
Ik snap alleen niet waarom ze met dat talent zoiets maakt als Ik ben Naat! Wie wil dit nu lezen? Waarom gaan zulke verhaaltjes altijd over klassen, met een pestkop, een nobele allochtoon en een lief juf? Waarom gaan ze niet, zoals de kartonboeken van Vos en Haas, over koek of verjaardag of sneeuw of een mysterieuze bezoeker in het bos? Vier, vijf, zesjarigen vinden de boeken van Vanden Heede prachtig om wat er in staat. En o ja, er komen ook alleen eenlettergrepige woorden in voor, maar wie zal dat verdommen behalve een paar rare deskundigen met beroepsdeformatie?
In het AVI-boekje van Joke Guns staan twee hoofdstukjes die een zesjarige graag zou willen lezen (‘er drijft een drol in het zwembad’ en ‘juf speelt boef’) en verder is het zoet gesus waar vooral uit blijkt dat juffen niet zo heel veel van jongens begrijpen. Wat op zich al erg genoeg is, maar waarom moet ik lezen ‘jongens van zes hebben het nu eenmaal erg druk?’ Wat is daar de boodschap van? Waarom moet ik als ik zes ben en niet zo goed mee kan komen in de klas in bijna debiliserend Nederlands horen dat ik niet zo goed mee kan komen in de klas? Welke wereld opent dat voor mij? Welke reis ga ik dan maken? Wat ga ik ontdekken? Dat het leven moeilijk is maar er een aardige mevrouw is die Joke Guns heet die mij begrijpt?
Ik ben Naat! is een prima boekje, dat wat vorm betreft voldoet aan hoge kwaliteitscriteria. Maar de inoud roept de vraag op: waarom maken we die AVI-boekjes eigenlijk? Kinderen lezen niet omdat het mooi is, of toegankelijk, maar omdat ze de inhoud graag tot zich willen nemen. Willen zesjarigen lezen dat het niet erg is dat ze niet helemaal goed bij hun hoofd zijn? Ik denk het niet. Beperkingen die tot iets leiden zijn niet domweg goed omdat ze tot iets leiden. Joke Guns zou haar talent eens ergens anders op moeten richten en kijken wat er dan voor moois gebeurt.
Deze recensie is verschenen op JipJip van Richard Thiel in het kader van De Maand Van De Onbekende Schrijver.