22. Annet Huizing Het Pungelhuis
Annet Huizing schreef al sterk, maar haar stijl wordt steeds sterker. Ole blijkt toch een opa te hebben, ontdekt hij twee dagen na diens dood, en daar is heel wat mee aan de hand. Mooi op tijd voor de kinderboekenweek verschijnt het Pungelhuis, een hedendaags verhaal met een historische draai, dat meteen de eerste bladzijden meesleept in een hoog tempo vol lekkere ironie. Een 'pungel' is echt wat, maar uitleg zou de pointe van het verhaal verraden. Lees het lekker zelf. Voor wie ook geïnteresseerd is in games, het omslag van Eveline Verburg heeft inderdaad erg veel weg van de startpagina van Last of us, maar daar niets mee te maken. 10+
21. Sylvia van Ommen Een ijsje
Sylvia van Ommen publiceerde in 2003 met De verrassing een van de beste prentenboeken van het eerste decennium van deze eeuw. Nog voor prentenboeken zonder woorden populair werden, tekende ze het aandoenlijke verhaal van een schaap dat een trui breit van haar eigen wol. Daarna verschenen er mondjesmaat boeken van haar hand, waaronder het geestige en dromerige Drop. Nu is er, eindelijk, een opvolger voor haar eerste succes: Een ijsje. Toepasselijk. 4+
20. Lars Deltrap Wat Mick zag
Lars Deltrap, illustrator van onder meer Blitz! met Rian Visser, Jorrik de Ork met Thijs Goverde en Hotel Tussentijd met Lisa Boersen pakt uit met een zeer onderhoudend detectiveboek waarin heel veel te zien en en te speuren valt. Een vakantie met je ouders naar een hotel aan een meertje in de Ardennen kan heel saai lijken, maar niet als er 's nachts van alles uit de kamers en gangen verdwijnt. Mick en Hannah denken dat er een dief is en maken heel wat anders mee dan hun ouders, die gewoon lekker verantwoord met hun kinderen en een van de andere gasten gaan wandelen om het meer. De Twin Peaks-achtige donkere dennensfeer is goed getroffen. Strak uitgegeven ook. Het binnenwerk maakt de belofte van het gave omslag waar. Deze vermoedelijk eerste soloproductie van Deltrap is een meer dan sterke start. 6+ voorlezen, 8+ zelf lezen.
19. Bruce Ingman en Ramona Reihill Dick Bruna
Of Dick Bruna de belangrijkste Nederlandse illustrator is, daar kunnen wij wel over twisten, maar in het buitenland gebeurt dat niet of nauwelijks. Als er al andere van 'onze' tekenaars bekend zijn, dan zal die bekendheid verbleken bij die van Nijntjes geestelijke vader. Dus ook weer niet heel verrassend dat deze recent uitgegeven en vrijwel direct vertaalde biografie van Britse herkomst is, een eer die waarschijnlijk niet heel snel een andere Nederlandse kinderboekenauteur ten deel zal vallen. Auteurs Bruce Ingman en Ramona Reihill, de een zelf illustrator en de ander redacteur, zijn grote fans van het oeuvre van de in 2017 overleden kunstenaar. Hun levensbeschrijving, die uitkomt in een door Quentin Blake opgezette serie, blinkt nu net uit in dat: het is ook echt een levensbeschrijving. Eerder verscheen in Nederland een vuistdik en loodzwaar standaardwerk vol lofzang en wierook van publicisten Joke Linders en Truusje Vroland-Löb, docent Nederlands Koosje Sierman en dichter Ivo de Wijs met - terecht natuurlijk - ontzettend veel plaatjes. Dit nieuwe boek citeert er hier en daar uit, net als uit een paar andere bronnen. Zo heel veel is er niet over Bruna. Geen echte verrassingen dus over de zoon van de uitgever die onder de indruk was van Matisse, zelf alleen maar wilde tekenen en omslagen ging maken. Wel een aardige schets van de jonge Dick, die in de oorlogsjaren onderduikt in Loosdrecht, totaal verslingerd raakt aan schilderen, romantische verhalen schrijft, zijn liefdesverdriet probeert te vergeten in Zuid-Frankrijk, een hond koopt en zelfs zijn ezel op het balkon zet om indruk te maken op zijn buurmeisje, waar hij uiteindelijk mee trouwt. Maakt het beeld van de bescheiden, besnorde kunstenaar die het liefst elke dag hetzelfde deed, wel mooi af.
In het nieuws
Guus Kuijer wint Constantijn Huygensprijs voor zijn hele oeuvre. (Foto Olaf Kraak, via Hollandse Hoogte, bij mijn artikel in de Volkskrant.)