dinsdag 26 juli 2011
Is de mening van jongeren wel van belang?
Enige tijd geleden las ik in de Spits een bericht dat verwees naar een onderzoek van Emory University dat zou bewijzen dat de hersenen van tieners hits kunnen voorspellen. Lees dit goed: de hersenen kunnen dat, hun verstand kan het níet. Het verhaal achter het onderzoek is wel aardig. In 2006 deden zogenaamde 'neuroeconomists' bij 27 tieners van 12 tot 17 een hersenscan tijdens het beluisteren van liedjes die pas net waren gepubliceerd en dus nog onbekend. Pas in 2011 kwam een van de onderzoekers 's avonds op de bank tijdens een aflevering van American Idol op het idee om eens te kijken of de uitslagen van hun tieneronderzoek de latere hits en flops hadden voorspeld. Dit bleek inderdaad zo te zijn, althans bij de oncontroleerbare hersenreacties. Aardig was dat de onderzoekers ook hadden gevraagd om de beluisterde liedjes een cijfer te geven. Tussen die cijfers en de hits was juist geen correlatie. De onderzoekers verklaarden dit met de kennis en vooroordelen die kennelijk je eerste gevoel ('raw reaction') vertroebelen. Dit is overigens een conclusie die de onderzoekers ook zonder hun uitslag met de werkelijke verkoopsuccessen te vergelijken hadden kunnen trekken: kennelijk zeggen je hersens wat anders dan je mond. Of hersens hits voorspellen is niet zo heel relevant, aangezien verkoopsuccessen nog niet zo heel veel zeggen over de kwaliteit op de lange termijn. Wel mag je je op basis van deze resultaten afvragen of de uitgesproken mening van jongeren over kunst eigenlijk wel van belang is.
maandag 25 juli 2011
**** (4) Per Olov Enquist: Opa en het geheim van de smokkelaars
De schrijvende literatuurhoogleraar Per Olov Enquist is in Zweden een bekende figuur. Recent schreef hij nog een indringend verslag van de strijd tegen zijn alcoholverslaving. Enquist maakte, naar eigen zeggen in opdracht van zijn kleinkinderen, een kinderboek dat in het Nederlands is verschenen als Op expeditie met opa. Ik vond dat een behoorlijk geslaagd experiment. Afgelopen zaterdag besprak ik Opa en het geheim van de smokkelaars van Per Olov Enquist in de Volkskrant.
donderdag 14 juli 2011
Net uit: Ingelin Angerborn De Klunzenclub
De Klunzenclub is de aanstekelijke opvolger van de Als ik niet toevallig-reeks van Ingelin Angerborn, waarvan de titel in het Nederlands bijna nog beter klinkt dan in het Zweeds. Viktor mag met het meisje waarop hij verliefd is een oriëntatietocht lopen door het Weidse Woud, maar door zijn geklungel ligt haar brilletje al snel met een onherstelbare barst op de grond. Dan leert hij tijdens een wilde verdwaalpartij Viktor en Vilma kennen met wie hij De Klunzenclub opricht.
dinsdag 12 juli 2011
Ted van Lieshout schrijft voor volwassenen
Het is natuurlijk helemaal geen nieuws: Ted van Lieshout schrijft voor volwassenen. In interviews vertelde hij daar wel eens over, dat hij dat wel wilde maar dat hij twijfelde of hij het durfde. Maar nu is het er dan eindelijk van gekomen. Enorm benieuwd wat zijn boek gaat 'doen'. Carry Slee en Simone van der Vlugt zijn hem voorgegaan en het heeft ze geen windeieren gelegd. Maar Van Lieshout zal ongetwijfeld ook hier zichzelf trouw blijven en compromisloze literatuur afleveren. Het boek gaat begin 2012 verschijnen.
Net uit: Wegwezen!
Voor wie nog niet weg is: Wegwezen!, vol reisverhalen van de kinderboekenauteurs van Querido. Er is voor elk wat wils, van Francine Oomens Lena Lijstje en een paardenverhaal van Judith Eiselin, via een klassieker van Guus Kuijer uit Eend voor eend tot een nieuw verhaal van de dit jaar met de Woutertje Pieterse en de Dioraphte Jongerenliteratuur Prijs bekroonde Benny Lindelauf. Ook geschikt voor wie thuis blijft en ‘even met de kont op reis’ wil, want Wegwezen! brengt je langs diepe afgronden, laat je slapen op de rug van een reus en doet ook nog even de middeleeuwen aan.
zaterdag 9 juli 2011
***** (5) Derk Visser Prikkeldraad
Vandaag in de boekenkatern van de Volkskrant: vijf sterren voor Derk Visser Prikkeldraad.
Droge zinnen die pijn doen van het opgekropte verdriet
De vijftienjarige Chelsea is de enige getuige van het ongeluk van haar alcoholistische vader. Als ze op geleende rode hoge hakken de trap af zwalkt, probeert hij haar met een onhandige beweging overeind te houden. Hij struikelt, breekt zijn nek en raakt in coma. En dat is maar een van de problemen waar het van diepvriesfrikadellen levende gezin tot dan toe mee omging: hun café Het Klokje is failliet en zus Jewel moet zich melden bij de politie omdat ze de neus van haar gymleraar heeft gebroken.
Het kan niet anders of Derk Visser (1959) slaat met zijn nieuwe jongerenroman Prikkeldraad dezelfde weg in als met de zeer geslaagde voorgangers Patatje Oorlog en Landjepik (Nieuw Amsterdam, 2007 en 2009). Daarin proberen aandoenlijke, goedgebekte jongeren iets van de wereld te begrijpen en van hun eigen leven te maken. Vissers dialogen zijn verslavend: een mengelmoes van volkswijsheden, roddels, geruchten, grappen en gekke invallen die helemaal nergens heen lijken te gaan.
Goed dat hij in deze stijl een dikker boek heeft aangedurfd. Zijn in kleine oplagen verschenen novellen zagen er dankzij de zachte, romantische potloodtekeningen op de omslag uit als christelijke voorlichtingsboekjes over zwangerschap en het huwelijk. De omslagfoto van Prikkeldraad is weliswaar slecht gekozen - een schaars gekleed vwo-meisje in een duur opgeknapt tweeverdienersappartement kan onmogelijk Chelsea zijn - en de vormgeving even smakeloos als die van de gemiddelde jongerenlectuur, maar misschien helpt dat wel en krijgt Visser eindelijk lezers. Want die verdient hij.
Derk Visser benadert met zijn compromisloosheid de indringende jeugdromans van Floortje Zwigtman en doet met zijn heldere stijl en wrange humor denken aan de beste verhalen van de op middelbare scholen zo populaire Mensje van Keulen. In zijn kleine, maar hopelijk nog lang niet voltooide oeuvre gaat het er niet zachtzinnig aan toe. Zijn jongeren verzuipen in de problemen, die ze meestal nog zelf veroorzaakt hebben ook.
Uniek aan Visser is dat hij voor die achterbuurttypes zo veel sympathie weet op te roepen. Het zijn de probleemfiguren die opdoemen uit bezorgde krantenberichten, types die hun school niet afmaken, torenhoge schulden hebben die ze met hun vakkenvullersbaantjes niet kunnen afbetalen en wier bezopen ouders de wijkagent en de ambulancebroeder in elkaar slaan. Ze willen een ander leven, en tegelijkertijd doen ze er álles aan om dat niet te krijgen.
Toch doet Visser je werkelijk geloven dat deze jongeren iemand of iets anders zouden kunnen zijn. Indrukwekkend is de onnadrukkelijkheid waarmee hij die verhalen vertelt. De meiden rommelen met condooms en praten over de bedkwaliteiten van jongens alsof het niets is. Seks is de normaalste zaak van de wereld, net als midden op de dag bier drinken en de Polen die voor de deur staan te barbecuen.
Eigenlijk gebeurt er niet veel: Chelsea pakt Duncan Douma, de ambitieuze rioolontstopper, van haar zus af en haar beste vriendin Jennifer gaat het helemaal maken in de muziekindustrie dankzij haar 'manager', de loensende Mickey Dielemans. Ondertussen zit het achterliggende tragische verhaal knap in elkaar. De ouwehoerende en zichzelf tegensprekende meiden sluipen in je ziel en de niet te vermijden uitbarsting wordt uitgesteld tot het bittere einde, met droge zinnen die pijn doen van het opgekropte verdriet.
Over de auteur is weinig bekend. Hij is werkzaam in de jeugdzorg en bouwt in vrije uurtjes aan zijn gestaag groeiende oeuvre. Misschien is het dankzij die afzijdige positie dat hij bij geen enkele literaire of populaire stroming hoort. Het werk van Visser staat op zichzelf en verdient veel meer aandacht dan het tot nu toe gekregen heeft. Lees die man.
(Recensie door Pjotr van Lenteren, gepubliceerd op 11-07-2011)
Droge zinnen die pijn doen van het opgekropte verdriet
De vijftienjarige Chelsea is de enige getuige van het ongeluk van haar alcoholistische vader. Als ze op geleende rode hoge hakken de trap af zwalkt, probeert hij haar met een onhandige beweging overeind te houden. Hij struikelt, breekt zijn nek en raakt in coma. En dat is maar een van de problemen waar het van diepvriesfrikadellen levende gezin tot dan toe mee omging: hun café Het Klokje is failliet en zus Jewel moet zich melden bij de politie omdat ze de neus van haar gymleraar heeft gebroken.
Het kan niet anders of Derk Visser (1959) slaat met zijn nieuwe jongerenroman Prikkeldraad dezelfde weg in als met de zeer geslaagde voorgangers Patatje Oorlog en Landjepik (Nieuw Amsterdam, 2007 en 2009). Daarin proberen aandoenlijke, goedgebekte jongeren iets van de wereld te begrijpen en van hun eigen leven te maken. Vissers dialogen zijn verslavend: een mengelmoes van volkswijsheden, roddels, geruchten, grappen en gekke invallen die helemaal nergens heen lijken te gaan.
Goed dat hij in deze stijl een dikker boek heeft aangedurfd. Zijn in kleine oplagen verschenen novellen zagen er dankzij de zachte, romantische potloodtekeningen op de omslag uit als christelijke voorlichtingsboekjes over zwangerschap en het huwelijk. De omslagfoto van Prikkeldraad is weliswaar slecht gekozen - een schaars gekleed vwo-meisje in een duur opgeknapt tweeverdienersappartement kan onmogelijk Chelsea zijn - en de vormgeving even smakeloos als die van de gemiddelde jongerenlectuur, maar misschien helpt dat wel en krijgt Visser eindelijk lezers. Want die verdient hij.
Derk Visser benadert met zijn compromisloosheid de indringende jeugdromans van Floortje Zwigtman en doet met zijn heldere stijl en wrange humor denken aan de beste verhalen van de op middelbare scholen zo populaire Mensje van Keulen. In zijn kleine, maar hopelijk nog lang niet voltooide oeuvre gaat het er niet zachtzinnig aan toe. Zijn jongeren verzuipen in de problemen, die ze meestal nog zelf veroorzaakt hebben ook.
Uniek aan Visser is dat hij voor die achterbuurttypes zo veel sympathie weet op te roepen. Het zijn de probleemfiguren die opdoemen uit bezorgde krantenberichten, types die hun school niet afmaken, torenhoge schulden hebben die ze met hun vakkenvullersbaantjes niet kunnen afbetalen en wier bezopen ouders de wijkagent en de ambulancebroeder in elkaar slaan. Ze willen een ander leven, en tegelijkertijd doen ze er álles aan om dat niet te krijgen.
Toch doet Visser je werkelijk geloven dat deze jongeren iemand of iets anders zouden kunnen zijn. Indrukwekkend is de onnadrukkelijkheid waarmee hij die verhalen vertelt. De meiden rommelen met condooms en praten over de bedkwaliteiten van jongens alsof het niets is. Seks is de normaalste zaak van de wereld, net als midden op de dag bier drinken en de Polen die voor de deur staan te barbecuen.
Eigenlijk gebeurt er niet veel: Chelsea pakt Duncan Douma, de ambitieuze rioolontstopper, van haar zus af en haar beste vriendin Jennifer gaat het helemaal maken in de muziekindustrie dankzij haar 'manager', de loensende Mickey Dielemans. Ondertussen zit het achterliggende tragische verhaal knap in elkaar. De ouwehoerende en zichzelf tegensprekende meiden sluipen in je ziel en de niet te vermijden uitbarsting wordt uitgesteld tot het bittere einde, met droge zinnen die pijn doen van het opgekropte verdriet.
Over de auteur is weinig bekend. Hij is werkzaam in de jeugdzorg en bouwt in vrije uurtjes aan zijn gestaag groeiende oeuvre. Misschien is het dankzij die afzijdige positie dat hij bij geen enkele literaire of populaire stroming hoort. Het werk van Visser staat op zichzelf en verdient veel meer aandacht dan het tot nu toe gekregen heeft. Lees die man.
(Recensie door Pjotr van Lenteren, gepubliceerd op 11-07-2011)
vrijdag 8 juli 2011
Harmen van Straaten begint nu echt iets potsierlijks te krijgen
Harmen van Straaten is 15 jaar schrijver, zo beweert zijn uitgever Pimento. Om het te vieren is zijn zeer geslaagde jeugdroman Wonderland onder een nieuwe titel heruitgegeven. Een goede zaak. Dat neemt echter niet weg dat de literaire carrière van Harmen van Straaten nu echt iets potsierlijks begint te krijgen. Verzint zo'n uitgever dat nu, zo'n taart met 15 kaarsjes, of wil hij het zelf zo graag? Feit is dat hij dat ene kunstje uit 2003 daarna niet meer over heeft gedaan. Zijn eerdere en latere schrijfwerk haalt het niet bij het niveau van Wonderland. Deze recensie schreef ik indertijd over Wonderland in de Volkskrant.
donderdag 7 juli 2011
** (2) voor Badescu en Chaud: Pomelo groeit
In 2004 verscheen het alleraardigste Pomelo en zijn paardebloem van de Frans-Roemeense schrijfster Ramona Badescu en illustrator Benjamin Chaud. Het gaat over een grappig roze olifantje zo groot als een pomelo, een kruising tussen grapefruit en een pompelmoes. Het was een heel geslaagd prentenboekje maar wel erg klein en ook door de slappe kaft niet vreselijk aantrekkelijk om met kleine kinderen te lezen. Maar nu is Pomelo gegroeid. Letterlijk. Helaas valt de inhoud erg tegen: een slap, quasi-filosofisch babbelverhaaltje dat veronderstelt dat kleuters geobsedeerd zijn met opgroeien en daar allemaal diepzinnige vragen over stellen.
maandag 4 juli 2011
Net uit: Johan Harstad Darlah, 172 uur op de maan
Bij de Noorse auteur Johan Harstad, die tot nu toe voor volwassenen schreef, hoef je er niet op te rekenen dat een loterij winnen met een feestje eindigt. Midori uit Tokyo, Antoine uit Frankrijk en Mia uit Noorwegen zijn de drie gelukkige jongeren die mee mogen op een laatste reis naar een verlaten onderzoeksstation op de maan. In kringen van sciencefiction- en thrillerliefhebbers wordt gezegd dat zijn eerste twee jongerenromans niet onderdoen aan de rest van zijn heftige oeuvre.
Abonneren op:
Posts (Atom)