maandag 8 juli 2019

Weekgreep #1925

114. Chris Haughton Komt goed, kleine krab
Met het even oersimpele als geestige Mama kwijt! was Chris Haughton in een klap een gevestigde naam. Prentenboeken voor de allerkleinsten waren zelden zó compleet. Direct herkenbaar zonder commercieel te worden, een volstrekt eigen stijl zonder aan toegankelijkheid in te boeten, lief maar niet zoet, grappig maar niet over de hoofden van kinderen heen. In jaren daarna verschenen de al even geslaagde opvolgers Stoute hond!, Sssst! We hebben een plan en Welterusten allemaal. Toch moeten we een nieuwe Chris Haughton niet normaal gaan vinden. Gelukkig doet hij er wel een jaar of twee over om een nieuwe te verzinnen en zo blijft het feest. Kleine Krab gaat voor het eerst naar zee, gaaf in dwarsdoorsnede van rotsen en water geïllustreerd met indrukwekkende schuimkoppen die steeds hoger worden. Kleine Krab wil niets weten van de zee. Maar als hij er eenmaal is, wil hij natuurlijk niet terug naar huis. De gemiddelde peuterdag in een notendop. 3+

115. Ruth Verstraeten en Eva Mouton De kindervleesfabriek
De Vlamingen hebben een lange traditie en een reputatie hoog te houden in ontoegankelijke prentenboeken: onprettig formaat, deprimerend kleurgebruik, veel te veel tekst in een veel te kleine letter. Op het oog voldoet dit prentenboek met veelbelovende titel aan die kenmerken, maar met een beetje geduld valt een en ander wel mee. Ruth Verstraeten rijmt pittig en geestig in de stijl van de Gruwelijke rijmen van Roald Dahl en Groene eieren met ham en ander werk van Dr. Seuss. 'Alles wat mijn mama maakt, smaakt én ruikt naar vuilnisbelt.' Vooral het begin, met een eindeloze, lekker gore omschrijving wat Korneel Carolus Kieskauw allemaal niet lust. Zijn moeder dreigt, heel pedagogisch, met de kindervleesfabriek. Het navolgende verhaal wordt op een gegeven moment wat langdradig. 5+

116. Brian Selznick en David Serlin Baby Aapje, privé-detective
Baby Aapje lost vanuit zijn morsige detectivebureau de ene na de andere zaak op. Vermiste juwelen. Verdwenen pizza. Het enige wat de hem weerhoudt, is dat het zo lastig is om zijn broek aan te trekken. De laatste zaak is van een moeder die haar baby kwijt is. Hilarisch. Brian Selznick heeft een paar graphic novels op zijn naam staan, waarin de combinatie tekst en tekeningen - hoe indrukwekkend ook - niet overtuigt. Hier wel. 4+

117. Rein van der Wiel Amir
Als gepensioneerd leraar Nederlands moet hij toch een hoop jongerenromans langs hebben zien komen. (En net als ik met enige weerzin young adult hebben horen noemen.) Daarom vind ik het jammer dat zijn eerste jongerenroman of roman over een jongere - zal wel weer gevoelig liggen bij Querido - zoveel rituelen die dat genre tot een genre maken nog maar eens afgaat. Amir moet van zijn school opschrijven wie hij is en wat hem bezighoudt. Daar heeft hij natuurlijk geen zin in. Maar krijgt er gaandeweg toch plezier in en levert toch maar even een stilistisch hoogstandje af. Niemand begrijpt hem, zijn moeder en haar vriend voorop. Hij gaat een werkstuk schrijven over Afganistan, het land waar zijn weggelopen vader vandaan komt. Ook wat vormgeving betreft laat het boek te wensen over. Maar het is onmiskenbaar goed geschreven mopperkunst. 14+

Matthew Quick De derde persoon
Een kruisbestuiving van J.D. Salinger en John Green is zijn werk wel eens benoemd. Da's wel erg complimenteus, veel meer Green dan Salinger om te beginnen en ik vind Green in zijn beste boeken beter. In De derde persoon vind ik het tempo, bij Green altijd lekker laag, te hoog. Het gegeven is ijzersterk, scholiere krijgt cultboek van leraar en raakt eraan verslingerd. De samenvatting van The Bubblegum Reaper van Nigel Booker alleen al is een feest om te lezen. Met hulp van haar leraar maakt ze ook nog kennis met de schrijver en ontwikkelt zich een bijzondere relatie. En dat allemaal in drie hoofdstukken. 14+