Pio vindt op een dag een haan bij de waterval, waar hij drankjes uitdeelt aan toeristen. Als hij die nu eens traint voor de komende hanengevechten! Dan kan zijn werkloze vader een nieuwe motortaxi kopen. En mag Pio weer naar school. Maar dan moet zijn haan wel eerst die dikke dure dopingkampioenen van de rijke fokkers verslaan.
Verhalen over mensen in arme landen kunnen spannend zijn. Niet omdat je er wat van leert over de wereld, maar omdat er in geleefd wordt en keuzen er echt toe doen. Als er iets misgaat, dan is het meteen heel erg. Zo'n verhaal is Het hanengevecht van Hans Hagen. Van alle boeken die naar aanleiding van het thema van de kinderboekenweek ('Hallo wereld!') verschenen, is dit veruit het beste.
Laten we eerlijk zijn: het leven van het gemiddelde Nederlandse kind is een beetje saai. Wie het avontuur zoekt in boeken, moet het hebben van sprookjes, historische romans, griezelverhalen en andere fictie. Of 'buitenlandboeken', vaak gesitueerd in derdewereldlanden. Dit vaak wat zoetige genre was populair in de idealistische jaren zeventig en is dankzij de Kinderboekenweek weer even helemaal terug.
Hagen nam een goede beslissing toen hij zijn onderwerp koos. Stoere vechthanen zijn vrijwel overal buiten West-Europa populair en vaak niet eens verboden. In de zogenoemde cockpits gaat het er niet mals aan toe: Pio's haan krijgt een vlijmscherp mes aan zijn poot en opa knipt zonder verdoving of scrupules de kam en de lellen van zijn kop. De verliezers gaan in de kookpot van Cecil.
Hagen slaagt er in om deze wereld indringend, maar ook objectief te beschrijven. Hij bespaart de lezer geen enkel detail, maar oordeelt niet. Het is dierenleed in een land met mensenleed. Kies maar wat je het ergste vindt. Je mag er het jouwe van vinden.
Alleen met twee krantenknipsels over hanen die hun trainers dodelijk verwonden en in de laatste zin van zijn nawoord ('Aan de hanen wordt niets gevraagd') laat hij even doorschemeren naar wie zijn sympathie uitgaat.
Hagen schrijft prettig proza: precies, kort en krachtig. Aan de steeds op een nieuwe regel geplaatste zinnen van boekjes voor beginnende lezers is bij zijn collega's meestal weinig te beleven, maar deze schrijver is ook dichter en kan zulke zinnetjes laten swingen.
En hij weet het tot eenvoud uitgeklede verhaal - ondanks een iets te ingewikkelde flashback en een wat flauwe droom, waarvan we pas naderhand merken dat het een droom is - opmerkelijk meeslepend te krijgen.
De illustraties zijn spectaculair, vooral die met de krottenbuurt en de natuur als decor. Philip Hopman is bekend om zijn volvette pasteltinten, maar dit ruige zwart-wit gaat hem erg goed af.
Met één lijn kan Hopman een landschap neerzetten, met een paar krabbels de wereld van verschil tussen een tanig derdewereldjongetje en een vadsige Hollandse toeristengroep. Die rauwe tegenstelling tussen de mollige zoon van een rijke fokker en die van een arme gokker wordt niet onnodig zoet gemaakt met kleurtjes.
De hanenbusiness levert ook te veel ellende op voor zoetigheid. Mooi dat Hagen er na het bloederige einde van de naamloze haan toch nog een geestige, positieve draai aan weet te geven. Zwartgallig is hij nergens en dat is knap.
Nee, braver dan dit jaar kon het thema van de Kinderboekenweek niet. Maar Het hanengevecht steekt met kop en schouders uit boven alle goedbedoelde derdewereldvlijt waar de boekwinkels deze week mee vol liggen.