dinsdag 26 oktober 2010

I. Het leesplezier is terug

Onmiskenbaar pluspunt van de de terugkeer van het dikke boek: het zijn betere tijden voor leesplezier. Een leesbaar boek schrijven is voor kwaliteitsschrijvers niet meer taboe, zodat lezers voor hun plezier niet meer alleen aangewezen zijn op pulp. Om een verklaring voor deze langverwachte terugkeer te vinden, moeten we in de geschiedenis van het leesplezier duiken. Leesplezier is in Nederland altijd verdacht geweest. Misschien heeft dat iets met het calvinisme te maken. Voor leesplezier heb je in de eerste plaats een plot nodig en wat in Nederland voor literatuur doorgaat is opvallend arm aan plot. Voor ervaren lezers is dat niet zo'n punt, maar voor kinderen is dat echt een probleem. Kinderen lezen om zich te ontspannen. Een beetje puzzelen en iets leren is niet erg, maar het moet niet de boventoon voeren. Een ander probleem is de boodschap van boeken. In de eerste helft van de vorige eeuw domineerde de pedagogiek. Kinderen moesten lezen over mensen met een hoge morele standaard. In werkelijkheid waren natuurlijk vooral tegendraadse boeken populair, zoals Dik Trom en Pietje Bell. In de jaren zestig en zeventig bloeide even het knap geschreven sprookjesachtige avonturenboek op, met als beste voorbeelden Paul Biegel en Tonke Dragt. Jan Terlouw en Thea Beckman zijn daarnaast goede voorbeelden van leerzaam en spannend tegelijk. Dit is de enige periode in de geschiedenis van de jeugdliteratuur die ik ken, waarin critici en jonge lezers wel eens op één lijn zaten. Daarna kwam het literaire kinderboek, dat in de jaren tachtig werd gezien als een bevrijding, maar in werkelijkheid de terugkeer betekende van de pedagogische stroming: kinderen werden nu niet met straffe hand naar het Goede geleid, maar met een even straffe hand naar het Waardevolle. Voor een opdringerige ethiek kwam een opdringerige esthetiek in de plaats. Die laatste stroming is het afgelopen decennium duidelijk op de achtergrond geraakt. De verklaring van de terugkeer van het leesplezier ligt dáár: de pedagogische draak is voorlopig weer even verslagen. Misschien voerde een bepaalde tovenaar wiens naam wij pas in de derde trend noemen de troepen aan, maar er is sprake van een bredere trend: lezen mag weer in de eerste plaats om leesplezier gaan. Boeken draaien weer om inhoud en niet alleen om vorm. Het kwaliteitsniveau mag in veel gevallen hoger, maar er is onmiskenbaar een ontwikkeling in de goede richting.

Terug naar het overzicht. Illustratie: Maurice Sendak.

maandag 25 oktober 2010

II. Van veel te dunne boeken naar te veel dikke

Toen ik begon met recenseren was het hoe kariger hoe beter. Het kinderboek heeft anorexia, zo stelde ik in mijn eerste opiniestuk. De leus: less is more. Althans in de boeken die werden aanbevolen en bekroond. Dat kinderen niet zaten te wachten op piepkleine bordjes met nauwelijks verhaal, deed niet ter zake. Hapje voor hapje genieten van een rauwe wortel is goed voor je fantastie! Gelukkig is het negentiende-eeuwse lezen weer helemaal in de mode, met dikke boeken vol krullerige zinnen en lange, vermakelijke zijpaden. Kinderen houden niet van lezen? Ze zijn er dól op! En er zijn zelfs een paar kwaliteitsschrijvers die wat dikker durven. Helaas schieten we van het ene uiterste in het andere. Sommige dikke boeken brengen hele families met nog dikkere en spuuglelijke zussen mee. Het wordt tegenwoordig chique gevonden om bij je debuut maar meteen de rest van de negendelige reeks aan te kondigen. We moeten daarom vandaag vrezen voor het tegenovergestelde van literaire anorexia: obesitas, suikerziekte en jojo-effect. Maar terug naar de graatmagere modelletjes met sterallures, die na het ontvangen van hun erelinten dood neervallen in de coulissen? Liever niet. Want ook al is de kwaliteit van al die dikkerdjes niet altijd even hoog, dat ze de meest in het oog springende bijdrage leveren aan de terugkeer van het leesplezier, is evident.

Terug naar het overzicht. Illustratie: Marcus Blättermann.

zondag 24 oktober 2010

Tien jaar in tien trends

Op 29 september 2000 verscheen mijn eerste stuk. Sindsdien is er een hoop gebeurd. De komende weken zal ik tien jaar samenvatten in tien trends. Hier alvast mijn lijstje. De bijbehorende korte analyses komen een voor een.

1. Van veel te dunne boeken naar te veel dikke
2. Het leesplezier is terug
3. De puinhopen van Potter
4. Van big business naar fast business
5. Oeuvres verdwijnen… maar worden toch bekroond
6. Volwassenen lezen kinderboeken
7. De cocktailgeneratie kan niet kiezen
8. Aandacht in de kranten blijft stabiel
9. De jongsten en de oudsten mogen niet klagen
10. Het kinderboek is nog steeds niet terug

dinsdag 19 oktober 2010

Shortlist Grote Jongerenliteratuur Prijs bekend

Jaap Leest lijkt de bloggersprimeur te hebben met de nominaties van de Grote Jongerenliteratuur Prijs, dankzij een twitterende Bas Maliepaard van Trouw. De genomineerden zijn:

- Erna Sassen Dit is geen dagboek
- Philip Huff Dagen van Gras
- Peter Bekkers Trouw is de andere wang
- John Greene Paper Towns
- Dave Eggers Zeitoun
- Erland Loe Muleum

De winnaar van de oorspronkelijke Nederlandstalige boeken krijgt 5000 euro, de winnaar van de vertaalde boeken deelt datzelfde bedrag met de vertaler. Interessant aan de prijs is dat de genomineerde boeken niet van een gespecialiseerde uitgever hoefden te komen, wat recht doet aan het feit dat boeken voor vijftien jaar en ouder eigenlijk gewoon boeken voor volwassenen zijn. We kijken dan ook met spanning uit naar het juryrapport. Dat wordt bekend op 19 november, als de prijs wordt uitgereikt op Crossing Border. Lees hier meer details daarover.

Wel, Gelukkige Lezers: wat vinden we ervan? Ben heel benieuwd naar jullie meningen.

woensdag 13 oktober 2010

De economie van het kinderboek na Potter

Kinderboek redt het economisch heel aardig, ondanks het vertrek van Harry Potter, meldt Sterre Lindhout vandaag op de economiepagina van de Volkskrant. Dit komt vooral door het succes van Geronimo Stilton, Hoe overleef ik..., de Grijze Jager en Twilight. "Het nieuwe kinderboek wordt niet door iedereen met gejuich ontvangen. Het succes van deze boeken is vaak vluchtig, na een paar maanden ligt het volgende deel alweer in de winkel. Schrijvers en recensenten klagen dat de boekenbranche kortademig is geworden, dat boeken niet meer de tijd krijgen om aan te slaan bij het publiek en dat winkels liever een partij bestsellers inkopen dan minder goed verkopende klassiekers."

donderdag 7 oktober 2010

*** (3) Smit / Dijkstra: Welkom op de dierderij

Al te veel leunen op bekende illustratoren is een manco van een aantal opkomende illustratoren. De illustraties van Noëlle Smit in Welkom op de dierderij (Pimento, € 14,95, ***) zijn mooi maar beginnen steeds meer op die van Fiep Westendorp te lijken. Verder valt het in het oog springende boek inhoudelijk erg tegen. De tekst van Lida Dijkstra is rommelig en leunt te veel op één flauwe grap.

woensdag 6 oktober 2010

KB zet webexpositie met 350 kinderboeken online

De Koninklijke Bibliotheek heeft ter gelegenheid van de kinderboekenweek een webexpositie van 350 kinderboeken online gezet. In dit overzicht is een geschiedenis-in-grote-stappen te vinden van 1600 tot nu, met in elke periode een aantal voorbeeldboeken. De KB heeft met 125.000 titels de grootste collectie kinderboeken van Nederland. Nu het onderzoek nog.

Steekje los bij Griffeljury

Hiernaast staat het boek dat gisteren de Gouden Griffel had moeten winnen, gesteld dat er alleen gekozen kon worden uit de door de jury genoemde boeken. Aadje piraatje van Marjet Huiberts en Sieb Posthuma is prachtig uitgegeven en geïllustreerd en hoewel ik wel kritisch was op de dwingende rijmschema's, verdient dit boek waardering omdat de verhalen écht op kleuterniveau zijn. Het boek van winnaar Daan Remmerts de Vries is kwalitatief misschien beter of in elk geval uit oogpunt van volwassenen interessanter. Dat oordeel laat ik graag aan de jury. Maar je kunt je afvragen of een jury die tussen neus en lippen poneert dat een moderne versie van het scheppingsverhaal zoals dit níet over de hoofden van kinderen* gaat, wel weet waar ze mee bezig is. De jury stelt letterlijk: 'En dat allemaal in een uiterst luchtige en verrassende verpakking die nergens over de hoofden van kleine lezers heen gaat.' Wie dit heel precies leest, kan de conclusie trekken dat de jury graag ziet dat de verpakking niet over de hoofden van de kinderen gaat. Dat de inhoud dat wél doet, is kennelijk minder belangrijk. Bij een jury die zo denkt bij te dragen aan de kwaliteit van het Nederlandse kinderboek, zit een steekje los.

* hier stond 'kleuters'. Terecht wordt in de reacties op dit bericht opgemerkt dat het bekritiseerde boek is uitgebracht voor zes jaar en ouder. Dit verandert overigens niets aan mijn betoog. Het waarderen van intertextualiteit is iets wat - uitzonderingen daargelaten - meer past bij een klein groepje literatuurminnende gymnasiasten. Wie wil weten hoe ik daarbij kom moet maar eens mijn afstudeerscriptie 'Twisten over de smaak van een ander' lezen. Ik ben net als Theo Witte een (kritische) aanhanger van de smaakontwikkelingstheorie van Michael Parsons. Op hard wetenschappelijk bewijs wachten we overigens nog.