Maar hoe talrijk de zegeningen ook zijn, dat de jeugdliteratuur een nieuwe impuls nodig heeft valt niet te ontkennen. Laten we daarom met Van Lieshout vooruit kijken om te veranderen en te verbeteren. Gebruik de leerplicht en de moderne techniek om literatuur voor iedereen toegankelijk te maken. Laat Plasterk een kader scheppen voor in het basis-, middelbaar- en beroepsonderwijs, zodat docenten weten wat ze hun leerlingen aan (kinder)literatuur kunnen en moeten bieden, en de klant niet langer alleen vraagt wat de media hem voorschrijven, maar ook wat het onderwijs hem enthousiast adviseert.Hoewel ik het er mee eens ben dat het onderwijs meer zou kunnen doen aan kinder- en jeugdliteratuur, vind ik het wel erg kort door de bocht om te suggereren dat het feit dat kinderen vooral pulp lezen het gevolg is van een lacune in het onderwijs. Of, erger nog, dat het allemaal weer beter wordt als we tegen kinderen gaan vertellen dat ze toch echt Toon Tellegen mooi moeten vinden.
Terwijl de impopulariteit van kunstkinderboeken natuurlijk gewoon wordt veroorzaakt door het feit dat de meeste hedendaagse kunstkinderboeken helemaal geen kinderboeken zijn. Kinderen hebben niet ruim voldoende, zoals Noorduijn suggereert, maar veel te weinig keus als het om kwaliteit gaat. Terwijl er pulp in overvloed is. Er is maar één echte oplossing en dat is dat kwaliteitsschrijvers, zo ze dat nog niet doen, weer kinderboeken gaan schrijven.
En als we echt willen dat kinderen die boeken gaan lezen, dan zou het maar het beste zijn als het onderwijs die boeken keihard verbiedt. En wij recensenten overal gaan rondbazuinen dat die nieuwe boeken rotzooi zijn. Dat werkt bij kinderen meestal het best.