1. Sylvia Vanden Heede en Thé Tjong-Khing Feestboek
De nieuwe Vos en Haas zal sociale mediahaters aanspreken, want dit prentenboek geeft hen groot gelijk. Het is feest, maar Iek doet niet mee. Zijn smartfoon is veel interessanter. Al snel staat iedereen om hem heen. Uil baalt ervan. Maar dan komt hij op een idee om zijn eigen Feestboek met selfies te maken. Vos en Haas bestaan twintig jaar. Knap geschreven met bijna alleen maar eenlettergrepige woorden, wat vrijwel niemand kan maar Sylvia Vanden Heede wel. Verslavend geïllustreerd door Thé Tjong-Khing.
2a. Martijn van Calmthout en Govert Schilling: Stephen Hawking, abc van een genie
Snelle, goed voorbereide actie van wetenschapsredacteur Martijn van Calmthout en sterrenkundejournalist Govert Schilling. Stephen Hawking overleed op 14 maart en nu is er al een aanstekelijk geschreven, toegankelijk boekje over hem voor kinderen en jongeren en kom: ook volwassenen die van ruimtekrommingen geen bal begrijpen. Vol wetenswaardigheden over de man die werd geboren op de 300e sterfdag van Galileo Galilei en stierf op de 139e geboortedag van Albert Einstein. Mannen met wie hij zich kon meten en zijn sterrenstatus deelde.
2b. Rachel Ignotofsky Meisjes en wetenschap
Van Hypatia, de eerste wiskundige, via de onvermijdelijke Marie Curie naar de vorig jaar overleden Iraanse Maryam Mirzakhani: de vijftig meest invloedrijke vrouwelijke pioniers staan in dit door de New Yorkse Rachel Ignotofsky geschreven en geïllustreerde boek. Wel erg donker en kriebelig beletterd en hier en daar wat al te Vlaams vertaald voor de Nederlandse markt, jammer genoeg.
3. Tamara Bach Veertien
Aanstaande dinsdag verschijnt dit interessante Nederlandse debuut van de Duitse Tamara Bach, in eigen land met zeven titels en bijna het dubbele aantal bekroningen al een beroemdheid aan het worden. Bé komt na twee maanden afwezigheid weer op school en merkt dat er veel veranderd is. Haar vriendinnen doen geheimzinnig over iets dat ze hebben meegemaakt en zelf is ze voor het eerst gekust. Ook gaan haar ouders scheiden. De gebruikelijke ingrediënten voor pubergepruttel, maar dan heb je Bachs indringende stijl nog niet gelezen. Ze richt zich, net als Gideon Samson dat wel eens doen, rechtstreeks tot de lezer. De stijl is kort, snel, dan weer afwezig, dan weer heel erg in het moment. Hallucinerend, alsof je erbij bent, inclusief de verwarring. Veertien was genomineerd voor de prestigieuze Jugendliteraturpreis vorig jaar.
In De Weekgreep signaleer ik vers uit de postbus de interessantste titels voor lezers, ouders en leerkrachten. Deze boeken liggen er net of bijna en zijn een bezoek aan de boekhandel waard.
zaterdag 7 april 2018
zondag 1 april 2018
Weekgreep #18-9: Fienieg en Meinderts Liebermann, Akveld en Dematons Van wie is die sok, Emilia Dziubak Twaalf maanden in het bos
1. Annette Fienieg & Koos Meinderts De zee van meneer Max
Altijd weer genieten, als Annette Fienieg en Koos Meinderts samen een prentenboek maken. De vuurtoren blijf ik hun beste werk vinden; probeer die maar eens met droge ogen voor te lezen. Een nieuw hoogtepunt in de samenwerking is De zee van meneer Max, waarin Fienieg een prachtige mix weet te vinden tussen schilderen en schetsen, haar eigen stijl en die van Liebermann. Opzet van het verhaal ook goed: aandacht ligt meer op Martha, het weesmeisje dat model is van Max Liebermann, dan op de kunstenaar. Haar ontroerende eerste reis naar zee en een theetuin onderweg maakt de keus van behandelde kunstwerken eenvoudig en logisch. Mooi ook in beeld gebracht de verschillen tussen jongens (bloot aan het zwemmen) en meisjes (met opgetilde jurk en onderrok pootjebaaien, mutsje nog op) en zo zijn er allerlei verhalen in te ontdekken voor wie in kunst en geschiedenis geïnteresseerd is.
2. Joukje Akveld & Charlotte Dematons Van wie is die sok?
Charlotte Dematons is in de basis een verteller. Zomaar wat tekenen, zonder verhaal, is niets voor haar. Het concept 'van wie is die...', bedacht door Joukje Akveld en eerder al geïllustreerd door Thé Tjong-Khing, pas haar bijzonder goed. Ze deelt het talent met Mance Post uit haar Madelief-tijd om echte mensen en in het bijzonder kinderen te tekenen met al hun hebbelijkheden. Het boze kleutertje is echt geweldig. Steeds mogen we kiezen uit vier figuren van wie het missende kledingstuk is - dat het voor de hand ligt, maakt het juist grappig - en daarna krijgen we in een grote tekening te zien hoe het kledingstuk vermist is geraakt. De verschillende vermissingen hebben met elkaar te maken. Je blijft kijken.
3. Emilia Dziubak Twaalf maanden in het bos
Een oude traditie: een verzameling van alle maanden in twaalf prenten waarin je de seizoenen ziet verglijden. Helemaal mooi: dat met één landschap doen. Zoek de verschillen. Rotraut Susanne Berner maakte zo een hele serie met terugkomende personages, de Poolse illustrator Emilia Dziubak doet alle seizoenen in één boek. Fascinerend geheel. Van haar hand verscheen maar een eerder boek in Nederland. Doe maar meer.
In De Weekgreep signaleer ik vers uit de postbus de interessantste titels voor lezers, ouders en leerkrachten. Deze boeken liggen er net en zijn een bezoek aan de boekhandel waard.
Altijd weer genieten, als Annette Fienieg en Koos Meinderts samen een prentenboek maken. De vuurtoren blijf ik hun beste werk vinden; probeer die maar eens met droge ogen voor te lezen. Een nieuw hoogtepunt in de samenwerking is De zee van meneer Max, waarin Fienieg een prachtige mix weet te vinden tussen schilderen en schetsen, haar eigen stijl en die van Liebermann. Opzet van het verhaal ook goed: aandacht ligt meer op Martha, het weesmeisje dat model is van Max Liebermann, dan op de kunstenaar. Haar ontroerende eerste reis naar zee en een theetuin onderweg maakt de keus van behandelde kunstwerken eenvoudig en logisch. Mooi ook in beeld gebracht de verschillen tussen jongens (bloot aan het zwemmen) en meisjes (met opgetilde jurk en onderrok pootjebaaien, mutsje nog op) en zo zijn er allerlei verhalen in te ontdekken voor wie in kunst en geschiedenis geïnteresseerd is.
2. Joukje Akveld & Charlotte Dematons Van wie is die sok?
Charlotte Dematons is in de basis een verteller. Zomaar wat tekenen, zonder verhaal, is niets voor haar. Het concept 'van wie is die...', bedacht door Joukje Akveld en eerder al geïllustreerd door Thé Tjong-Khing, pas haar bijzonder goed. Ze deelt het talent met Mance Post uit haar Madelief-tijd om echte mensen en in het bijzonder kinderen te tekenen met al hun hebbelijkheden. Het boze kleutertje is echt geweldig. Steeds mogen we kiezen uit vier figuren van wie het missende kledingstuk is - dat het voor de hand ligt, maakt het juist grappig - en daarna krijgen we in een grote tekening te zien hoe het kledingstuk vermist is geraakt. De verschillende vermissingen hebben met elkaar te maken. Je blijft kijken.
3. Emilia Dziubak Twaalf maanden in het bos
Een oude traditie: een verzameling van alle maanden in twaalf prenten waarin je de seizoenen ziet verglijden. Helemaal mooi: dat met één landschap doen. Zoek de verschillen. Rotraut Susanne Berner maakte zo een hele serie met terugkomende personages, de Poolse illustrator Emilia Dziubak doet alle seizoenen in één boek. Fascinerend geheel. Van haar hand verscheen maar een eerder boek in Nederland. Doe maar meer.
In De Weekgreep signaleer ik vers uit de postbus de interessantste titels voor lezers, ouders en leerkrachten. Deze boeken liggen er net en zijn een bezoek aan de boekhandel waard.
Abonneren op:
Posts (Atom)