8. Robbert-Jan Henkes en Aart Clerkx De bende van Lieke
Henkes kan schrijven, dat weten we al van zijn swingende vertalingen van Russische gedichten en van zijn eigen poëzie in Wit als een wat. Lieke heeft twee bendes: een in haar kamer en een op straat, met haar vriendinnen. Ze maken de gekste dingen mee, in sterk geschreven kort proza. Geïllustreerd door alternatieve striptekenaar Aard Clerkx (1945). Dat maakt het geheel wel erg jaren zestig, zeventig en tachtig. De buitenspeel- en verveeljeugd van Henkes (1962) en trouwens ook die van mij. Daarom viel het me ook niet direct op hoe vertrouwd het voelde. Geen computer of telefoon te bekennen. 9+
7. Ed Franck en Thé Tjong-Khing Panda & Eekhoorn
Thé Tjong-Khing is een van de weinige, zo niet de enige, illustrator die niet illustreert maar vertelt. Hij doet dit niet door zijn tekeningen te vullen, maar juist door zorgvuldig te kiezen welke momenten hij laat zien en veel weg te laten. Eigenlijk hoeft daar geen tekst bij. Zijn tekeningen zijn zo aanwezig, dat hij vooraan zou moeten staan in de titelbeschrijving en maken ook dit boek een feest om te bekijken. De tekst van Ed Franck - in eigen land een grootheid, hier bij het publiek nauwelijks bekend - is teleurstellend. Meteen in het eerste verhaal gaat het al mis, als Panda en zijn vriend Eekhoorn de maan proberen te pakken. Dat mislukt, omdat de trap van bamboe breekt onder het gewicht van Panda, die te veel bamboe heeft gegeten. Ze besluiten dat ze de maan niet hebben, maar wel iets belangrijkers. Het zou allemaal best grappig kunnen zijn, als het niet zo dromerig en zoet en als een gedicht, maar toch weer net niet, was opgeschreven. Zeker in vergelijking met bestaande, zoveel overtuigender geportretteerde helden de eekhoorn en de mier van Toon Tellegen en vos en haas van Sylvia Vanden Heede, een onnodige exercitie. 6+
6. Carlo Frabetti en Wendy Panders: Alice in Wetenschapswonderland
Nummer twee van dezelfde auteur, in de herkenbare stijl van Wendy Panders. Die noemde ik al eerder een aanwinst. Galileo, Newton, Curie: ze staan er allemaal in. Jammer dat vertaalster Lies Lavrijsen van het Spaanse* (verwarrende achternaam, Frabetti) 'física' in het Nederlands 'wetenschap' maakt, terwijl het natuurlijk om de natuurwetenschappen gaat. Geeft een minder mooie titel, maar ook minder discriminerend. Na het vorige boek over wiskunde kan Fabretti nog wel even vooruit, voor hij álle wetenschap gehad heeft. Dat is zeker geen kritiek op dit goed geschreven en vertaalde en meeslepend geïllustreerde boek. 10+
*In reactie op de opmerking van Lies Lavrijsen, zie onder. Frabetti werd geboren in Bologna maar woont en werkt (en schrijft kennelijk) in Spanje en in het Spaans. De Italianen zeggen 'fisica', de Spanjaarden 'física'.
woensdag 4 maart 2020
Abonneren op:
Posts (Atom)