Deze recensie verscheen 5 februari 2011 in de boekenkatern van De Volkskrant.