donderdag 9 augustus 2007

***** (5) voor Derk Visser: Patatje oorlog

Op de omslag zuigen ze op een lolly, maar dat is zo’n beetje de enige onschuld die er bij het veertienjarige vriendinnenpaar Joy en Kelly uit Patatje oorlog van Derk Visser te ontdekken valt. Als ze naar de snackbar gaan is het, ondanks de titel, niet voor friet. Een pakje Marlborough Light vond de uitgever echter te heftig voor de buitenkant.

Jammer, want het boek had gezien de inhoud een wat uitdagender en kwalitatief hoogwaardiger presentatie kunnen gebruiken. Tien euro is bepaald geen koopje voor dit vodje. Maar gezegd moet worden: Vissers novelle maakt die aanvankelijke teleurstelling meer dan goed.

Patatje oorlog is van een overrompelende waarheidsgetrouwheid die terug doet denken aan de pessimistische, plastisch-feitelijke verhalen van Mensje van Keulen. Twee meiden die al ver over de grens van de kindertijd heen zijn vervelen zich kapot en praten wijsneuzig over derdewereldleed, de half afgeknabbelde snoepjesonderbroek van een van hun moeders en de voordelen van smaakjescondooms: ‘jongens vinden het leuk en je handen blijven schoon.’

Dat er die ene dag en nacht op het strand tussen het water, het duin, het geheime bankje en de snackbar bijna geen bal gebeurt, stoort nergens. Patatje oorlog bestaat bijna volledig uit dialoog en zou dan ook moeiteloos om te zetten zijn naar theater of film.

Visser, die een voorgeschiedenis heeft als filmer, is een interessante nieuwkomer. Zijn niet onaardige debuut Patchouli (Van Goor, 2005) kreeg veel aandacht van de leesbevorderingsmevrouwen van de Jonge Jury vorig jaar, in de hoop dat er naast Carry Slee en Francine Oomen ook nog andere auteurs zouden worden gelezen. Dat dit weinig resultaat had heeft Visser overigens aan zichzelf te danken, want in Patchouli deed hij met zijn pogingen tot straattaal wel érg zijn best om geen man van achter in de veertig te lijken.

In Patatje oorlog heeft hij dat zoeken naar publiekswaardering opgegeven en lijkt hij te willen zeggen: ik kan wel meer dan dat. Dat is ook zo. Derk Visser verdient behalve voor het feit dat hij aantrekkelijke puberliteratuur maakt, vooral ook waardering voor de literaire prestatie zelf. Of hij nu wordt gelezen of niet.