maandag 15 juni 2020

Weekgreep #20-07

18. Kate DiCamillo Onmogelijk blauw
Derde en laatste deel over drie meisjes, Raymie in Neem mijn hand en Louise in De vloek van de Vliegende Olifantes. De laatste gaat over de veertienjarige Billie die nu echt niet meer wegloopt van haar egoïstische moeder, maar voorgoed vertrekt. Ze gaan werken bij het visrestaurant van meneer C. Die verkoopt 'alle vis uit de C'. Geestig. Kate DiCamillo is een van de betere Amerikaanse schrijfster, met mooie, korte zinnen die veel te raden overlaten en toch heel eenvoudig blijven. De manier waarop de boeken in Nederland zijn uitgegeven is een misser. Ik kan ernaast zitten, maar dit is volgens mij een meisje van tien. Het vorige omslag zag eruit als dat van een tienerturnboek. Foto-omslagen met willekeurige personen zijn sowieso niet aanbevelenswaardig, die die hinderen de beeldvorming. Lekker vertaald door Harry Pallemans. 11+

17. Marco Kunst en Marieke Nelissen Het verlangen van de prins
Prachtig geïllustreerd klassiek avonturenverhaal over Lodewijk Loodsman, die opgroeit in een streng weeshuis en vandoor gaat. Het woeste begin is spectaculair en doet denken aan Gewist, dat nog altijd indrukwekkende debuut van Kunst: ruw in een nieuwe wereld geworpen zonder enige band met de oude, moet Lode - dat is de naam die hij van zijn adoptieouders krijgt - het op zichzelf zien te rooien. Dat begint met strenge regels en weinig televisie, maar gaat al snel verder met piraten en prinsen. Wat een omslag! Nelissen kreeg vorig jaar lof voor haar illustraties bij de nieuwe uitgave van De tovenaar van Oz. 10+

16. Janneke Schotveld en Milja Praagman Avonturen van de dappere ridster
Tijdens een interview ter gelegenheid van haar kinderboekenweekgeschenk, bekende Janneke Schotveld wel eens wat anders te willen schrijven dan een nieuw deel aan haar succesvolle serie Superjuffie, dat ze schriften vol ideeën klaar had liggen maar niet zo goed durfde. Dat hebben we geweten. Inmiddels is haar derde 'vrije' boek uit en na twee sprookjesboeken is het een avonturenvoorleesboek geworden, eigenlijk een soort midden tussen Superjuffie en haar sprookjes. Het is alsof ze in dit boek pas echt voluit gaat. Lekker geschreven, fijne woordgrapjes, subtiele knipogen, geestig verhaal, het swingt in ieder woord. Pijnlijk actueel ook, als de ridster tegen de agent zegt: 'Eerst praten dan schieten, wanneer leren jullie dat nu eens?' Prachtig geïllustreerd door Milja Praagman. Een trend uit de sportwereld zet door. Wie wil er nog voetbalmannen zien? Koning Artur kan nu ook wel inpakken. De ridster komt op haar stalen ros, spuugt op de grond en lost het op. Opzij voor de ridster. Voorlezen: 6+. Zelf lezen: 8+.

15. Joke van Leeuwen Ik heet Reinier en ons huis is afgebrand
Joke van Leeuwen heeft een zeldzame stem, een kinderstem en ook weer niet. Iemand die spreekt over iets wat heel ernstig is en ook weer niet. Dit keer heet haar stem Reinier. Reinier vertelt in een dagboek dat zijn huis is afgebrand. Hij is over het dak ontsnapt. Ze hebben alleen nog wat ze aanhadden en de vier stoelen, die toevallig bij de stoffeerder stonden tijdens de brand. 'O ja, die billen kennen we nog wel', denken de stoelen. Dan weet je dat je een Joke van Leeuwen in handen hebt. De laatste jaren is de kwaliteit van haar boeken wat wisselend, maar deze belooft veel. 10+

In het nieuws: Lampie niet begroond en Nijntje 65
Annet Schaap en vertaler Laura Watkinson hoorden afgelopen week dat zij niet de Carnegie Medal winnen. Alleen al genomineerd zijn was echter al een hele eer, volgens ingewijden de eerste keer ooit dat er een vertaling op de shortlist terechtkwam. Watkinson vertaalde eerder De brief voor de koning, Geheimen van het wilde woud en De Zevensprong en Verhalen van de tweelingbroers voor Pushkin Press. Deze uitgever maakt zich sterk voor vertalen van literatuur in een land dat daar van nature erg weinig belangstelling voor heeft en toont met de uitgave van Lampje nu ook interesse voor andere Nederlandse auteurs. Verder in het nieuws: Nijntje 65.