Het wordt weer knarsetanden voor de tegenstanders van het Spartaanse lezen, want er is zoals gebruikelijk weinig te beleven bij de Griffels dit jaar. Twee interessante titels, maar uit het geheel dampt de weinig inspirerende boodschap op dat kinderen - willen zij Ware Lezers worden - zich moeten vergapen aan gortdroge taalgrapjes, gezochte metafoortjes, dubbele bodempjes en open eindjes. De Gouden Griffel waar ik wél warm voor zou lopen zat er vorig jaar in de leeftijdsgroep van vijf tot twaalf overigens sowieso niet bij. Ik kan dat 'rijke aanbod' waar de jury het over heeft dan ook niet plaatsen.
En? - Kitty Crowther (De Eenhoorn) - Geslaagd nieuw prentenboekje van ALMA-winnares, mijn favoriet in dit lijstje, wel erg weinig tekst voor een Griffel maar dat hoeft geen bezwaar te zijn.
Het boeboek - Imme Dros (Querido) - Imme Dros en Harry Geelen moeten eens met pensioen, hun laatste boek is in de eerste plaats flauw. Als dit Dros' eerste Gouden Griffel ooit wordt, dan is dat wel de grap van het decennium.
Roodkapje was een toffe meid - Marjet Huiberts (Gottmer) - Originele en onderhoudende sprookjesparodieën op rijm, die vooral opvalt door het degelijke rapwerk van Benaissa Linger. Het wordt wel tijd voor een Goude Griffel voor Huiberts. Maar deze melige sprookjeshumor, hoewel goed uitgevoerd, is niet de ideale kandidaat.
Hoe oma almaar kleiner werd - Michael de Cock (Querido) - Klassiek voorbeeld van het soort kinderliteratuur waar we van af moeten. Een heel boek gebaseerd op een taalgrapje. En toch zo humorloos als een bord geroosterde gerst. Kunst omdat het moet. Mikt op volwassenen nog steeds van hun stoel vallen als ze ontdekken dat er - het is werkelijk niet te geloven - zoiets voor kinderen gemaakt wordt. Laat dat soort volwassenen nu net altijd in dit soort jury's te vinden zijn. Zijn veel minder geforceerde Rosie en Moussa was een betere keus geweest.
Dissus - Simon van der Geest (Querido) - Dikke kans dat jong talent Van der Geest zijn eerste Gouden Plak gaat scoren met deze opvallende Homerosbewerking. Van der Geest schrijft bravourepoëzie voor intelligente knullen en dat is verrassend en verfrissend. Toch voert het mij te ver om een boek dat voor zo'n micropubliek interessant is tot allerbeste kinderboek van het jaar. Of Van der Geest zou eens samen moeten gaan werken met Benaissa Linger.
Vliegen tot de hemel - Michael de Cock (Davidsfonds) - Weer een bewerking van klassiekers en dat juich ik toe, maar bij deze tour de force zit je al in de flaptekst te gapen van verveling. Ik krijg ook doodvermoeide ogen van die Dendooven, die al ruim een decennium blijft knippen en plakken op de automatische piloot.
Ik! Wie is dat? - Kinderuniversiteit van Tilburg (Zwijsen) - Een boekje dat me ontgaan is. Klinkt leuk, snel bestellen.
Meneer Kandinsky was een schilder - Daan Remmerts de Vries (Leopold) - Het was een leuke tentoonstelling, maar als je wat van Daan Remmerts de Vries bekroont, dan alsjeblieft niet dit tamelijk onleesbare nicheproduct. Daar doe je hem geen eer mee aan.
Ik leer liedjes van verlangen, en aan je apenstaartje hangen - Bette Westera (Gottmer) - Prachtig vormgegeven boek met een paar fijne, humoristische hoogtepunten. Wel waren de letters wat pietepeuterig en vond ik een fors deel van de gedichten wel erg volwassen. Westera wordt elk boek beter, maar is bepaald nog geen Annie M.G. Schmidt.
Hoera voor Superguppie! - Edward van de Vendel (Querido) - Kom toch op zeg, nou weten we het wel.