zaterdag 5 februari 2005

**** (4) voor Robert Wolfe: Joshua Joshua Tango

Joshua kan praten, vliegen en is telepatisch begaafd. Hij zingt niet onverdienstelijk en ondanks zijn leeftijd danst hij ook nog aardig de tango. Maar wat dit alles pas echt uitzonderlijk maakt, is dat Joshua een Braziliaanse schildpad is.

Wetenschappers proberen al jaren te bewijzen dat zijn soort, de Geochelone elephantopus, minstens even slim is als mensen. Tot nu toe zonder succes. Om zijn onderzoekingen dag en nacht voort te kunnen zetten, brengt professor Groen één schildpad mee naar huis.

Helaas voor hem laat die zijn talenten echter alleen maar zien aan Marcel, het eenzame zoontje van de wetenschapper. Marcel beleeft dankzij de magische schildpad het avontuur van zijn leven. En dat mocht ook wel, want zijn moeder is in India om zichzelf te herontdekken en op school wordt hij geplaagd omdat hij, net als zijn vader, een slome dromer is.

De flaptekst maakt meteen duidelijk: Joshua Joshua Tango van de Nederlander Robert Wolfe wil alle kinderboeken tegelijk zijn. Het verhaal over Marcels Harry Potter-achtige bezemsteelbelevenissen op de vliegende schildpad is namelijk nog lang niet alles. Joshua Joshua Tango is ook een moderne realistische probleemroman over een kwakkelend eenoudergezin.

En alsof dat allemaal nog niet genoeg is, weeft Wolfe er een oerhollandse voetbalavontuur doorheen, waarin de plaatselijke cup veroverd moet worden, een nobele asielzoeker die niet terugwil naar zijn land, een gekke buurman die niet zo eng is als hij lijkt en natuurlijk ook een ontvoering. Verbazingwekkend genoeg werkt het nog ook. Sterker zelfs: Wolfe heeft met zijn aanstekelijke debuut een prestatie van formaat geleverd.

Misschien komt dat wel juist doordát hij zich door al die genres tegelijk liet inspireren. Er staat zo veel heerlijke onzin en herkenbaar kinderleed in, dat het vanaf de eerste bladzijde voelt als een oerkinderboek. Zoiets als Michael Ende’s Het oneindige verhaal: de ene kwestie is nog niet afgewikkeld of de volgende dient zich al weer aan, alsof het nooit meer afgelopen zal zijn.

Goddank heeft Wolfe net als Ende het zeldzame talent om alles op zo’n manier aan elkaar te fantaseren dat het nog geloofwaardig blijft. Joshua Joshua Tango is één grote wensvervulling. Wie dit leest gaat er van dromen om net als Marcel verzeild te mogen raken in de magische wereld van Joshua, waar kinderen alles kunnen. Het is een feel-goodboek in de meest positieve zin van het woord.

Dat het allemaal niet klef en goedkoop wordt, komt door de aangenaam intelligente schrijfstijl van Wolfe. Hij neemt zijn eigen fantasie serieus, maar ook weer niet té. Bij vlagen is hij uitzonderlijk grappig en hij denkt alle onmogelijkheden die hij verzint tot in de consequenties door. De titel van het boek is bijvoorbeeld de radioroepnaam van Joshua, voor gebruik tijdens telepathische gesprekken. Die zijn opgebouwd uit de naam van de persoon (Joshua), diens favoriete zanger (ook Joshua) en diens hobby (Tango). Marcel wordt dan Marcel Elvis Voetbal.

De hartelijke vriendschap tussen Marcel en Joshua en hun komische telepathische gesprekken zijn bovendien geloofwaardig en echt, iets wat in dit soort avonturenboeken meestal niet het geval is.

Het enige dat dit boek minder sterk maakt dan een klassieker als Het oneindige verhaal is dat literaire en emotionele diepgang ontbreekt. Marcel is een door en door welwillend mens, schiet niet door in zijn nieuw verworven talenten en is aan het eind dus uitgebalanceerd, gelukkig en af. Hij had wel íets menselijker mogen zijn.

Wolfe, geboren in Australië maar sinds zijn achtste Nederlander, verdient zijn brood met het geven van trainingen over het verkrijgen van ‘innerlijke rust’ op basis van een meditatiemethode uit de Verenigde Staten. Zijn jeugd en professionele achtergrond verklaren waarom Joshua Joshua Tango hier en daar wel erg op een Amerikaanse kinderkaskraker lijkt, volgens het credo: alles komt goed, als je je dromen maar waarmaakt. Als Wolfe niet zo’n goede schrijver was geweest, was dit boek uitgelopen op een handboek voor bij een meditatiecursus.

Dankzij zijn droge humor en zijn bewuste keuze om niet álles positief af te laten lopen komt het echter niet zo ver. Professor Groen heeft tot zijn teleurstelling geen énkel teken van intelligentie kunnen ontdekken. En dus moet Joshua terug naar Brazilië. Marcel leert dan wel zijn angsten onder ogen te zien en is aan het eind van het verhaal de held van de dag, maar de voetbalcup gaat naar een andere school, zijn moeder komt niet terug uit India en de asielzoeker is weer naar voormalig Joegoslavië. Zo vrolijk is het dus allemaal ook weer niet.

Joshua Joshua Tango is echt een boek dat het verdient het om een van de favorieten van dit jaar te worden. En er moet inderdaad maar gauw een filmversie van komen.