Collega Bas heeft vandaag in de Trouw een artikel over jongerenliteratuur op de leeslijst. Misschien wel de enige relevante discussie van het afgelopen jaar in ons vak. Met het vertrek van de Gouden Zoen lijkt de literatuur voor vijftien jaar en ouder, die voor zover überhaupt aanwezig al een zwakke positie had, officieel gemarginaliseerd. Aan belangstelling voor deze boeken van recensenten, boekverkopers en bibliothecaressen ontbreekt het niet, maar van leraren Nederlands mag je ze (meestal) niet lezen en in hun eigen tijd doen de jongeren dat al helemaal niet: de verkoopcijfers zijn matig tot slecht.
Weg uit de kinderboekenhoek
Maar er zijn ook positieve geluiden. Querido maakt zich met auteurs als Aidan Chambers en recentelijk de Slash-reeks al jaren op allerlei manieren sterk voor jongerenliteratuur en de laatste tijd is ook Lemniscaat zich nadrukkelijk op dit terrein aan het profileren met vertaalde Young Adult-boeken uit Amerika. Vertegenwoordigers van deze uitgeverij hebben een aantal boekhandels al zo gek gekregen om een speciale jongerenkast te maken, liefst zo ver mogelijk bij het kinderboekenhoekje vandaan. Een voorzichtige wind, zo meldt Bas, waait uit de goede hoek van de Groningse leeslijstsite www.lezenvoorjelijst.nl.
Leraren lezen niet
Aan die website werkten duizend leraren mee om de tweehonderd aanbevolen titels in leesniveau's in te delen. Een meerderheid gaf aan de twintig adolescententitels niet te kennen. Da's toch knap als je de auteurs hoort om wie het gaat. Els Beerten, Anne Provoost, Edward van de Vendel: je kunt van ze vinden wat je wilt, maar ze zijn in alle kranten en met bijna al hun boeken besproken. Dus kennelijk lezen leraren niet wat ze moeten lezen. Recensies bijhouden is toch wel het minste, zou je zeggen. Eén leraar maakt wel een hele slimme opmerking: „Soms heb ik het gevoel dat er achter de lobby voor adolescentenliteratuur op de lijst een emancipatoire gedachte schuilgaat”, zegt Heemskerk. „Zo van: als we die boeken op de leeslijst krijgen, dan is het literatuur.” Dat is, denk ik, de andere kant van het probleem.
Schijndiscussie
Zelf vind ik het debat over jongerenliteratuur een schijndiscussie. Jongerenliteratuur wordt als een apart genre naar voren geschoven en raakt juist daardoor gemarginaliseerd. Goede boeken die toevallig een jongere als hoofdpersoon hebben zouden gewoon bij de volwassenenliteratuur moeten staan, met een jongerenkast hoogstens als uithangbord. Vanaf vijftien jaar vervalt de noodzaak voor een eigen literatuur, je zou op die leeftijd gewoon alles moeten lezen voor volwassenen. Jongeren doen toch ook niet aan seks met een krukje? Het enige dat ik werkelijk met de pleitbezorgers van meer aandacht voor jongerenliteratuur eens ben, is dat leraren Nederlands eens uit hun ivoren wachters moeten komen. Er verschijnt af en toe wel eens iets goeds en kennelijk is er, alleen omdat er het verkeerde etiket op zit, bijna niemand die dat ziet.