donderdag 4 juni 2020

Weekgreep #20-5

12. Annelies Verbeke Patrick
Bestaat Patrick, de chimpansee van buurmeisje Katinka nu echt of is hij verzonnen? En als de aap toch verzonnen blijkt, is het avontuur dat je met of door hem beleefd hebt, dan wel echt, en waar? Verrassend leuk boekje van de Vlaamse schrijfster die naar eigen zeggen een voorvechter van het korte verhaal is. Dat is te zien en te proeven. In korte, treffende zinnen zet ze haar personages neer. De hoofdstukken, telkens gewijd aan een van de drie personages, eindigen mooi open. Zoals het hoort in een kort verhaal zweeft de lezer na het eerste zetje verder. Past goed bij een kinderboek, het eerste van Verbeke, dat in het begin wel doet denken aan haar landgenoot Bart Moeyaert. Het is geschreven naar aanleiding van de maand van de filosofie, die eerder dit jaar vanwege corona werd uitgesteld naar juni. Waarheid is het thema. 9+

11. Karst-Janneke Rogaar Keizer ei
Illustrator Karst-Janneke Rogaar komt met haar eerste zelfstandige prentenboek, in de buurt van het niveau van Dr. Seuss' Groene eieren met ham. In Keizer ei probeert ze alle korte ei-woorden in een verhaal te gebruiken. Als Heid en Teit op reis gaan, wringt ze zich allerlei creatieve bochten om abstracte woorden als ‘arbeid’, ‘neiging’ en ‘aanleiding’ tóch te gebruiken. De meligheid is dan allang in de hoogste versnelling gegaan met ‘zeiknatte pleisters’ en een ‘geile meid met aambeien’. Ondertussen vertelt en tekent Rogaar in alleen rood en groen een alle kanten op fladderend avontuur over de vriendschap die ontstaat met de eenzame keizer van het eiland waar Heid en Teit naartoe zijn gezeild. Wat een taaltalent heeft deze tekenaar. 7+

10. Oliver Jeffers Het fortuin van Fausto
‘Jij bent van mij,’ zegt het directeur-achtige mannetje tegen de bloem. ‘Ja,’ antwoordt de bloem. ‘Ik ben van u.’ Daarna wil mijnheer Fausto ook een schaap, een boom en een berg bezitten. Hoe groter het object van zijn verlangen, hoe meer hij moet schelden en stampvoeten om zijn zin te krijgen. Als laatste komt de oceaan aan de beurt. Daar valt niet tegenop te stampvoeten, ontdekt Fausto te laat. Het gebeurt allemaal in Het fortuin van Fausto (Fontein, € 18,99), het verbluffend mooi uitgegeven nieuwe prentenboek van de artistieke mafkees Oliver Jeffers. In Nederland is hij vooral bekend geworden met het geniaal grappige De krijtjes staken (samen met Drew Daywalt, Fontein € 14,99) en de kolderieke serie over de Hugo’s, die allemaal dezelfde trui dragen. Kleurgebruik – knap oplichtende neontinten, die contrasteren met de ingetogen omgeving – en effect van veel lege ruimte zijn indrukwekkend. Maar het is het verhaal dat de lezer grinnikend, daarna ook wat stilletjes achterlaat. Is dit nu een grap of schuilt hier iets diepers achter? Hij laat het graag in het midden, zoals vaker in zijn werk. Humor en wijsheid kunnen bij Jeffers net zo slecht zonder elkaar als zijn taal en tekeningen. 6+