zaterdag 31 oktober 2009

Jeugdliteratuur bestaat niet

Ik krijg tijdens verjaardagen en etentjes nu nooit eens de vraag: 'wat vind je nu eigenlijk van die crossoverboeken?' Buiten ons vakgebied wordt er eigenlijk niet over dit onderwerp gepraat. Het is een coulissendebat. En zelfs dat bijna niet. Dat betekent iets. Óf dat jeugdliteraire leken dom zijn, óf dat de discussie gewoon niet relevant is. Ik denk het laatste. Of nou ja, ik dácht het altijd. Ik ben aan het twijfelen geslagen. Een beetje dan.

Crossover is onzin...
Ik vind categorieën met het woord 'literair' erin zinloos. De constructie 'literaire thriller', om maar een voorbeeld te noemen, slaat nergens op. Dat is net zoiets als een muzikaal liedje. Alle fictie is literatuur; we kunnen hoogstens van mening verschillen of het goede of slechte literatuur is. Crossover is ook al zo'n gek woord dat eigenlijk niets nuttigs betekent. Ik ben ervan overtuigd dat de meeste mensen die hun geklets met het woord crossover doorspekken, dit doen om zich uit een ondergeschikte positie te ontworstelen. 'Dit is een jeugdboek, maar ook literatuur die interessant is voor volwassenen, hoor!' Als ik zou emanciperen, zou ik het stilletjes doen, want goed voor je imago is het niet. Tenminste niet als dit je woordvoerders zijn.

... en jeugdliteratuur bestaat niet
Jongeren interesseert dit hele verhaal ondertussen geen bal. Sterker nog: literatuur die ook interessant is voor volwassenen, lijkt mij als je zestien bent behoorlijk verdacht. Ik ben altijd erg jaloers geweest op mijn vader, die Willem Frederik Hermans las in de jaren dat HBS-leraren dat soort lectuur verboden. Mijn vader was toen zestien. Dus was Willem Frederik Hermans dan ook crossover? Nee, natuurlijk niet. Een begrip moet iets toevoegen, en dat doet crossover niet. Alle goede boeken zijn interessant voor (bijna) alle leeftijden. Jongens en meisjes van zestien kunnen literatuur voor volwassenen aan. En wie dat tegen die tijd níet kan, is niet meer te redden. Kortom: jeugdliteratuur, als in: boeken voor de bovenbouw van de middelbare school (*), bestaat niet en als ze wel bestond, dan zou ze verboden moeten worden. Hoogstens bestaat er: bijna-literatuur voor bijna-volwassenen. Overbruggingsboeken. Dat is ook weer zo'n definitie waar ik als ik schrijver zou zijn, niet blij mee zou wezen! Schrijvers van jeugdboeken die eigenlijk bedoeld zijn voor de bovenbouw van de middelbare school, zou ik dus ook aanraden om óf op te houden met zeuren, óf bij een uitgever voor volwassenen te gaan.

(*) Voor de duidelijkheid: kinderliteratuur en jeugdliteratuur als in: 'ik durf kinderen die ouder dan twaalf zijn geen kinderen meer te noemen' bestaan natuurlijk wél.

Toch raad ik wel eens jeugdboeken aan volwassenen aan
Dit is een lijstje met goede boeken, uitgegeven door kinderboekenuitgevers, die van mij best gelezen mogen worden op de bovenbouw van de middelbare school. Ik heb het samengesteld op verzoek van iemand die een lezing wil gaan geven voor leraren Nederlands op de middelbare school.
- Floortje Zwigtman: Schijnbewegingen (+), Tegenspel en Wolfsroedel (+)
- Marco Kunst: Gewist (+)
- Tonke Dragt: Torenhoog en mijlen breed (+), Ogen van tijgers (+), Torens van februari (+), Aan de andere kant van de deur
- Aidan Chambers: Je moet dansen op mijn graf (+), De tolbrug(+) en Nu weet ik het (+)
- Mark Haddon: Het wonderbaarlijke voorval met de hond in de nacht (+)
- Anne-Laure Bondoux: De tranen van de moordenaar
- Els Beerten: Allemaal willen we de hemel
- John Green: Het grote misschien en Paper Towns
- Walter Moers: De 13 1/2 levens van kap’tein blauwbeer(+)
- Andreas Steinhöfel: Het midden van de wereld
- Harmen van Straaten: Wonderland
- Edward van de Vendel: Chatbox. De gedichten van Tycho Zeling
- Bené Alfonso: Medicijnmeester (+)

Met een + is aangegeven welke ik wel eens aan een volwassene heb aangeraden of gegeven.

Dit is waarom ik (een beetje) ben gaan twijfelen
Waarom? Omdat ik me toen ik dit lijstje maakte, ineens realiseerde dat je dit toen ik op de middelbare school zat nauwelijks had: 'volwassen' boeken van kinderboekenuitgevers. Je had Thea Beckman en daarna ging je naar een ander gedeelte van de bibliotheek. Zou ik ze lezen, als ik nu zestien was? Ik denk het niet, maar alleen omdat ze bij de C-boeken staan. En dat vind ik toch verdrietig: het zijn eigenlijk verboden boeken. Goed zo, zou je denken. Maar ze zijn niet openlijk en expres verboden, zoals Willem Frederik Hermans in de dagen van mijn vader, maar per ongeluk. Ze worden stilletjes genegeerd. Je mag ze niet op je lijst zetten. Geen scholier die erom staakt. Jammer! Want het zijn boeken waar je, als je vindt dat middelbare scholen voor een lijst moeten lezen en boeken moeten analyseren, echt wel wat meer over kunt zeggen dan 'leuk' of 'spannend'. Dus, van mij mag er voor deze boeken wat meer aandacht zijn. Prima als er mensen heel erg hun best gaan doen om leraren Nederlands aan hun verstand te brengen is dat er wat boeken zijn, waarvan we niet goed weten of we ze nou in de C-kast of bij de volwassenen moeten zetten. Maar noem ze alsjeblieft geen crossoverboeken. Noem het geen literaire jeugdliteratuur. Het zijn gewoon góede boeken. En roep dat ook maar niet te hard.