dinsdag 22 juni 2010
Gemengde gevoelens over Penseel
Ik ben een boomhuttenfanaat. Ik heb zelfs als jongetje een boomhuttenhandboek geschreven en getekend. En mijn vader kocht ooit een prachtige lithografie van een hut, waar ik jarenlang bij heb weggedroomd. Toch kijk ik met gemengde gevoelens naar de Gouden Penseel 2010. Ik vind De boomhut van vader en dochter Tolman een prachtig en zeer geslaagd boek, maar ik heb twijfels of dit nu iets voor kinderen is. Het gegeven is mooi, maar het verhaal gaat niet echt ergens heen en er zijn veel zaken onaf. Dit in tegenstelling tot de wel complete verhalen-zonder-woorden van Charlotte Dematons (Ga je mee, De gele ballon, Sinterklaas), Thé Tjong-Khing (Waar is de taart? en vervolgdelen) en de seizoenenserie van Rotraut Suzanne Berner. Sterk aan De boomhut vind ik dat het niet gebukt gaat onder artistieke pretentie: het is een neuriënd en hummend berenboek dat niet moeilijk doet om het moeilijk doen. In een niet door mij gemaakt interview in de Volkskrant zeggen de makers dat kinderen meer begrijpen dan veel mensen denken. Maar dat vind ik dus het punt niet. Daar erger ik me aan. Dat is elke keer het argument. Natuurlijk begrijpen kinderen het best. Maar willen ze eruit 'voorgelezen' worden, liefst keer op keer? Dat mag je wel verwachten na het betalen van 14 euro 95. Nee, ik denk niet dat ik het als ouder gekocht zou hebben. Naar de tentoonstelling met de kinderen - kan vanaf 6 oktober weer in het Rijksmuseum Amsterdam - en een ijsje na afloop. Of liever nog, voor hetzelfde geld een grote poster voor in de kinderkamer. Dat wel.