donderdag 26 februari 2015

Net uit: Martine Bijl Er was eens een prins en die wou een prinses

Lichte verontwaardiging onder kinderboekenliefhebbers: wordt er eens een kinderboek in DWDD besproken, is het van een Bekénde Néderlander! Geteutebel, maar niet helemaal onbegrijpelijk - kinderboekenschrijvers raken nu eenmaal niet bekend als in de wereld van Matthijs van Nieuwkerk alleen Bekende Nederlanders kinderboeken schrijven. Overigens besteedde het boekenpanel wel degelijk aandacht aan boeken die dat om literaire en artistieke merites verdienen, zoals Het raadsel van alles wat leeft van Jan Paul Schutten en Floor Rieder, lang voor het een Gouden Griffel en een Gouden Penseel won. In het geval van Martine Bijl gaat het, net als bij het milieukinderboek van leesprinses Laurentien, toch echt om Martine Bijl en niet om wat ze geschreven heeft. Want moet je de boeken van Bijl hebben? Neuh. Bijl begon in de jaren zeventig met het schrijven en voorlezen van Eftelingsprookjes. En daar is het bij gebleven. Niet onverdienstelijk maar bepaald niet met haar tijd meegegaan. Haar talent ligt in het voorlezen, de sprookjes-in-verzen zelf hebben last van flauwiteiten en rijmdwang en blijven, hoe sympathiek ook, naast hedendaags topwerk van Joke van Leeuwen, Hans en Monique Hagen, Sjoerd Kuyper, Ted van Lieshout en Bette Westera niet overeind. Er was eens een prins en die wou een prinses is luxe uitgegeven en Noëlle Smit verdient een pluim voor de smaakvolle prenten en het overtuigende omslag. Dat kan niet verhullen wat Bijl zelf ook wel weet: 'En het jongste geitje was een held! / Ziezo, nou ben ik uitverteld.'

woensdag 25 februari 2015

Achterstallig onderhoud: Robert Wolfe Bangschool

Eind vorig jaar blijven liggen: Bangschool van Robert Wolfe. Wolfe is mijn soort schrijver: zijn avonturen beginnen in de alledaagse, Hollandse werkelijkheid, waarin zijn helden een deurtje weten te vinden naar een ándere werkelijkheid. De lezer kan dat, als hij goed zoekt, ook vinden. En dus kijk je de volgende dag met andere ogen naar de wereld om je heen. In Bangschool volgt de eenzame Mads Wester een spoor dat speciaal voor hem getrokken is - 'als met een frietje in de appelmoes' - en ontdekt bruggetjes en steegjes tussen flatgebouwen die hij alleen kent. Zo komt hij terecht in een school waar je leert om bang te zijn. Écht bang zijn. Als hij slaagt voor zijn toelatingsexamen wil Mads nog maar één ding: wegwezen. Robert Wolfe (1967) werd geboren in Australië en groeide vanaf zijn achtste op in Nederland. Net als Roald Dahl is hij een schrijver met een vliegbrevet. Die Angelsaksische bravoure en fantasie zie je terug in zijn boeken. Maar de belofte die ik meende te zien in zijn verrassend intelligente en onderhoudende debuut Joshua Joshua Tango deed, maakt Robert Wolfe in zijn latere boeken niet écht waar. Hij blijft te veel hangen bij wat grote schrijvers al gedaan hebben. Wat geen reden is om er niet lekker mee door te gaan. Fijn om te lezen blijft het.

maandag 23 februari 2015

Paddington: jamzoete multicultiheld

Ik heb de boeken gelezen dus ik had me ingesteld op een uurtje tukken in de bioscoop, maar dat kun je wel vergeten met Paddington. Het verhaal van het lievige beertje dat zich overal in de nesten en er ook weer uit werkt is verpotteriseerd tot een stoere actiefilm. Wat helemaal goed wordt gemaakt door de stemmen van Freek Vonk als mislukte ontdekkingsreiziger met spraakgebrek en Charlotte Dematons als plat Amsterdams pratende huishoudster mevrouw Vogel, die wel een borreltje lust. Belangrijkste verschillen met de boeken zijn de structuur en de boodschap. In A bear called Paddington (1958) komt de sympathieke beer met een vaag verhaal (zijn tante is in Peru naar een oudeberenhuis gegaan) bij de familie De Bruin terecht. Hij wordt vrijwel meteen geaccepteerd, hoewel hij niets van de Britse beschaving begrijpt. Hij raakt elke keer als hij wat nieuws meemaakt (in bad gaan, winkelen, roltrap, toneelvoorstelling) spectaculair in de problemen en weet zich hier altijd weer op charmante manier uit te redden. Spectaculair, uiteraard, naar maatstaven van de Britse jaren vijftig. Vandaag gelezen, komen de verhalen wel wat ouderwetsig en nuffig over. Elk verhaal is een afgerond avontuur, heel geschikt om vanaf een jaar of vijf voor te lezen. Daar kun je eindeloos nieuwe bij verzinnen en dat is ook precies wat voormalige BBC-cameraman Michael Bond gedaan heeft. De film maakt er, uiteraard, één geheel van met een voorgeschiedenis (Paddington groeit op in een marmeladefabriek in Peru die verwoest wordt door een aardbeving), een exposé (Paddington gaat in bad en met de roltrap) en daarna een spannend verhaal met een Cruella de Vil-achtige slechterik. Waar het boek over klassieke Britse waarden als gemoedelijkheid en vormelijkheid gaat, is de boodschap van de film een warm pleidooi voor de multiculturele immigratiestad die Londen is: iedereen is anders, maar we zijn één grote familie. In onze eigen jeugdliteratuur is Paddington geen onbekende. Een Nederlandse versie verscheen in 1959 bij Ploegsma, al een jaar na de eerste editie in Engeland. De titel nog koddig letterlijk vertaald Een beer die Paddington heette. Na jarenlang bij Unieboek ondergebracht te zijn, verscheen vorig jaar een filmeditie met de oorspronkelijke illustraties bij Moon. Michael Bond - die de film 'true to the spirit of the books' noemt, wat je ook kunt lezen als: 'er klopt geen bal van' - is bezig met een nieuwe aflevering van de serie. Het veertiende deel als ik goed geteld heb.

woensdag 18 februari 2015

Net uit: Monique Samuel Dansen tussen golven traangas

Geweldig, natuurlijk, de éérste oorspronkelijk Nederlandstalige jeugdroman over de Arabische Lente. Misschien wel de eerste jeugdroman over dit onderwerp ter wereld? In Dansen tussen golven traangas vertelt Midden-Oostendeskundige Monique Samuel over haar vaderland Egypte, waar vier jongeren elk op hun eigen manier betrokken raken bij de revolutie van 2011. Mohammed moet het kruidenierszaakje van zijn vader overnemen, maar wil liever dansen. Zijn beste vriend (of meer dan dat?) Abdelrahman wordt steeds geloviger en wil iets gaan doen aan de corruptie in zijn land. De christelijke Samya is verliefd op Mohammed. Maar ja, die is dus moslim. Layla, Mohammeds zus, is net begonnen met bloggen, maar wil liever de straat op. Kan ze vergeten, want ze is een meisje. Door Samuels deskundigheid en persoonlijke betrokkenheid voelt het verhaal meteen dichtbij. De details kloppen. We lezen van binnenuit en door jonge ogen over wat er gebeurt in het Midden-Oosten en dat maakt best indruk. Best. Want wat jammer dat Samuel bij al dat nieuws zo'n voorspelbare, obligate vorm kiest. Het is alsof Thea Beckman naar Caïro is gevlogen en het kunstje dat ze zo vaak in de Middeleeuwen deed ('ik ben jong en ik wil wat, maar mag niet van mijn vader') verplaatst naar het Egypte van vandaag. Van die schematische jongeren in schematische situaties waar we wel van móeten houden, want ze willen vrij zijn, net als wij. En dat is, zelfs als je voor jongeren schrijft, een te gemakkelijke vertelstrategie om écht te raken.

dinsdag 10 februari 2015

Woutertje Pieterse begint met nomineren; de vijf kandidaten in het kort

Het was even spannend of de WeePeePee het zou gaan halen dit jaar, maar met een nieuwe sponsor gaat de kwaliteitsprijs met de meest riante vergoeding voor één jeugdboek (€ 15.000!) op 11 april gewoon weer uitgereikt worden. Nieuwigheidje: nominaties. Tot nu toe onthulde de jury soms in haar lofrede andere titels, nu gaan de kandidaten openlijk de 'strijd' aan.

De Duik, Sjoerd Kuyper en Sanne te Loo (Lemniscaat) Kuyper is erg productief geweest in 2014 en publiceerde naast het bejubelde Hotel de grote L ook het intieme, prachtig geïllustreerde De Duik. Een even geheimzinnig als poëtisch verhaal over een brug die je, als je eronderdoor duikt, naar het verleden brengt.

De gans en zijn broer, Bart Moeyaert en Gerda Dendooven (Querido) Van die boeken die er (enigszins) uitzien als een kinderboek, van een kinderboekenuitgeverij komen en van een auteur die al jaren doet alsof hij voor kinderen schrijft. Doet-ie niet. We praten hier over een kwaliteitsprijs en de kwaliteit van dit boek is natuurijk o-ver-wel-di-gend. Maar het zou leuk zijn als er ook jonge lezers aan te pas komen. Daar blijft Woutertje Pieterse maar mondjesmaat in geïnteresseerd. Voor bij de koffie na het vergaderdiner. Om snel over op te houden.

Soms laat ik je even achter, Daan Remmerts de Vries (Querido) De titel alleen al. Het strekt WPP-kandidaten tot voordeel vaak het woord 'soms' te gebruiken. Lekker vaag. Doet Daan Remmerts de Vries (die tussendoor ook wel eens iets geweldigs doet) graag aan. Geldt hetzelfde voor als hierboven: wees gewoon eerlijk en val kinderen er niet mee lastig.

Doodgewoon, Bette Westera en Sylvia Weve (Gottmer) De favoriet voor deze prijs, als ik de uitslag mocht bepalen. Prachtige verzen van Westera, die hard op weg is dé kinderdichteres van Nederland te worden. Vooral de afwisseling is fijn: naast tranentrekkers ook hele luchtige observaties. Het zou zo maar eens kunnen dat over een jaar op begrafenissen voor en door kinderen vaak uit dit boek geciteerd gaat worden. Ook favoriet vanwege de eigenzinnige illustraties en vormgeving. Iets té eigenzinnig, wat mij betreft, maar daar gaat de jury niet mee zitten.

Honderd uur nacht, Anna Woltz (Querido) Anna Woltz wordt steeds beter en dit boek is absoluut een hoogtepunt, al was het maar omdat de schrijfster tijdens de orkaan zelf in New York was en weet waar ze over schrijft. Dat is in jeugdboeken nogal eens niet zo. Misschien te 'young adult' (gepuber, geboos, gesocialmedia en gezoen - en dat alles in een alle kanten op gistende mix) voor een Woutertje Pieterse, maar wel goed geschreven en lekker gemeen.