
vrijdag 26 februari 2010
Jeugdjournalistiek in Latino King

Labels:
informatief,
jeugdjournalistiek,
jongensboek,
jongvolwassenen
woensdag 24 februari 2010
Wat wannabe's willen: kinderboeken schrijven

1) Romans: 124
2) Kinderboeken: 44
3) Poëzie: 20
maandag 22 februari 2010
Het malle ding van bobbistiek is terug

Floortje Zwigtman op eenzame hoogten

Mijn recensie lees je hier. Collega Bas Maliepaard van Trouw is het trouwens met me eens wat dat laatste betreft, zie zijn recensie.
vrijdag 19 februari 2010
***** (5) voor Floortje Zwigtman Spiegeljongen
Wat jammer dat je dat niet meer hebt: feuilletons zoals in de tijd van Couperus, Dickens en Dostojevski. De verslavende Victoriaanse trilogie Schijnbewegingen (2005, Gouden Uil en Gouden Zoen), Tegenspel (2007) en Spiegeljongen van Floortje Zwigtman, in totaal 1600 pagina’s dik, zou in dagelijkse in de kiosk verkochte afleveringen nog het best tot zijn recht zijn gekomen.
Miljoenen lezers zouden dan tegelijkertijd snikkend en huiverend de laatste bladzijden hebben kunnen lezen. In tram, trein en metro, tijdens de lunch op het werk of ’s avonds in de kroeg zou zijn besproken wie van de twee geliefden uiteindelijk de juiste keuze heeft gemaakt: Adrian Mayfield, de zoon van een aan lager wal geraakte kroegbaas of upper class kunstenaar Vincent Farley?
De roekeloze Adrian, gewend om zijn vuisten te gebruiken, durft de in negentiende-eeuws Londen levensgevaarlijke herenliefde wel aan. Voorzichtige Vincent, lid van een familie stinkend rijke verzekeraars die rijk is geworden van een degelijke reputatie, besluit om zich door een dokter te laten ‘genezen’, trouwt met een meisje van zijn stand en zet Adrian met een zak geld op straat.
Het aardige aan de romanreeks is dat de lezer tegelijkertijd de artistieke vriendenkring rond de Brits-Ierse dandyschrijver Oscar Wilde van binnenuit leert kennen. In Spiegeljongen komt zijn sodomierechtszaak tot een tragische ontknoping en wordt Wilde veroordeeld tot twee jaar dwangarbeid. Als een spiegel daarvan zakt het leven van Adrian naar een peilloos dieptepunt, terwijl hij een laatste poging waagt om iedereen die hem lief is mee te sleuren naar de hel.
Er is weinig jeugdliteratuur te vinden waar zo veel seks en geweld zo rechtdoorzee, bijna zakelijk beschreven wordt. De eerste vierhonderd bladzijden van Spiegeljongen dampen van het ‘zweet, wijn en sperma’ zoals Adrian zijn eigen lichaamsgeur na een feestje omschrijft. Later komen er ook nog een hoop opgehoest bloed, longgerochel en andere enge, negentiende-eeuwse ziektes bij kijken waar de auteur zich uitstekend over heeft laten voorlichten.
Toch wordt het nergens smerig. Spiegeljongen is sensationeel zonder sensatiezucht. Zwigtman heeft meer te melden dan harde historische realiteit en cynische observaties alleen. Het is aan het eind dan ook nog steeds niet helemaal duidelijk of haar meesterwerk nu over homoseksualiteit of over armoede gaat. Was Adrian eigenlijk wel verliefd op Vincent? Of was hij verliefd op de droom van een rijk en veilig leven? En als dat laatste waar is, waarom doet hij dan toch zo zijn best om alles wat hij heeft te gronde te richten?
Het zijn die vragen, die zich in het derde deel zo verontrustend aan de lezer opdringen dat de trilogie uiteindelijk afsluit op het niveau waar het vijf jaar geleden begonnen is. Spiegeljongen broeit van een verpletterende haat tegen kleinburgerlijkheid en het vertrouwen in een hiernamaals waar alles wel goed zal komen. In haar fanatisme om de naïviteit en het idealisme van haar lezers te ondermijnen, doet ze nog het meest denken aan de groten van de naoorlogse literatuur. Zwigtman staat als jeugdromancier op eenzame hoogte, met een uniek oeuvre dat nog steeds nieuwsgierig blijft maken naar meer.
Miljoenen lezers zouden dan tegelijkertijd snikkend en huiverend de laatste bladzijden hebben kunnen lezen. In tram, trein en metro, tijdens de lunch op het werk of ’s avonds in de kroeg zou zijn besproken wie van de twee geliefden uiteindelijk de juiste keuze heeft gemaakt: Adrian Mayfield, de zoon van een aan lager wal geraakte kroegbaas of upper class kunstenaar Vincent Farley?
De roekeloze Adrian, gewend om zijn vuisten te gebruiken, durft de in negentiende-eeuws Londen levensgevaarlijke herenliefde wel aan. Voorzichtige Vincent, lid van een familie stinkend rijke verzekeraars die rijk is geworden van een degelijke reputatie, besluit om zich door een dokter te laten ‘genezen’, trouwt met een meisje van zijn stand en zet Adrian met een zak geld op straat.
Het aardige aan de romanreeks is dat de lezer tegelijkertijd de artistieke vriendenkring rond de Brits-Ierse dandyschrijver Oscar Wilde van binnenuit leert kennen. In Spiegeljongen komt zijn sodomierechtszaak tot een tragische ontknoping en wordt Wilde veroordeeld tot twee jaar dwangarbeid. Als een spiegel daarvan zakt het leven van Adrian naar een peilloos dieptepunt, terwijl hij een laatste poging waagt om iedereen die hem lief is mee te sleuren naar de hel.
Er is weinig jeugdliteratuur te vinden waar zo veel seks en geweld zo rechtdoorzee, bijna zakelijk beschreven wordt. De eerste vierhonderd bladzijden van Spiegeljongen dampen van het ‘zweet, wijn en sperma’ zoals Adrian zijn eigen lichaamsgeur na een feestje omschrijft. Later komen er ook nog een hoop opgehoest bloed, longgerochel en andere enge, negentiende-eeuwse ziektes bij kijken waar de auteur zich uitstekend over heeft laten voorlichten.
Toch wordt het nergens smerig. Spiegeljongen is sensationeel zonder sensatiezucht. Zwigtman heeft meer te melden dan harde historische realiteit en cynische observaties alleen. Het is aan het eind dan ook nog steeds niet helemaal duidelijk of haar meesterwerk nu over homoseksualiteit of over armoede gaat. Was Adrian eigenlijk wel verliefd op Vincent? Of was hij verliefd op de droom van een rijk en veilig leven? En als dat laatste waar is, waarom doet hij dan toch zo zijn best om alles wat hij heeft te gronde te richten?
Het zijn die vragen, die zich in het derde deel zo verontrustend aan de lezer opdringen dat de trilogie uiteindelijk afsluit op het niveau waar het vijf jaar geleden begonnen is. Spiegeljongen broeit van een verpletterende haat tegen kleinburgerlijkheid en het vertrouwen in een hiernamaals waar alles wel goed zal komen. In haar fanatisme om de naïviteit en het idealisme van haar lezers te ondermijnen, doet ze nog het meest denken aan de groten van de naoorlogse literatuur. Zwigtman staat als jeugdromancier op eenzame hoogte, met een uniek oeuvre dat nog steeds nieuwsgierig blijft maken naar meer.
dinsdag 16 februari 2010
Tijger op straat: tegendraadse vrolijkheid

Billenboek
maandag 15 februari 2010
Piraten van de lage landen

Floortje Zwigtman bij het oud papier
vrijdag 12 februari 2010
Aparte literatuur voor 15+ers is overbodig
Moeten we jongvolwassenen nu wel of niet stimuleren om te lezen? En zo ja: hoe en in welke mate? De discussie is wéér (een beetje) losgebarsten op het log van Ted van Lieshout. Dit keer naar aanleiding van een Gronings onderzoek naar jongerenleesgedrag. Ted moppert dat het aanbod in bibliotheken vaak zo slecht is en dat als jongeren dan van rijkswege een bloemlezing krijgen, zoals het komende boekenweek uitgdeelde TXT van Abdelkader Benali, er weer geen jeugdauteurs in staan.
Wat Havo 4 zélf vindt
Een helaas anoniem gebleven leerling uit Havo 4 maakt hierin de enige goede opmerking.
Boeken voor jongvolwassenen staan verkeerd
Wie ook goed bezig is, is Marieke Deinum, die het onderzoek deed. Die verbaast zich terecht over het feit dat veel 15+boeken bij de C-boeken staan. Daar staan ze helemaal verkeerd. Voor kinderen onder de 15 die tussen de C-boeken zoeken zijn de 15+boeken te moeilijk en hun auteurs krijgen daarmee een slechte naam. En jongvolwassenen gaan, vertellen ze aan Marieke, naar het volwassenengedeelte. Kortom: 15+boeken zoals die van Floortje Zwigtman moeten naar de grotemensenhoek. En, als die auteurs slim zijn gaan ze ook naar een grotemensenuitgeverij. Aparte literatuur voor 15+ers is overbodig. Hoogstens zou je, als ze dat zelf willen, een aparte plek voor ze kunnen maken. Maar zelf zou ik dat, toen ik 15 was, en met lang haar en kistjes rondliep, ab-so-luut niet gewild hebben.
Wat Havo 4 zélf vindt
Een helaas anoniem gebleven leerling uit Havo 4 maakt hierin de enige goede opmerking.
Persoonlijk snap ik niet dat iedereen (uit de boekenwereld) zo moeilijk doet om mensen van mijn leeftijd aan het lezen te krijgen. Waarom kunnen ze óns niet een keer als redelijk volwassen mensen benaderen? Denken ze soms dat we zelf niet in staat zijn om goede boeken uit te kiezen. Na Harry Potter lees ik De heren van de thee, en dan lees ik De held van Oer, en dan lees ik weer Onder Professoren, waarna ik Haas van Paul Biegel lees, en als ik even zin heb, kijk ik of Jacques Vriens nog een nieuw boek heeft geschreven. Ik denk trouwens niet dat TXT een succes wordt: alles wat je van school krijgt lees je gewoon niet, want het idee dat 'school' er iets mee te maken heeft, maakt het afschuwelijk.Die mogen alle leesbevorderaars in hun zak steken. Deze lezer leest. En vindt wat hij móet lezen verdacht. En dat is het ook. Je kunt als leraar en leesbevorderaar hoog en laag springen met je lijstjes, maar je zegt eigenlijk dat ze gek zijn als ze jouw boeken niet lezen. Ja, en wat zou jij dan doen? Precies!
Boeken voor jongvolwassenen staan verkeerd
Wie ook goed bezig is, is Marieke Deinum, die het onderzoek deed. Die verbaast zich terecht over het feit dat veel 15+boeken bij de C-boeken staan. Daar staan ze helemaal verkeerd. Voor kinderen onder de 15 die tussen de C-boeken zoeken zijn de 15+boeken te moeilijk en hun auteurs krijgen daarmee een slechte naam. En jongvolwassenen gaan, vertellen ze aan Marieke, naar het volwassenengedeelte. Kortom: 15+boeken zoals die van Floortje Zwigtman moeten naar de grotemensenhoek. En, als die auteurs slim zijn gaan ze ook naar een grotemensenuitgeverij. Aparte literatuur voor 15+ers is overbodig. Hoogstens zou je, als ze dat zelf willen, een aparte plek voor ze kunnen maken. Maar zelf zou ik dat, toen ik 15 was, en met lang haar en kistjes rondliep, ab-so-luut niet gewild hebben.
woensdag 10 februari 2010
Het dagboek van Idilia is net even anders


dinsdag 9 februari 2010
Lesje aan de Lemniscaatkrant... of van?
Plasterk wil meer lezende baby's

Het plaatje heb ik trouwens gepikt van de flickr-account van Gertie Jaquet. Ik wil hier graag een tatoeage van!
maandag 8 februari 2010
Blote beer moet blijven

vrijdag 5 februari 2010
Ik kan Sjoerd Kuyper niet meer volgen

Abonneren op:
Posts (Atom)